Theorie sportmassage

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
SportmassageMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het doel bij het geven van een sportmassage?

Slide 2 - Open vraag

Geschiedenis: waaruit is de huidige sportmassage voortgekomen?
A
Uit de denkbeelden van de Chinese geneeskunst
B
Uit de Olympische gedachte?
C
Uit de denkbeelden over de medische massage
D
Uit de denkbeelden die Cyriax had.

Slide 3 - Quizvraag

Welke vormen van massage ken je die tegenwoordig worden toegepast?

Slide 4 - Open vraag

Noem 5 vormen/benamingen van massages binnen de welnessbranche.

Slide 5 - Open vraag

Een sporter komt bij je met een spatader op de kuit; dit is een .. voor het geven van een massage
A
absolute contra-indicatie
B
relatieve contra-indicatie
C
indicatie

Slide 6 - Quizvraag

Wat zijn absolute contra-indicaties?
A
koorts, oververmoeidheid, steenpuist
B
oververmoeidheid, zwangerschap, brandwond
C
infectieziekten, steenpuist, plaatselijke breuk
D
koorts, oververmoeidheid, trombose

Slide 7 - Quizvraag

Welke verklaringen van de werking van een massage zijn er?

Slide 8 - Open vraag

Als je de sportmassage wilt verklaren via het zenuwstelsel dan spreek je van..?
A
Reflectorische verklaring
B
Mechanische verklaring
C
Chemische verklaring
D
Psychische verklaring

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het nut van informatie/observatie en palpatie bij aanvang van de massage?
A
vaststellen van doel en intensiteit van de behandeling
B
Om blessures te voorkomen
C
Voor te bereiden op de wedstrijd
D
Geen van de antwoorden is juist.

Slide 10 - Quizvraag

Waarop richt je de palpatie?
A
Spierstijfheid – spiervermoeidheid – verdikkingen
B
Spierstijfheid – verhardingen – verdikkingen
C
Verdikkingen – temperatuur – spiertonus
D
Verhardingen – gewrichten – spierstijfheid

Slide 11 - Quizvraag

Wat hoort niet bij een sederende massage?
A
Schuddingen
B
Tapotementen
C
Fricties
D
Intermitterend drukken

Slide 12 - Quizvraag

Een ontspannen uitgangshouding van de spier die je wilt masseren krijg je door:
A
Origo en insertie naar elkaar toe brengen en geen ondersteuning geven
B
Origo en insertie uit elkaar te brengen en veel ondersteuning geven
C
Origo en insertie uit elkaar te brengen en geen ondersteuning te geven
D
Origo en insertie naar elkaar toe te brengen en ondersteuning te geven

Slide 13 - Quizvraag

Wat pak je vast bij indirecte schuddingen van de kuitmusculatuur?
A
Het deel van de extremiteit (de kuit)
B
Het gewricht dat deel uitmaakt van de kuitmusculatuur
C
De spier of spiergroep (kuitmusculatuur)
D
De gehele extremiteit (been)

Slide 14 - Quizvraag

Wat zie je terug bij de uitvoering van een stimulerende massage?
A
Dwarse handgrepen en met een snel tempo
B
Dwarse handgrepen en met een langzaam tempo
C
Langzaam tempo en kort
D
Langdurig met veel verschillende vormen van effleurages

Slide 15 - Quizvraag

Welk effect heeft het vrijkomen van acetylcholine bij massage in het behandelde gebied:
A
Een vlekkige roodheid
B
Een tijdelijke pijnvermindering
C
Een egale roodheid
D
Een verkramping van de spier

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het gevolg van een stevige massage op een spierscheuring?
A
Kan complicaties geven
B
Geeft verlichting van de klachten
C
Geeft ontspanning van de spieren
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 17 - Quizvraag

Wat is het primaire effect van de werking van een massage?
A
Prikkeling van de parasympaticus
B
Het ontstaan van wrijvingswarmte
C
Het ontstaan van weefselprikkelstoffen
D
Trilling, rek, druk, wrijving

Slide 18 - Quizvraag

Wat wordt er onder Myogelosen verstaan?
A
Bloeduitstortingen in de spier
B
Druk-pijnlijke spierverhardingen
C
Littekenweefsel in de spier
D
Spierscheurtjes

Slide 19 - Quizvraag

Wat is het doel van intermitterend drukken?
A
Ontspannen en desquamatie (schilfering/vervelling van de huid)
B
Stimuleren en palperen
C
Stimuleren en dehydreren
D
Gewennen en ontspanning

Slide 20 - Quizvraag