Formuleren Congruentie/inversie/dubbelop

Nederlands
WELKOM
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
WELKOM

Slide 1 - Tekstslide

FORMULEREN

Goed formuleren voorkomt een hoop onduidelijkheid!

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Verschillende fouten
1. Congruentie
2. Zinsbouw
3. Dubbelop en door elkaar

Slide 4 - Tekstslide

1. Congruentie
Het getal van het onderwerp sluit aan bij het getal van de persoonsvorm.


Ik denk,  wij denken.

Slide 5 - Tekstslide

Congruentiefout
Dit gebeurt vaak: 
1.  wanneer het lastig te bepalen is of het onderwerp enkelvoud of meervoud is.

Een kudde schapen liepen langs de bosrand.
Een kudde schapen liep langs de bosrand.

Maar ook woorden als: media (mv), politie (ev), drugs (mv).

Slide 6 - Tekstslide

Congruentiefout
2. Als het onderwerp en de persoonsvorm (ver) uit elkaar staan

Steek vuurwerk altijd af via de normale vuurwerkregels die op de verpakkingsdoos staat van het vuurwerk.

Slide 7 - Tekstslide

Congruentiefout
3. Als de persoonsvorm in de verleden tijd staat. Je hoort dan niet altijd of de persoonsvorm in de enkelvoudsvorm of meervoudsvorm staat.

*De oplichter keek erg opgelucht toen de rechters hem uiteindelijke strafte met een kleine gevangenisstraf.

Slide 8 - Tekstslide

Congruentiefout
4. In combinatie met verwijswoorden. 

*De politie (vrouwelijk, enkelvoud) zou goede voorlichting moeten krijgen over pesten op sociale media, zodat ze weten hoe ze hiermee om moeten gaan. 

Slide 9 - Tekstslide

EN NU JULLIE!

Slide 10 - Tekstslide

Een groot aantal mensen zijn naar de bijeenkomst gekomen.
A
Goed
B
Fout

Slide 11 - Quizvraag

Dertig procent van de deelnemers hebben de eindstreep niet gehaald.
A
Goed
B
Fout

Slide 12 - Quizvraag

Het is moeilijk om te beoordelen of de media wel betrouwbaar zijn.
A
Goed
B
Fout

Slide 13 - Quizvraag

De oplossing voor deze moeilijke opdrachten zijn moeilijk te vinden.
A
Goed
B
Fout

Slide 14 - Quizvraag

Voor de toets van gisteren had een aantal leerlingen niet geleerd.
A
Goed
B
Fout

Slide 15 - Quizvraag

Het netje ballen was al aan de voetballers gegeven.
A
Goed
B
Fout

Slide 16 - Quizvraag

Er mogen maar één paar schoenen in de hal staan.
A
Goed
B
Fout

Slide 17 - Quizvraag

Dit jaar zijn het aantal veranderingen in de wetgeving wel erg groot.
A
Goed
B
Fout

Slide 18 - Quizvraag

2. ZINSBOUW (inversie)
Een gewone zin heeft de volgorde 
onderwerp – persoonsvorm:
Ik ga vrijdag op excursie. Ik slaap zaterdag uit.

Bij inversie staat een ander zinsdeel dan het onderwerp vooraan in de zin:
Vrijdag ga ik op excursie. Zaterdag slaap ik uit.

Slide 19 - Tekstslide

Fouten komen vaak voor in samengestelde zinnen.

Ik ga vrijd­ag op ex­cur­sie en slaap ik za­ter­d­ag uit.
Ik ga vrijd­ag op ex­cur­sie en ik slaap za­ter­d­ag uit.
Maar ook: Morgen ga ik op excursie en (morgen) ben ik later thuis.
TIP: Gebruik maximaal twee zinnen in een samengestelde zin.

Slide 20 - Tekstslide

EN NU JULLIE...

Slide 21 - Tekstslide

Uw bestelling is vandaag verzonden en kunt u via de track-and-tracecode uw pakket volgen.
A
Goed
B
Fout

Slide 22 - Quizvraag

In Utrecht bekeken we eerst het Spoorwegmuseum en bezochten we vervolgens Museum Speelklok
A
Goed
B
Fout

Slide 23 - Quizvraag

Morgenochtend gaat Dirk Jan roeien en wil hij 's middags naar de golfbaan.
A
Goed
B
Fout

Slide 24 - Quizvraag

Volgens mij dateert die zilveren schaal uit de rococoperiode en is hij wel dertigduizend euro waard.
A
Goed
B
Fout

Slide 25 - Quizvraag

In Amsterdam gingen we 's avonds naar een voorstelling en waren we pas laat weer in Meppel.
A
Goed
B
Fout

Slide 26 - Quizvraag

3. DUBBELOP en DOOR ELKAAR
1. Onjuiste herhaling:
- een voorzetsel of een deel van een verwijswoord wordt ten onrechte twee keer gebruikt

Het in­vul­len van de be­lastingaangifte is iets waarmee veel mensen moeite mee hebben.

Slide 27 - Tekstslide

2. twee woorden betekenen (deels) hetzelfde:
Ook moet je ver­p­licht een reflectievest bij de hand hebben.

3. Iets wordt dubbel ontkend:
Wim heeft na­gelaten het magazijn niet op slot te doen.

Slide 28 - Tekstslide

Hoe zou je de volgende zin verbeteren?
Het invullen van de belastingaangifte is iets waarmee veel mensen moeite mee hebben.

Slide 29 - Open vraag

Hoe zou je de volgende zin verbeteren?
Hoewel we de catalogus reeds weken van tevoren al in huis hadden, konden we geen keuze maken uit het enorme aanbod van artikelen.

Slide 30 - Open vraag

Hoe zou je de volgende zin verbeteren?
Bij de tandarts kreeg je vroeger een gratis cadeautje na de halfjaarlijkse controle.

Slide 31 - Open vraag

Hoe zou je de volgende zin verbeteren?
Het maakt voor mij geen verschil uit of ik veel studeer of weinig: ik haal toch wel voldoendes.

Slide 32 - Open vraag

Hoe zou je de volgende zin verbeteren?
Minister-president Mark Rutte raadt ons af om in de meivakantie geen reis te boeken.

Slide 33 - Open vraag

Slide 34 - Tekstslide