Autonomie in de kinderopvang en het basisonderwijs

Autonomie in de kinderopvang en het basisonderwijs
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Autonomie in de kinderopvang en het basisonderwijs

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over autonomie in de kinderopvang en het basisonderwijs?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les ken je de kenmerken van de interactievaardigheid autonomie in de kinderopvang en het basisonderwijs.

Slide 3 - Tekstslide

Vertel de studenten wat ze aan het einde van de les zullen hebben geleerd.
Wat is autonomie?
Autonomie verwijst naar het vermogen van een kind om zelfstandig te handelen, beslissingen te nemen en verantwoordelijkheid te nemen voor zijn of haar eigen leerproces.

Slide 4 - Tekstslide

Leg de betekenis van autonomie uit en waarom het belangrijk is in de kinderopvang en het basisonderwijs.
Kenmerken van autonomie
Kenmerken van autonomie zijn onder andere het stimuleren van zelfstandigheid, het bieden van keuzemogelijkheden, het bevorderen van zelfvertrouwen en het respecteren van de eigenheid van het kind.

Slide 5 - Tekstslide

Beschrijf de belangrijkste kenmerken van autonomie en geef voorbeelden van hoe deze kenmerken kunnen worden toegepast.
Interactievaardigheden
Om autonomie te bevorderen, zijn er verschillende interactievaardigheden nodig, zoals observeren, vragen stellen, luisteren, bevestigen en aanmoedigen.

Slide 6 - Tekstslide

Leg uit welke interactievaardigheden nodig zijn om autonomie bij kinderen te bevorderen en hoe deze vaardigheden kunnen worden toegepast.
Autonomie in de kinderopvang
In de kinderopvang kan autonomie worden gestimuleerd door kinderen keuzemogelijkheden te geven, hen te betrekken bij het plannen van activiteiten en hen verantwoordelijkheid te geven voor hun eigen taken.

Slide 7 - Tekstslide

Beschrijf specifiek hoe autonomie in de kinderopvang kan worden bevorderd en geef praktische voorbeelden.
Autonomie in het basisonderwijs
In het basisonderwijs kan autonomie worden gestimuleerd door kinderen zelfstandig te laten werken, hen verantwoordelijkheid te geven voor hun eigen leerproces en hen te laten reflecteren op hun eigen leerdoelen.

Slide 8 - Tekstslide

Beschrijf specifiek hoe autonomie in het basisonderwijs kan worden bevorderd en geef praktische voorbeelden.
Voordelen van autonomie
Het bevorderen van autonomie heeft verschillende voordelen, zoals het vergroten van de motivatie en betrokkenheid van kinderen, het ontwikkelen van zelfvertrouwen en het stimuleren van zelfregulatie.

Slide 9 - Tekstslide

Beschrijf de voordelen van het bevorderen van autonomie bij kinderen en waarom het belangrijk is voor hun ontwikkeling.
Samenvatting
Autonomie in de kinderopvang en het basisonderwijs verwijst naar het vermogen van kinderen om zelfstandig te handelen en verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen leerproces. Het bevorderen van autonomie kan worden gedaan door kenmerken zoals zelfstandigheid, keuzemogelijkheden en zelfvertrouwen te stimuleren, en door interactievaardigheden zoals observeren, vragen stellen en bevestigen toe te passen.

Slide 10 - Tekstslide

Vat de belangrijkste punten van de les samen en benadruk nogmaals het belang van autonomie in de kinderopvang en het basisonderwijs.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.