5.4 artikel

5.4 Schrijven (artikel)
4 tl
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

5.4 Schrijven (artikel)
4 tl

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt
- een artikel schrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Inhoud artikel
  • De opdracht van het artikel bestaat altijd uit:
- situatiebeschrijving





- opdracht
- punten die in het artikel moeten staan 

Slide 3 - Tekstslide

situatiebeschrijving
opdracht

Slide 4 - Tekstslide

aandachtspunten
extra tips bij de opdracht

Slide 5 - Tekstslide

Artikel schrijven
Het artikel bestaat altijd uit:
  • inleiding
  • kern
  • slot 
  • Dit zijn dus tenminste 3 alinea's

Slide 6 - Tekstslide

Laatste check
  • Check nog even het laatste stukje onder de aandachtspunten:


  • Kijk of je alle punten hebt verwerkt in je artikel 
  • Kijk je artikel na op interpunctie, spelling en formulering

Slide 7 - Tekstslide

Beoordeling
  • inhoud: aandachtspunten
  • Taal: interpunctie, spelling en formulering
  • conventies: Titel, naam, 
alinea-indeling, samenhang, logische volgorde en passend taalgebruik

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Uitleg schrijftaak
'Troep in de aula'

Slide 10 - Tekstslide

Waar schrijf je het?
Middenstuk
Slot
Inleiding
Gisteren hadden wij een discussie in de klas......
Daar ben ik het niet mee eens, want.....
mijn conclusie is...

Slide 11 - Sleepvraag

Wat betekent minimaal 100 woorden?
A
Je mag niet meer dan 100 woorden gebruiken.
B
Je mag niet minder dan 100 woorden gebruiken.
C
Je moet ongeveer 100 woorden gebruiken.
D
Je moet precies 100 woorden gebruiken.

Slide 12 - Quizvraag

Uit hoeveel alinea's bestaat een artikel minimaal?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 13 - Quizvraag

Een artikel heeft altijd een titel.
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Tussen een alinea komt een witregel.
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Je begint je artikel met:
'Hallo, ik ben ......."

(meerdere antwoorden mogelijk)
A
NEEEEEEEEEEEEEEEE!
B
ja
C
nee
D
nee, natuurlijk niet!

Slide 16 - Quizvraag