In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat ga je vandaag leren in de les?
Slide 2 - Woordweb
Hoe goed is jullie geheugen? Wat hebben jullie in de vorige les gedaan?
Slide 3 - Open vraag
Ik heb het huiswerk goed geleerd (woordjes school pag. 45 en 46)
😒🙁😐🙂😃
Slide 4 - Poll
El timbre
A
het boek
B
de bel
C
het schrift
D
het etui
Slide 5 - Quizvraag
el rotulador
A
het potlood
B
de stift
C
de rekenmachine
D
de stoel
Slide 6 - Quizvraag
el portátil
A
de mobiel
B
de computer
C
de rekenmachine
D
de laptop
Slide 7 - Quizvraag
las tijeras
A
de liniaal
B
de schaar
C
de rekenmachine
D
de nietmachine
Slide 8 - Quizvraag
la cola
A
de liniaal
B
de gum
C
de lijm
D
de nietmachine
Slide 9 - Quizvraag
Vertaal (traduce) de volgende woorden: 1. de rugtas 2. het schrift 3. het boek 4. het blaadje 5. de tafel
Slide 10 - Open vraag
Wanneer zijn woorden in het Spaans mannelijk of vrouwelijk? En noem 3 uitzonderingen.
Slide 11 - Woordweb
Maak nu het meervoud van de woorden: 1. la mochila 2. el cuaderno 3. el libro 4. la hoja 5. la mesa
Slide 12 - Open vraag
Opdracht
Je hebt nodig je reader en een pen.
Je gaat nu twee opdrachten maken uit je reader
oefeningen 5 en 6 van pag. 34
Slide 13 - Tekstslide
Bekijk de volgende 2 werkwoorden
hablar
yo hablo
tú hablas
él/ella/usted habla
nosotros/nosotras hablamos
vosotros/vosotras habláis
ellos/ellas/ustedes hablan
llamarse
Yo me llamo
tú te llamas
él/ella/usted se llama
nosotros/nosotras nos llamamos
vosotros/vosotras os llamáis
ellos/ellas/ustedes se llaman
Neem ze
over in je schrift!!!!
Slide 14 - Tekstslide
Wat valt je op aan de 2 werkwoorden? Één werkwoord heet een werderkerend werkwoord, welke zou dat zijn?
Slide 15 - Woordweb
Wat doe je als eerste in de ochtend?
Slide 16 - Open vraag
Video
Vas a ver un vídeo de nuestro gran amiga.
Je hebt een pen en een schrift nodig of je laptop met een nieuw woorddocument.
Je schrijft de 4 werkwoorden die tio Spanish gebruikt om zijn ochtendroutine te beschrijven.
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
Welke 4 werkwoorden gebruikt tio Spanish om zijn ochtendroutine te beschrijven?
Slide 19 - Open vraag
Wederkerend werkwoord nog 1 x dan:
llamarse
Yo me llamo
tú te llamas
él/ella/usted se llama
nosotros/nosotras nos llamamos
vosotros/vosotras os llamáis
ellos/ellas/ustedes se llaman
Slide 20 - Tekstslide
levantarse = opstaan
llamarse (heten) en levantarse hebben bij een heel werkwoord (infinitief) een se erachter dat is in het Nederlands zich (soms hoef je dat niet te vertalen).
Je moet er altijd iets voor zetten, net als bij llamarse (me, te, se, nos, os, se)
Slide 21 - Tekstslide
Vervoeg het werkwoord opstaan in het Spaans met nadruk: (dus met yo, etc.)
Slide 22 - Open vraag
Opdracht
Vervoeg de volgende wederkerende werkwoorden in de juiste vorm:
1. nosotros (cepillarse)
2. yo (ducharse)
3. ellos (bañarse)
4. tú (lavarse)
5. él (levantarse)
6. vosotros (estirarse)
7. ella (llamarse)
8. usted (levantarse)
Slide 23 - Tekstslide
Ik heb begrijp hoe het wederkerend werkwoord werkt in het Spaans.
😒🙁😐🙂😃
Slide 24 - Poll
Ik heb de oefening van de wederkerende werkwoorden goed.
😒🙁😐🙂😃
Slide 25 - Poll
Opdracht nakijken
1. nosotros (cepillarse)
2. yo (ducharse)
3. ellos (bañarse)
4. tú (lavarse)
5. él (levantarse)
6. vosotros (estirarse)
7. ella (llamarse)
8. usted (levantarse)
1. nosotros nos cepillamos
2. yo me ducho
3. ellos se bañan
4. tú te lavas
5. vosotros se estiráis
7. ella se llama
8. usted se levanta
Slide 26 - Tekstslide
Ik had de oefening goed en ik begrijp het!
😒🙁😐🙂😃
Slide 27 - Poll
Vídeo
Bekijk de volgende vídeo en vertel:
1. uit welke serie ken je de actrice die de moeder speelt?