In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
De opbouw van de weg
Les 3 periode 3
Slide 1 - Tekstslide
Het doel van deze les
Wat verstaan wij onder de opbouw van een weg?
Wat valt er onder het weggebied?
Hoe worden wegen gefundeerd?
Welke type verhardingen zijn er?
Wat verstaan wij onder een civieltechnische tekening
Slide 2 - Tekstslide
Waar denk jij aan als wij het hebben over de opbouw van een weg?
timer
1:00
Slide 3 - Woordweb
Wat is sonderen?
Wat gebeurt er bij sonderen?
Een rechthoekig staaf wordt bij het sonderen in de grond gedrukt om de weerstand van de bodem te meten.
Een kegelvormige punt gemonteerd aan een staaf wordt in de bodem gedrukt om de weerstand van de bodem te meten
Slide 4 - Poll
De opbouw van een weg
Dit bestaat uit:
Het weggebied
Het maaiveld
De wegsloot
Het cunet i.c.m. de aardebaan
De verharding
De profielen van een weg
Slide 5 - Tekstslide
Het weggebied
Dit is het natuurlijke terrein welke nodig is voor de aanleg van een weg.
Slide 6 - Tekstslide
Het maaiveld
Dit is het natuurlijke terrein waarin de weg wordt aangelegd.
Slide 7 - Tekstslide
Wat is het maaiveld
Wat verstaan we onder het maaiveld?
A
Dit is het natuurlijk terrein waarin een cunet wordt aangelegd.
B
Dit is het natuurlijk terrein welke nodig is voor de aanleg van een weg.
C
Dit is het natuurlijk terrein waar bovenop het cunet wordt aangelegd.
Slide 8 - Quizvraag
De wegsloot
Deze heeft als functie:
Het opvangen en afvoeren van regenwater.
Het reguleren van het grondwater aan beide zijden van de weg, namelijk het baanlichaam en de naastliggende percelen.
Herstellen van de waterafvoer van de door de weg aanleg doorsneden watergangen.
Het voorkomen dat mensen en vee op de weg komen.
Slide 9 - Tekstslide
De wegsloot voorkomt dat er mensen en dieren op de weg kunnen komen.
Ja
Nee
Slide 10 - Poll
Het cunet
Cunet voor het weglichaam
Dit is de ingraving in het natuurlijk terrein, die t.b.v. het weglichaam is gemaakt, door het verwijderen van ongeschikte grondlagen.
Cunet voor de verharding
Dit is de inkassing in de aardebaan t.b.v. de verharding, eventueel met het inbegrip van het zandbed.
Slide 11 - Tekstslide
De aardebaan
Dit is het weglichaam zonder de verharding, bermaanvulling bekleding
Dit is het geheel van de aardebaan, verharding, bermaanvulling en bekleding.
Het weglichaam
De aardebaan
Slide 12 - Tekstslide
De aardebaan
Dit is het gedeelte van de verharding dat bestemd is voor de afwikkeling van het verkeer.
Dit is het hoogste gedeelte in het dwarsprofiel van de aangebrachte verharding.
De kruin
De verkeersbaan
Slide 13 - Tekstslide
Verharding
De kruin
Het weggebied
Het cunet
Slide 14 - Sleepvraag
De eisen van een aardebaan:
De juiste:
Dikte
Draagvermogen
Dichtheid
Drainerend vermogen
Vorstbestendig
Slide 15 - Tekstslide
De wegberm onderscheiden wij in:
De middenberm: dit is de berm tussen twee rijbanen.
De buitenberm: dit is de berm tussen de wegsloot en de rijbaan.
Slide 16 - Tekstslide
Onderberm
Talud van ophoging
Buitenberm
Slide 17 - Tekstslide
De twee soorten verhardingen
Slide 18 - Tekstslide
De constructie van een weglichaam
Slide 19 - Tekstslide
De asfaltverharding
Slide 20 - Tekstslide
De asfaltverharding
Onderlaag (base)
Tussenlaag (bind)
Toplaag (surf)
Dit is de laag asfalt die direct aangebracht wordt op de fundering. Deze laag vangt de trekspanning op.
De tussenlaag dient als verankering voor de deklaag en moet geleidelijke overgang van de sterke eigenschappen van de fundering naar de sterke deklaag bewerkstelligen.
Deze vangt de krachten op van het verkeer en zorgt ervoor dat de verkeersdeelnemers zich veilig en comfortabel kunnen verplaatsen.
Slide 21 - Tekstslide
Surf
Bind
Base
Tussenlaag
Onderlaag
Deklaag
Slide 22 - Sleepvraag
De betonverharding
Zandbed
Fundering
Beton constructie
Slide 23 - Tekstslide
Funderingsmaterialen kunnen wij onderverdelen in:
Ongebonden materialen:
Gebonden materialen:
Asfaltgranulaat
Menggranulaat
AEC bodemas
Ketelzand E-bodemas
Agrac = asfaltgranulaatcement
Agrec = Asfaltgranulaatcementemulsie
Immobilisatie van afvalstoffen
Slide 24 - Tekstslide
Ongebonden materialen
Asfaltgranulaat:
Menggranulaat:
Bodemas:
Samenstelling: het is een gegranuleerd mengsel steenslag/grind, zand, vulstof en bitumen.
Toepassing: aanleg halfverharde paden en wegen.
Samenstelling: het is een gegranuleerd mengsel steenslag/grind, zand, beton, baksteen, metselmortel, kalkzandsteen en cement.
Toepassing: als halfverharding of fundering bij aanleg en onderhoud van wegen.
Toepassing: E bodemas (ketelzand) wordt toegepast in de grond- wegenbouwkundige werken als funderingsmateriaal of als licht ophoogmateriaal op of in de bodem. Het mag worden toegepast in grondwater en bodembeschermingsgebieden.
Slide 25 - Tekstslide
Gebonden materialen
Agrac:
Immobilisatie afvalstoffen:
Asfaltgranulaatcementstabilisatie.
Samenstelling: Het is een gegranuleerd mengsel van steenslag/grind, zand, vulstof en cement. Cement zorgt voor de binding.
Toepassing: Als zwaarbelaste fundering bij aanleg en onderhoud van wegen.
Hierbij ondergaan afvalstoffen een technologische bewerking, waarbij de fysisiche en/of thermische eigenschappen van die afvalstoffen wordt gewijzigd.
Baggerspecie wat men laat uitdrogen totdat het steekvast is kan door immobilisatie worden toegepast als funderingsmateriaal. Deze afvalstoffen mogen alleen verwerkt worden boven het grondwater niveau.
Slide 26 - Tekstslide
Asfalt en betonwegen vallen onder een open verharding.
Ja
Nee
Slide 27 - Poll
Speciale funderingstechnieken
Wegen kunnen worden aangebracht op hei of boorpalen. Dit wordt toegepast bij minder draagkrachtige bodems.
Slide 28 - Tekstslide
Speciale funderingstechnieken
EPS opbouw van de fundering door piepschuim, dit wordt toegepast bij minder draagkrachtige bodems.
Slide 29 - Tekstslide
Speciale funderingstechnieken
Opbouw van de fundering met wilgentakken, dit wordt toegepast bij minder draagkrachtige bodems.
Slide 30 - Tekstslide
Geotextiel
Geotextiel en Geogrids (geokunstoffen) worden in de weg- en waterbouwkundige constructies toegepast om stabiliteit en duurzaamheid te bevorderen.
Slide 31 - Tekstslide
Civieltechnische tekening
In deze tekening is het ontwerp van de situatie weergegeven. De aannemer kan de maatvoering van deze tekening afhalen. Op deze tekening wordt het lengte- en het dwarsprofiel weergegeven.
Slide 32 - Tekstslide
Civieltechnische tekening
Het lengteprofiel: Dit geeft de opbouw en de afmetingen in lengterichting uit de samenstellende ontwerp elementen van de weg weer.
Het dwarsprofiel: Dit geeft de opbouw en de afmetingen in dwarsrichting uit de samenstellende ontwerp elementen van de weg weer.
Slide 33 - Tekstslide
Het lengteprofiel wordt onderverdeeld in:
De rechtstand: Als de weg recht loopt is dit een ideale situatie voor de voertuigen die er gebruik van maken. Wanneer een weg recht is heb je het meeste zicht, echter het nadeel is dat het eentonig is en dat er polderblindheid kan optreden.
De cirkelbogen en overgangsbogen: Deze zijn nodig om de voertuigen van richting te laten veranderen.
Wij kennen drie soorten bochten:
Flauwe bocht
Scherpe bocht
Bocht met tegenverkanting
Slide 34 - Tekstslide
Een bocht heeft vier kenmerken
Het mogelijk maken van een geleidelijke stuurverdraaiing.
Het gedeeltelijk doen veranderen van de versnelling naar het middelpunt, dit in verband met de middelpuntsvliegende kracht.
Het plaats bieden aan de verkantingsovergang.
Het plaats bieden aan de ontwikkeling van eventuele bochtverbreding.
Slide 35 - Tekstslide
De vier wegprofielen die wij kennen
Tonrond profiel
Dakprofiel met afgeronde kruin
Dakprofiel
Verkanting
Slide 36 - Tekstslide
Taken van de verkanting in een wegdek
Dwarshelling in de boog van een weg, die ten doel heeft het middelpuntsvliegende kracht van het rijdend voertuig te compenseren.
Afvoer van het hemelwater te waarborgen.
De snelheid van de voertuigen in bepaalde gevallen af te remmen. Hier spreken wij over een bocht met tegenverkanting.
Slide 37 - Tekstslide
Slide 38 - Tekstslide
Tonrond profiel
Dakprofiel met afgeronde kruin
Dakprofiel
Verkanting
Slide 39 - Sleepvraag
Deze les samenvattend
Je weet wat wij onder de opbouw van een weg verstaan.
Je weet wat er valt er onder het weggebied.
Je weet hoe wegen worden gefundeerd.
Je weet welke type verhardingen er zijn.
Je weet wat wij verstaan onder een civieltechnische tekening.
Slide 40 - Tekstslide
De opdracht
Ga naar www.dinoloket.nl
Klik op ondergrond gegevens.
Vink bodem- en grondonderzoek en overig onderzoek aan.