Spelling les 11 en 12

De verleden tijd
van werkwoorden
1 / 13
volgende
Slide 1: Woordweb
SpellingBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

De verleden tijd
van werkwoorden

Slide 1 - Woordweb

Verleden tijd
Zij ___________ (kopen)
A
kocht
B
kochtte
C
kochte

Slide 2 - Quizvraag

Verleden tijd
Hij ________ (verblijven)
A
verbleef
B
verblijfde

Slide 3 - Quizvraag

Verleden tijd
Zij ________ (razen)
A
raasde
B
raast
C
raaste

Slide 4 - Quizvraag

Verleden tijd
Wij _________ bereiden.
A
bereidden
B
bereiden
C
bereide

Slide 5 - Quizvraag

Verleden tijd
Ik ________ (vinden)
A
vind
B
vond

Slide 6 - Quizvraag

Vermoeden (jij, verleden tijd)
timer
0:20

Slide 7 - Open vraag

verleden tijd: wij (reizen)

Slide 8 - Open vraag

verleden tijd: wij (zoeken)

Slide 9 - Open vraag

Vermoeden (ik, verleden tijd)
timer
0:20

Slide 10 - Open vraag

verleden tijd: wij (fluiten)

Slide 11 - Open vraag

Dictee

Slide 12 - Open vraag

Heeft iedereen het doel behaald?
Je leert hoe je zelfde- en andere- klankwerkwoorden in de verleden tijd schrijft

😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll