Tema 3 - clase 10

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 55 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Planificación: Hoy es ...
1. Introducción
5 min
2. Repaso: el verbo tener
10 min
3. Gramática: de vertaling van moeten
10 min
4. Grámatica: repaso presente y poner/hacer
10 min
5. ¡En marcha!
15 min
6. Evaluación y la próxima clase
5 min

Después de esta clase... (Na deze les...)
... heb je herhaald hoe je de presente vervoegd.
... heb je herhaald hoe je het werkwoord tener vervoegd.
... heb je de vervoegingen van poner y hacer geleerd.

Slide 6 - Tekstslide

Persoonlijk voornaamwoorden / Pronombres personales
ik
jij
hij
zij (enkelvoud)
u (enkelvoud)
wij
jullie
zij (meervoud)
(meervoud)
nosotros/-as
ellos
yo
usted
vosotros/-as
ellas
ella
ustedes
él

Slide 7 - Sleepvraag

Yo ........... dos libros.
A
tengo
B
tiene
C
tenemos
D
tienen

Slide 8 - Quizvraag

Ana ........... tres coches.
A
tienes
B
tiene
C
tenéis
D
tienen

Slide 9 - Quizvraag

Pablo y yo no ........... hermanos.
A
tengo
B
tiene
C
tenemos
D
tienen

Slide 10 - Quizvraag

Juan y Francisco ........... muchos amigos.
A
tienes
B
tiene
C
tenéis
D
tienen

Slide 11 - Quizvraag

Gramática: de vertaling van moeten
In het Spaans gebruiken wij voor moeten het werkwoord

tener que + infinitivo (het hele werkwoord)

Tengo que hacer la cama. --> Ik moet het bed opmaken.
Tenéis que entrar en clase. --> Jullie moeten de klas binnen komen.

Slide 12 - Tekstslide

Practicamos: de vertaling van moeten
Schrijf de antwoorden in je schrift:
1. (yo) _________ sacar la basura.
2. ¿Cuántos años _________ (tú)?
3. Mi hermano _________ hacer la cama todos los días.
4. vertaal: wij hebben
5. vertaal: wij moeten
timer
5:00

Slide 13 - Tekstslide

Practicamos: de vertaling van moeten
Schrijf de antwoorden in je schrift:
1. (yo) tengo que sacar la basura.
2. ¿Cuántos años tienes (tú)?
3. Mi hermano tiene que hacer la cama todos los días.
4. vertaal: wij hebben = tenemos
5. vertaal: wij moeten = tenemos que

Slide 14 - Tekstslide

-AR
-ER
-IR
yo
él, ella, usted
nosotros/as
vosotros/as
ellos, ellas, ustedes
Sleep de uitgangen naar de juiste plaats in de tabel.
-o
-o
-o
-amos
-emos
-imos
-a
-e
-e
-es
-es
-as
-áis
-éis
-is
-an
-en
-en

Slide 15 - Sleepvraag

Gramática: twee onregelmatige werkwoorden
Luister in stilte naar de uitleg en schrijf mee in je schrift!
Device opbergen!

Slide 16 - Tekstslide

¡En marcha!
- WB: página 60 – ej. 4 y 5, página 61 ej. 6 y 7

List@?
Alleen als je klaar bent:
- Aprender el vocabulario
- Eindproduct

Slide 17 - Tekstslide

Corregir los deberes

Slide 18 - Tekstslide

Hasta la próxima clase
  • Stoel netjes aanschuiven.
  • Papieren van de grond / tafels. 

Slide 19 - Tekstslide