11 januari

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Planning 
Komende drie weken: schrijfvaardigheid + argumentatie
 SE: schrijven van een beschouwing in week 19 
Deze week: 
Schrijfvaardigheid paragraaf 1 en 2, p. 53 - 70  

Slide 2 - Tekstslide

Paragraaf 1, herhaling 
Welke schrijfdoelen ken je? 

Slide 3 - Tekstslide

Paragraaf 1, herhaling 
Schrijfdoelen:
- Amuseren 
- Informeren 
- Overtuigen 
- Opiniëren 
- Activeren 
Welke tekstsoorten ken je bij deze doelen? 

Slide 4 - Tekstslide

Paragraaf 1, herhaling 
Tekstsoorten: 
- Amuseren: roman, poëzie, strip, column
- Informeren: uiteenzetting (nieuwsbericht, studieboek, encyclopedie)
- Overtuigen: betoog, column, ingezonden brief 
- Opiniëren: beschouwing 
- Activeren: flyer, verkiezingsposter, reclame 


Slide 5 - Tekstslide

Hoofdgedachte 
Elke tekst heeft een hoofdgedachte: 

Het belangrijkste wat in de tekst gezegd wordt over een onderwerp, samengevat in één zin. 

Vaak te vinden in de inleiding of het slot. Niet altijd letterlijk uit de tekst te halen!

Slide 6 - Tekstslide

Tekststructuur: inleiding 
Doel: aandacht trekken en onderwerp introduceren.
Aandacht trekken, bijvoorbeeld met behulp van: 
- Actualiteit 
- Geschiedenis
- Voorbeeld/anekdote 
- Belang van de lezer 

Slide 7 - Tekstslide

Tekststructuur: inleiding 
Doel: aandacht trekken en onderwerp introduceren.
Onderwerp introduceren, bijvoorbeeld met behulp van: 
- vragen stellen
- opbouw van de tekst aankondigen 
- een mening te geven 
- een probleem te formuleren

Slide 8 - Tekstslide

Middenstuk 
Uitwerking van de deelonderwerpen in alinea's. 

Let op de structuur van de alinea: een kernzin (eerste, tweede of laatste zin) 
Maak gebruik van structurerende elementen zoals een brugzin (overgangszin), signaalwoorden en verwijswoorden. 

Slide 9 - Tekstslide

Het slot 
Afronding van de tekst. 
Bevat: 
In ieder geval de conclusie van de tekst. 
Andere opties ter aanvulling: een samenvatting, een afweging, een aansporing, een aanbeveling. 
Slotzin
De cirkel rondmaken 

Slide 10 - Tekstslide

Veelvoorkomende tekststructuren 
- vraag/antwoordstructuur
- aspectenstructuur
- verleden/heden/toekomststructuur 
- verklaringsstructuur 
- probleem/oplossingsstructuur 
- voor- en nadelenstructuur
- argumentatiestructuur 

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag! 
Lees de teksten op pagina 55-56. 

Beantwoord vervolgens de vragen bij opdracht 1. p. 55 

In de laatste 10 minuten van deze les bespreken we de antwoorden. 

Slide 12 - Tekstslide

Tot morgen ! 

Slide 13 - Tekstslide