Feiertage: St. Martinstag

Atheneum 3
Bundeswahlen?
St. Martin + 
haben und sein Wiederholung
Zahlen Wiederholung
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Atheneum 3
Bundeswahlen?
St. Martin + 
haben und sein Wiederholung
Zahlen Wiederholung

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Wer ist der Präsident von Deutschland?

Slide 10 - Tekstslide

Frank Walter Steinmeier

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Wiederholung
haben und sein

Slide 15 - Tekstslide

gewesen

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

gehabt

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

6

Slide 20 - Video

00:58
Waarom is Martin 'ein guter Mann'?
A
Hij verkondigde aan de mensen het woord van God.
B
Hij hielp zieken, gaf hongerige mensen te eten en gaf geld aan de armen.

Slide 21 - Quizvraag

01:11
Wie trof Martin voor de stadspoort aan?
A
Een bedelaar
B
Een zieke
C
Een hongerige

Slide 22 - Quizvraag

01:58
Hoe hielp Martin de bedelaar?
A
Martin was de enige die zich zorgen maakte om de bedelaar.
B
Martin gaf de bedelaar eten en kleding.
C
Martin sneed zijn mantel in tweeën en gaf de helft aan de bedelaar.

Slide 23 - Quizvraag

02:22
Toen Martin monnik (Mönch) was, gaf hij spullen die hij niet meer nodig had aan anderen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quizvraag

02:58
Martin wilde geen bisschop worden omdat hij niet gelovig was.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quizvraag

03:51
'Sankt Martin' betekent 'Heilige Martin'
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quizvraag

Und jetzt ...

1.  Oefenen
     Grammatica haben & sein


Slide 27 - Tekstslide

Het werkwoord: sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
Ich bin in Amsterdam ..................... 
bin
bist
ist
sind
seid
sind
gewesen

Slide 28 - Sleepvraag

Het werkwoord: haben
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
Ich habe Süßigkeiten .....................
habe
hast
hat
haben
habt
haben
gehabt

Slide 29 - Sleepvraag

Slide 30 - Link

Waarom was Martin 'ein guter Mann'?
A
Hij was een Romeinse soldaat en verkondigde het woord van God.
B
Hij hielp de zieken, schenkte de hongerigen eten en gaf armen geld.

Slide 31 - Quizvraag

Und jetzt ...

1.  Wiederholen wir die Zahlen


Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Wie schreibt man 16?
A
sechszehn
B
sechzehn
C
zechzehn

Slide 37 - Quizvraag

Wie schreibt man 17?
A
ziebenzehn
B
siebenzehn
C
ziebzehn
D
siebzehn

Slide 38 - Quizvraag

Wie schreibt man 12?
A
tswölf
B
tzwölf
C
tszwölf
D
zwölf

Slide 39 - Quizvraag

Wie schreibt man 10?
A
zehn
B
tsehn
C
tzehn
D
stehn

Slide 40 - Quizvraag

Wie schreibt man 35?
A
funfunddreißig
B
fünfundreißig
C
fünfunddreißig
D
fünfunddreißich

Slide 41 - Quizvraag

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Bingo Karte selber machen
Je maakt een raster met negen vakken.
Je schrijft in alle vakjes verschillende getallen.
Gebruik getallen van 0 tot en met 75.

Slide 44 - Tekstslide

Der Preis!

Slide 45 - Tekstslide

Laat voor we beginnen jouw kaart controleren door een persoon naast je.
Je hebt alleen Bingo als je de hele kaart vol hebt!

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide

Habt ihr noch Fragen?

Slide 48 - Woordweb

Was hast du heute gelernt?
Wat heb jij vandaag geleerd?

Slide 49 - Open vraag

Hausaufgaben für Freitag:
Wiederholen: Verben haben und sein und werden
 im Präsens und Präteritum.
Seite 296 Nummer 1+2+3
Wörterliste A Seite 128


Slide 50 - Tekstslide