- qui is het onderwerp in de bijzin.
ex: L'homme qui marche est un acteur célèbre. = De man die loopt is een bekende acteur.
- que / qu' is het lijdend voorwerp in de bijzin.
ex: L'homme que tu vois est un acteur célèbre. = De man die je ziet is een bekende acteur.
- dont wordt gebruikt als vervanging van 'de'. Vaak met werkwoorden die voorzetsel DE altijd gebruiken.
ex: L'homme dont tu parles est un acteur célèbre = De man over wie je praat is een bekende acteur.
ex: Voldemort est l'ennemi de Harry Potter -> Voldemort, dont Harry Potter est l'ennemi, est très méchant.
* de bijzin is schuingedrukt.