THEO Les: Mimische spieren deel 1

Les  
MIMISCHE SPIEREN deel 1 
Algemene theorie Gezicht
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
SchoonheidsverzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 135 min

Introductie

Eerste les van de module harsen gezicht en lichaam.

Instructies

De student gaat veel zelfstandig de lesstof herhalen.

Onderdelen in deze les

Les  
MIMISCHE SPIEREN deel 1 
Algemene theorie Gezicht

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
Herhalen gezichtszenuwen

Nieuwe lesstof over spieren van het hoofd



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 
Ga naar opdrachten in teams.

Maak de Forms opdracht Herhalen Gezichtszenuwen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • De student kent het verschil tussen mimische spieren en skeletspieren.

  • De student kent de spierbevestigingen: oorsprong, aanhechting, verloop.

  • De student kent de spieren uit de spieren     uit de decolleté, achterhoofd en hals.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Korte uitleg spierstelsel

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden spiervormen

  • Waaiervormige spier  (bv slaapkauwspier)
  • Kringspier  (bv oogkringspier)
  • Platte spier ( bv voorhoofdspier)



Slide 6 - Tekstslide

Waaiervormige spieren
Kenmerken:
  • grote, waaiervormachtige oorsprongsplaats
Voorbeelden:
  • slaapkauwspier
  • grote borstspier
  • Deltaspier
Kringspieren
Kenmerken:
  • liggen kringvormig om een opening
  • zorgen dat de opening kan sluiten en openen door samentrekking of ontspanning
Voorbeelden:
  • oogkringspier
  • mondkringspier
  • anusspieren
Platte spieren
Kenmerken:
  • plaat Spierbuik
  • lange oorsprong en aanhechting
Voorbeelden:
  • voorhoofdspier
  • achterhoofdspier
  • buikspieren
Aangezichtsspieren kun je onderverdelen in:
- skeletspieren 
- mimische spieren

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Skeletspieren van het gezicht
Skeletspieren zitten aan beide kanten goed vast aan botdelen. Hierdoor zijn skeletspieren steviger en sterker dan mimische spieren.

Spieren die spierkracht nodig hebben zijn bijvoorbeeld de spieren om mee te kauwen.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mimische spier
De spier zitten vast aan pezen en de huid. Soms zitten ze geheel vast in de huid.

Zorgen voor de mimiek = gezichtsuitdrukkingen.




Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De mimische spieren
Wanneer de spieren samentrekken, trekken ze de huid mee.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beweging van de spier



Mimische spieren en skeletspieren hebben allemaal een andere verloop, oorsprong en aanhechting. De oorsprong en aanhechting bepalen het verloop van de spier en de werking van de spier.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spierbevestiging
  • Begin van een spier noem je oorsprong.
  • Einde van een spier noem je aanhechting.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beweging spier

Bij het samentrekken van een spier trek je de aanhechting ALTIJD naar de oorsprong.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rimpelvorming
Mimische rimpels: gewoonterimpels
Bijvoorbeeld bij ogen, mond en voorhoofd


Diepere rimpels en plooien
Veroorzaakt door huid- en spierverslapping. Bijvoorbeeld de neuslippenplooi en halsrimpels

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Maak de opdracht 
Vraag 1 t/m 7
 
Mimische spieren deel 1

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spieren deel 1
  • Voorhoofdspier
  • Achterhoofdspier
  • Wenkbrauwrimpelaar
  • Slanke neusspier
  • Oogkringspier
  • Neusspier

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorhoofdspier 
O: Schedelpeesblad
A: Wenkbrauwen en neuswortel
W: Trekt wenkbrauwen omhoog

Veroorzaakt horizontale voorhoofdsrimpels

Is mimische spier


Slide 17 - Tekstslide

Musculus Frontalis
A; aan de huid van wenkbrauwen en neuswortel
Verbazing
Oorsprong:
aan het schedelpeesblad
Aanhechting:
aan de huid bij de wenkbrauwen en neuswortel
Werking:
trekt de wenkbrauwen omhoog
veroorzaakt horizontale voorhoofdsrimpels
Achterhoofdspier
O: Achterhoofdbeen 
A: Schedelpeesblad
W: Trekt schedelpeesblad naar achteren en strijkt rimpels glad

Is skeletspier

Is de tegenhanger van de voorhoofdsspier!!

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wenkbrauwrimpelaar
O: Neusdeel voorhoofdsbeen
A: Huid midden boven wenkbrauwen
W: Trekt wenkbrauwen naar binnen en omlaag

Veroorzaakt verticale voorhoofdsrimpels
Is mimische spier


Slide 19 - Tekstslide

Musculus Corrugator Supercili
Boos kijken
Verticale voorhoofdsrimpels, vooral boven de neus
Oorsprong:
aan het neusdeel van het voorhoofdsbeen
Aanhechting:
aan de huid midden boven de wenkbrauwen
Werking:
trekt de wenkbrauwen naar binnen en omlaag
veroorzaakt verticale voorhoofdsrimpels, vooral boven de neus
Oogkringspier
O: Binnenooghoek
A: Buitenooghoek, wenkbrauwen en wangen
W: Sluit de ogen

Veroorzaakt kraaienpootjes

Is mimische spier



Slide 20 - Tekstslide

Musculus Orbicularis Oculi
Kraaienpootjes door verslapping en intensief gebruik van de oogkringspier.

Slanke neusspier
O: Neusbeentje
A: Tussen en boven wenkbrauwen
W:
- Trekt huid boven neuswortel omlaag.
- Diepe plooi dwars over neuswortel

Is mimische spier

Slide 21 - Tekstslide

Musculus procerus
Doordat hij de huid boven de neuswortel omlaag trekt ontstaat de diepe plooi dwars over de neuswortel.

Neusspier
O: Bovenkaak

A: Neusrug en neusvleugels
W: Verwijden neusgaten en trekt neustop naar beneden

Is mimische spier

Slide 22 - Tekstslide

Musculus Nasalis = (brede) neusspier
O : bovenkaak boven de hoek en de snijtanden

Opdracht
Maak de opdracht 
Vraag 8 t/m 11
 
Mimische spieren deel 1

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kleine jukbeenspier
O: Jukbeen
A: Bovenlip
W: Trekt bovenlip omhoog

Slide 24 - Tekstslide

Musculus zygomaticus minor
W: trekt buitenste gedeelte van de bovenlip omhoog

Grote jukbeenspier
O: Jukbeen

A: Mondhoek
W: Trekt mondhoek naar boven en buiten


Slide 25 - Tekstslide

Musculus zygomaticus major
O: aan het jukbeen, onder de oogkringspier
A: aan de huid van de mondhoeken

Opdracht
Kleur de spieren in,
deel 1


Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zit je er nu bij?

Slide 27 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Volgende les: mimische spieren deel 2. 
Neem weer je kleurpotloden mee!

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies