SLB Pre-entree Motivatie

Motivatie
SLB

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
SLBMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Motivatie
SLB

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van de les
- Kun je uitleggen wat )intrinsieke en extrinsieke) motivatie is
- Omschrijf je jouw motivatie en heb je opgeschreven hoe jij jezelf kunt motiveren



Slide 2 - Tekstslide

Hoe belangrijk vind jij het om meer te leren over motivatie?
(1 = onbelangrijk, 4 = belangrijk)
1
2
3
4

Slide 3 - Poll

Wat is volgens jou motivatie?

Slide 4 - Woordweb

Motivatie
Waarom doe je wat jij doet. 

Waarom heb jij zin in..... 

Slide 5 - Tekstslide

Motivatie

Slide 6 - Tekstslide

Motivatie:
Mijn motivatie voor schoolwerk is...
A
Goed
B
Matig
C
Slecht

Slide 7 - Quizvraag

Teken deze ster na in 3 minuten

Slide 8 - Tekstslide

Hoe gemotiveerd was je om deze ster na te tekenen?
A
Nee
B
Een beetje
C
Ik vond het wel leuk
D
Ja, ik wil altijd 100% mijn best doen

Slide 9 - Quizvraag

Zou je motivatie anders zijn als je er 5 euro voor kreeg?

Slide 10 - Open vraag

Soorten motivatie
Er zijn twee soorten motivatie:
  • Intrinsiek (binnenuit)
  • Extrinsiek (buitenaf)


Slide 11 - Tekstslide

Extrinsieke motivatie
Bij deze motivatie doe je iets
  • omdat het van iemand anders moet,
  • omdat je een beloning krijg of
  • om een straf te voorkomen.

Slide 12 - Tekstslide

Geef vanuit je eigen situatie twee voorbeelden van extrinsieke motivatie

Slide 13 - Open vraag

Intrinsieke motivatie
De motivatie komt vanuit jezelf

Bij deze soort motivatie doe je iets omdat je vindt dat het zinvol, nuttig of belangrijk is. Of gewoon omdat je het leuk vindt!
 

Slide 14 - Tekstslide

Waarvoor ben jij intrinsiek gemotiveerd? Geef twee voorbeelden

Slide 15 - Open vraag

Intrinsiek
Extrinsiek
Je luistert in de les omdat hij heel graag je diploma wilt halen. 
Je moet van je ouders hoge cijfers halen.
Je neemt altijd je leesboek mee, omdat je er anders wordt uitgestuurd.
Je doet extra je best bij Engels, omdat je later een reis door Amerika wilt maken.
Je doet mee aan een sport omdat je prijzen wilt winnen.

Slide 16 - Sleepvraag

Motivatie hebben is het begin  om aan de slag te gaan met een doel. Voor school of andere dingen..

Slide 17 - Tekstslide

Hoe motiveer jij je voor school?

Slide 18 - Woordweb

Slide 19 - Video

Motivatie bevorderen
1) Studieplek / omgeving
              - (piano)muziek zacht op de achtergrond
              - opgeruimde omgeving
              - snel afgeleid; dus telefoon omgedraaid wegleggen
2) Lijstje maken met alles wat ik moet doen & planning maken per dag
3) Doelen stellen: deze taak wil ik afronden vóór...
4) Beloning bedenken: ik mag één aflevering kijken op Netflix
5) Denk positief: als ik het gedaan heb, heb ik meer rust en kan ik genieten van vrije tijd!
6) Voer taken volgens planning uit en streep af wat je gedaan hebt
7) Kijk terug: wat motiveerde mij bij deze taak?

Slide 20 - Tekstslide

Wat doe jij als iets niet lukt?
A
Als iets niet lukt laat ik het voor wat het is
B
Ik probeer het nog één keer en als het dan niet lukt stop ik
C
Ik mag fouten maken en daar leer ik van. Als het niet te moeilijk is ga ik door
D
Ik ga net zo lang door tot ik mijn doel bereik

Slide 21 - Quizvraag

Fixed Mindset:
Alles wat je kunt is een kwestie van: 

Je kunt het of
je kunt het niet
Growth Mindset:
Je kunt dingen aan leren. 

Je kunt dus ergens beter in worden!
Tekst

Slide 22 - Tekstslide

mindset is extra toevoeging

Slide 23 - Tekstslide

Met 'mindset' bedoelen we:
  • De manier waarop mensen over dingen denken en
  • Hoe ze met dingen omgaan

Fixed mindset (vaste mindset)
Growth mindset (groei mindset)

Slide 24 - Tekstslide

MINDSET SCHOOL
IN PLAATS VAN:
PROBEER DIT EENS:
Ik kan dit niet!
Wat moet ik nog leren?
Ik snap er niks van! 
Wat moet ik doen om het te begrijpen?
Ik geef het op. 
Ik probeer het op een andere manier. 
Dit is te moeilijk voor mij. 
Het kost me moeite om dit te leren.
Ik heb teveel fouten gemaakt. 
Door fouten te maken leer ik. 
Beter dan dit kan ik het niet. 
Ik blijf proberen. 
Dit is goed genoeg. 
Kan het echt niet beter?
Plan A werkt niet. 
Gelukkig heeft het alfabet 26 letters. 
Ik word nooit zo goed als jij. 
Hoe heb je dat voor elkaar gekregen?

Slide 25 - Tekstslide

Ik heb denk ik de volgende mindset:
A
Growth(groei) mindset
B
Allebei de mindsets
C
Fixed (vaste) mindset
D
Geen van beide mindsets

Slide 26 - Quizvraag

Omdenken
Onze gedachten bepalen hoe wij ons voelen en dit beïnvloedt ook ons gedrag. 

Als je wakker wordt met de gedachte: “Ik heb geen zin in stage/ werk”, ga je je meer vermoeid/geïrriteerd voelen en minder goed presteren op stage. 

Wanneer je gaat omdenken, dan maak je van jouw negatieve gedachten/gevoelens iets positiefs.

Slide 27 - Tekstslide

Voorbeeld
Zonder omdenken: 
Ik werk alleen maar met oudere collega’s, dat vind ik helemaal niet gezellig.

 Met omdenken: 
Toch wel prettig dat ik met oudere collega’s werk. Zij hebben meer ervaring dan ik, waardoor ik veel kan leren.

Slide 28 - Tekstslide

Zonder omdenken: ik doe elke dag alleen maar hetzelfde, dat vind ik heel erg saai.

Met omdenken:

Slide 29 - Open vraag

Zonder omdenken: ik moet heel veel alleen doen op stage.

Met omdenken:

Slide 30 - Open vraag

Hoe staat het met jouw motivatie?

  1. Schrijf 2 dingen voor jezelf op waar je op dit moment WEL motivatie voor hebt. 
  2. Schrijf 2 dingen op waar je GEEN motivatie voor hebt.
  3. Schrijf 2 manieren op hoe je wel gemotiveerd kunt worden. Valt dit onder intrinsieke of extrinsieke motivatie?
  4. Tot slot: is er iets wat jij aan je studieplek kunt veranderen?

timer
7:00

Slide 31 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van de les
- kun je uitleggen wat intrinsieke en extrinsieke motivatie is
- kun je uitleggen wat fixed en growth mindset is
- heb je je eigen motivatie in beeld gebracht en opgeschreven hoe jij jezelf kunt motiveren



Slide 32 - Tekstslide

Wat is het belangrijkste wat jij wilt onthouden uit deze les?

Slide 33 - Open vraag