klas2-wk3-thuiswerkles_herhaling

Welkom in de thuiswerkles
van vrijdag 3 april
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Welkom in de thuiswerkles
van vrijdag 3 april

Slide 1 - Tekstslide

Wat ga je doen?
- korte herhaling van de theorie

- toetsdatum in je agenda/planner zetten

- verder werken aan je artikel over De jongen die met dieren
   praatte.

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling zinsontleden
Wat moet je nu kunnen?

Je kunt werkwoorden herkennen (dat is het begin van alles)
Je weet kunt de ontleedstappen zetten in de vaste volgorde:

gezegde + pv -> onderwerp -> lijd.vw -> meew.vw -> bijw.bep

Slide 3 - Tekstslide

Oefenenzin 1

Slide 4 - Tekstslide

Voor het vrijlaten van de schildpad heeft de vader van David de baas van het hotel veel geld geboden.

gezegde?

Slide 5 - Open vraag

Voor het vrijlaten van de schildpad heeft de vader van David de baas van het hotel veel geld geboden.

onderwerp?

Slide 6 - Open vraag

Voor het vrijlaten van de schildpad heeft de vader van David veel geld aan de baas van het hotel geboden.

lijdend voorwerp?

Slide 7 - Open vraag

Voor het vrijlaten van de schildpad heeft de vader van David de baas van het hotel veel geld geboden.

meewerkend voorwerp?

Slide 8 - Open vraag

Voor het vrijlaten van de schildpad heeft de vader van David de baas van het hotel veel geld geboden.

bijwoordelijke bepaling?

Slide 9 - Open vraag

Voor het vrijlaten van de schildpad heeft de vader van David de baas van het hotel veel geld geboden.

bijvoeglijke bepalingen?

Slide 10 - Open vraag

Oefenzin 2
als een zinsdeel er niet is, dan zet je een x (kruisje)

Slide 11 - Tekstslide

Een groot aantal gepensioneerde verplegers heeft deze week hun oude collega's geholpen.

gezegde?

Slide 12 - Open vraag

Een groot aantal gepensioneerde verplegers heeft deze week hun oude collega's geholpen.

onderwerp?

Slide 13 - Open vraag

Een groot aantal gepensioneerde verplegers heeft deze week hun oude collega's geholpen.

lijdend vw?

Slide 14 - Open vraag

Een groot aantal gepensioneerde verplegers heeft deze week hun oude collega's geholpen.

meew.vw?

Slide 15 - Open vraag

Een groot aantal gepensioneerde verplegers heeft deze week hun oude collega's geholpen.

bijwoordelijke bep?

Slide 16 - Open vraag


Een groot aantal gepensioneerde verplegers heeft deze week hun oude collega's geholpen.

bijvoeglijke bep?

Slide 17 - Open vraag

Woordsoorten
Welke woordsoorten moet je nu kennen?

zelfstandig werkwoord
hulpwerkwoord
lidwoord
zelfstandig nw
bijvoeglijk nw
voorzetsel

persoonlijk vnw
aanwijzend vnw
vragend vnw
telwoord
onbep.vnw
bijwoord

Slide 18 - Tekstslide

Oefening
sleepvraag
(niet alle woordsoorten staan erin)

Slide 19 - Tekstslide

hulp ww
persoonlijk vnw
onbep.vnw
bijv.nw
aanw.vnw
vragend vnw
telwoord
bijwoord
één woord. vaak tijd, plaats, reden
hoeveelheid of reeks/ rangorde
in plaats van een naam. Is ond-lv of mv. ik-jij-u-hen-etc
bij meer ww'en in het gezegde  is dit de pv
die - dit 
deze - dat
Wie - wat - welke - wat voor  - wat voor een
'vaag'vnw.'
men, iets, elk, menig, iemand, niemand, iedereen
zegt iets meer over een zelfst. nw

Slide 20 - Sleepvraag

oefening

Slide 21 - Tekstslide

Sommige mensen houden geen anderhalve meter afstand.


Sommige =
A
telwoord
B
bijvoeglijk nw
C
onbep.vnw
D
bijwoord

Slide 22 - Quizvraag

Sommige mensen houden geen anderhalve meter afstand.


Sommige =
A
telwoord
B
bijvoeglijk nw
C
onbep.vnw
D
bijwoord

Slide 23 - Quizvraag

Sommige mensen houden geen anderhalve meter afstand.


afstand =
A
telwoord
B
zelfst.nw
C
zelfst.ww
D
bijwoord

Slide 24 - Quizvraag

Waarom hebben zij niet aan de mogelijke gevolgen voor mijn grootouders gedacht?

Waarom =
A
bijwoord
B
onbep.vnw
C
bez.vnw
D
vragend vnw

Slide 25 - Quizvraag

Waarom hebben zij niet aan de mogelijke gevolgen voor mijn grootouders gedacht?

hebben =
A
hww
B
zww

Slide 26 - Quizvraag

Waarom hebben zij niet aan de mogelijke gevolgen voor mijn grootouders gedacht?

Zij =
A
pers.vnw
B
onbep.vnw
C
bez.vnw
D
zelfst.nw

Slide 27 - Quizvraag

Waarom hebben zij niet aan de mogelijke gevolgen voor mijn grootouders gedacht?

mogelijke =
A
bijwoord
B
onbep.vnw
C
telwoord
D
bijv.nw

Slide 28 - Quizvraag

Waarom hebben zij niet aan de mogelijke gevolgen voor mijn grootouders gedacht?

mijn =
A
pers.vnw
B
onbep.vnw
C
bez.vnw
D
bijv.nw

Slide 29 - Quizvraag

Zet in je agenda:
15 april PW Grammatica en spelling
H5 + H 6


Weet je nu wat je nog moet oefenen?
Ga op zoek naar de uitleg in je boek of op internet

EINDE

 

Slide 30 - Tekstslide