Les 4 Unidad 8

in deze les
de weg vragen 
pedir direcciones
de weg uitleggen
dar direcciones
voorzetsels
preposiciones
TAREA FINAL
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

in deze les
de weg vragen 
pedir direcciones
de weg uitleggen
dar direcciones
voorzetsels
preposiciones
TAREA FINAL

Slide 1 - Tekstslide

Ejercicios
Pag. 98: Lees de vier teksten:
a) Zoek de juiste routebeschrijving bij elke plattegrond
b) Schrijf in jouw schrift de betekenis van de vet gedrukte woorden
C) Wanneer wordt "Perdone/Perdona gebruikt?
d) Welke teksten worden in u of jij geschreven?
e) Maak de oefening 5e

Slide 2 - Tekstslide

VERBOS IMPORTANTES

hay
estar
tomar
girar
cruzar
tener que

BELANGRIJKE WERKWOORDEN

er is / er zijn
zich bevinden
nemen
afslaan
oversteken
moeten

Slide 3 - Tekstslide

otras palabras

 a la izquierda
a laderecha
todo recto
enfrente de
 al lado de 
al final de
en la esquina

andere woorden

links
rechts
rechtdoor
tegenover
naast
op het einde
op de hoek

Slide 4 - Tekstslide

PREPOSICIONES

al lado de ...
enfrente de ...
lejos de ...
cerca de ...
delante de ...
detrás de  ...
entre ... y ... 
VOORZETSELS

naast ...
tegenover ...
ver van ...
dichtbij ...
vóór ...
achter ...
tussen ... en ... 

Slide 5 - Tekstslide

5

Slide 6 - Video

00:11
Hoe heeft de vrouw gevraagd naar het ziekenhuis?

Slide 7 - Open vraag

00:18
Het ziekenhuis is
A
heel dichtbij
B
dichtbij
C
heel ver weg
D
ver weg

Slide 8 - Quizvraag

00:30
Maak de zin af in het Spaans:
Tienes que a) ...... la primera calle a la b).....

Slide 9 - Open vraag

00:40
ejercicio 6 pag. 100

Slide 10 - Tekstslide

00:40
graag gedaan in het Spaans

Slide 11 - Woordweb

Slide 12 - Video

de weg vragen
A
dar información
B
pedir direcciones
C
dar direcciones
D
pedir los platos

Slide 13 - Quizvraag

Is er een ...?
A
Hay un ...?
B
Dónde está el ...?
C
Dónde están los ...?
D
Hay muchos ...?

Slide 14 - Quizvraag

por aquí
A
hier in de buurt
B
daar ergens
C
gisteren
D
op dit moment

Slide 15 - Quizvraag

Is het ver?
A
Está cerca?
B
Está lejos?
C
Está delante de ...?
D
Está detrás de ...?

Slide 16 - Quizvraag

links
A
izquierda
B
derecha
C
todo recto
D
al lado de ...

Slide 17 - Quizvraag

tiene que seguir todo recto
A
u moet links af slaan
B
u moet stoppen
C
u moet rechtdoor gaan
D
u moet rechts af slaan

Slide 18 - Quizvraag

moeten
A
hay
B
estar
C
tener que
D
tomar

Slide 19 - Quizvraag

tomar la segunda calle a la derecha
A
1ste straat links nemen
B
1ste straat rechts nemen
C
2de straat links nemen
D
2de straat rechts nemen

Slide 20 - Quizvraag

nemen
A
tomar
B
girar
C
cruzar
D
ir

Slide 21 - Quizvraag

girar a la izquierda
A
rechtdoor gaan
B
links af slaan
C
rechts af slaan
D
oversteken

Slide 22 - Quizvraag

draaien, afslaan
A
ir
B
girar
C
tomar
D
cruzar

Slide 23 - Quizvraag

cruzar la calle
A
rechts af slaan
B
de straat oversteken
C
het plein oversteken
D
rechtdoor rijden

Slide 24 - Quizvraag

naast ...
A
enfrente de ...
B
al lado de ...
C
al final de ...
D
en la esquina

Slide 25 - Quizvraag

achter ...
A
delante de ...
B
detrás de ...
C
enfrente de ...
D
al lado de ...

Slide 26 - Quizvraag

Het is vóór ...
A
Está detrás de ...
B
Está cerca de ...
C
Está delante de ...
D
Está lejos de ...

Slide 27 - Quizvraag

Está entre la farmacia y el hospital
A
tussen de kerk en het ziekenhuis
B
tussen de apotheek en het hotel
C
tussen de apotheek en het ziekenhuis
D
tussen de school en het station

Slide 28 - Quizvraag

PEDIR DIRECCIONES

Disculpe.
Perdone.
Oiga.
Dónde está ...?
Para ir a ...?
Está lejos?
DE WEG VRAGEN

Excuseert u mij.
Pardon.
Hoort u eens.
Waar bevindt zich ...?
Om te gaan naar ...?
is het ver?

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Ejercicios
Libro de texto: pag.100n ejercicio 6
a. Corrigieer de onjuiste zinnen en vervolgens vertaal deze zinnen naar het Nederlands

Slide 31 - Tekstslide

Antwoorden

Slide 32 - Open vraag

Slide 33 - Link

Antwoorden

Slide 34 - Open vraag

Onbepaalde voornaamwoorden die we al kennen
"muy" + bijvoeglijk naamwoord
Werkwoord + "mucho" 
"mucho, muchos, mucha, muchas" + zelfstandig naamwoord

Al deze woorden betekenen "heel/veel"

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Als je het zn niet herhaalt, gebruik je voor het mannelijk enkelvoud Ninguno, uno en alguno
Perdona, ¿hay un hotel por aquí?
Mmm, no no hay ninguno

En mi barrio no hay ningún parque
Pues en mi barrio hay uno muy bonito

En mi barrio no hay ningún hospital ¿en tu barrio hay alguno?



Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

noch... noch WB ej. 1      TB ej. 6 B

En mi barrio no hay ni discotecas ni cines

Slide 39 - Tekstslide

Dar direcciones en español Pag. 101 
Perdoná/e ¿Dónde está la parada del metro?  of ¿dónde queda la parada del metro?
El metro está ubicado a la izquierda (bevindt zich) of El metro está a la izquierda.
Maak de oefening op papier 
* ¿cómo llego a..? hoe kom ik naar...
Primera  calle eerst/Segunda calle tweede/ Tercera calle derde.



Slide 40 - Tekstslide

 TAREA FINAL
Maak een dialoog samen met een klasgenoot.  Verwerk het volgende:
Begroet, vraag de weg (vanuit school) naar: 1) Bastion Hotel
2) Jumbo
3) het centrum
Carretera: snelweg
calle: straat

www.google.nl/maps/@51.526304,4.4666359,17z?hl



Slide 41 - Tekstslide

Tu diálogo

Slide 42 - Open vraag