Les 5 Spelling - meervoudsvormen op -s

Vandaag 11 februari
  • terugblik op vorige les
  • lesdoel
  • uitleg spelling meervoudsvorm op -s
  • oefenen
  • zelf aan de slag!
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Vandaag 11 februari
  • terugblik op vorige les
  • lesdoel
  • uitleg spelling meervoudsvorm op -s
  • oefenen
  • zelf aan de slag!

Slide 1 - Tekstslide

korte terugblik op vorige les + huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de juiste spelling in het meervoud van het woord:
industrie
A
industriën
B
industries
C
industrieën
D
industrieel

Slide 3 - Quizvraag

meervoud van:
timmerman
A
muisen
B
muizen

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het meervoud van timmerman?

Slide 5 - Open vraag

meervoud van het woord:
knie

A
knien
B
knies
C
kniën
D
knieën

Slide 6 - Quizvraag

meervoud van het woord:
fee

A
feën
B
feeën
C
fees
D
feëen

Slide 7 - Quizvraag

meervoud van het woord:
kleed
A
kleeden
B
kleden
C
kleeds

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het meervoud van:
lied?

Slide 9 - Open vraag

Als een woord eindigt op een -ie en op deze lettergreep ligt de klemtoon. Wat moet je dan doen om het meervoud te schrijven?
A
+ën
B
je plaatst een trema op de -e en voegt een -n toe

Slide 10 - Quizvraag

Lesdoel
Aan het eind van deze les weet je hoe je de meervoudsvormen van zelfstandige naamwoorden moet schrijven die eindigen op een -s of 's.

Slide 11 - Tekstslide

meervouden die eindigen op -s

Naast meervoudsvormen die eindigen op -en, heb je ook meervoudsvormen die eindigen op een -s. 
Waar moet je nu op letten als je een meervoud moet schrijven die op een -s eindigt?

Slide 12 - Tekstslide

meervoud op -s 
Je plakt de -s achter het enkelvoud. 

tafel => tafels   beker => bekers   logé => logés   crèche => crèches



Slide 13 - Tekstslide

meervoud op 's
1.  als je het woord verkeerd zou uitspreken als je de -s aan het enkelvoud zou plakken.
opas => opa's   autos => auto's   taxis => taxi's 

2. als het woord eindigt op een -y met een medeklinker ervoor
lolly's   hobby's   husky's   zloty's 

3. als het enkelvoud een afkorting is
pc's    EK's   wc's   dm's  

Slide 14 - Tekstslide

Waarom schrijven we 'cowboys' met de -s aan het woord vast en niet met 's? Het is toch ook hobby's?

Slide 15 - Open vraag

Waarom schrijven we cafés met de -s eraan vast? Het woord eindigt toch op een klinker? Net zoals bij opa's?

Slide 16 - Open vraag

Ok...en nu... oefenen!

(alles door elkaar)

Slide 17 - Tekstslide

Welk meervoud krijgen de woorden?
-EN
-S
-'S
auto
fiets
jongen
paraplu
oma
etage
moment
bezoeker
dag

Slide 18 - Sleepvraag

Meervoud van handvat
timer
0:20

Slide 19 - Open vraag

Meervoud van wijnvat
timer
0:20

Slide 20 - Open vraag

meervoud van wc?
timer
0:20

Slide 21 - Open vraag

meervoud van radio
timer
0:20

Slide 22 - Open vraag

Meervoud van moskee?
timer
0:20

Slide 23 - Open vraag

Meervoud van mp3?
timer
0:20

Slide 24 - Open vraag

Meervoud van camera?
timer
0:20

Slide 25 - Open vraag

Meervoud van toffee?
timer
0:20

Slide 26 - Open vraag

Meervoud van dokter?
timer
0:20

Slide 27 - Open vraag

Meervoud van menu?
timer
0:20

Slide 28 - Open vraag

meervoud van baby
timer
0:20

Slide 29 - Open vraag

Meervoud van 'studie'?
timer
0:20

Slide 30 - Open vraag

Meervoud van groente?
timer
0:20

Slide 31 - Open vraag

Meervoud van 'pony'?
timer
0:20

Slide 32 - Open vraag

meervoud van display
timer
0:20

Slide 33 - Open vraag

Lesdoel behaald?
(weten wanneer je -s of 's moet schrijven)
😒🙁😐🙂😃

Slide 34 - Poll

Hoe ik aan deze les heb meegedaan.
😒🙁😐🙂😃

Slide 35 - Poll

Aan de slag
Maak in je online methode

De Brug → maken opdr. 2
+
Opdrachten H4 van jouw leerroute

Slide 36 - Tekstslide