Grondverzet uitvoeren - 5. Profileren

Wat is profileren?
A
Het verwerken van gestort materiaal in het gewenste profiel
B
Het laagsgewijs verwerken van gestort materiaal
C
Het vlak maken van bepaald materiaal
D
Het vlakken van het maaiveld
1 / 27
volgende
Slide 1: Quizvraag
VakleerMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Wat is profileren?
A
Het verwerken van gestort materiaal in het gewenste profiel
B
Het laagsgewijs verwerken van gestort materiaal
C
Het vlak maken van bepaald materiaal
D
Het vlakken van het maaiveld

Slide 1 - Quizvraag

Slide 2 - Video

Wie heeft er interesse om zich in de toekomst te richten op het profileren en met wat voor machine

Slide 3 - Open vraag

Verhoudingen in korrelmix
Het gaat te ver om alle bestaande ongebonden materialen te behandelen. Onthoud in elk geval dat hoe groter het tweede getal is, des te groter de maximale korrelafmeting is en des te moeilijker het materiaal te verwerken is.
Een en ander is eenvoudig uit te leggen.
Zuiver zand kun je aanbrengen in een laagdikte van 2 m, in een laag van 0,4 m, maar ook in een laag van 2 cm en in elke andere gewenste laagdikte.
Korrelmix van 0/40 kun je niet in een 2 cm dikke laag aanbrengen. De reden is heel simpel want de grootste korrels zijn 4 cm.
Kun je dit dan in een laag van 4 cm aanbrengen? In theorie wel, maar in praktijk niet. Het laat zich nu eenmaal niet in zo’n laagdikte verwerken.
Een vuistregel is dat een laagdikte minstens tweemaal zo groot moet zijn als de grootste korrelgrens




Verhoudingen in korrelmix (fractie)

Het gaat te ver om alle bestaande ongebonden materialen te behandelen. Onthoud in elk geval dat hoe groter het tweede getal is, des te groter de maximale korrelafmeting is en des te moeilijker het materiaal te verwerken is.
Een en ander is eenvoudig uit te leggen.
Zuiver zand kun je aanbrengen in een laagdikte van 2 m, in een laag van 0,4 m, maar ook in een laag van 2 cm en in elke andere gewenste laagdikte.
Korrelmix van 0/40 kun je niet in een 2 cm dikke laag aanbrengen. De reden is heel simpel want de grootste korrels zijn 4 cm.
Kun je dit dan in een laag van 4 cm aanbrengen? In theorie wel, maar in praktijk niet. Het laat zich nu eenmaal niet in zo’n laagdikte verwerken.
Een vuistregel is dat een laagdikte minstens tweemaal zo groot moet zijn als de grootste korrelgrens




Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Als ik een korrelmix (fractie) heb van 0/60 wat is dan de minimale aan te brengen laagdikte?
A
6 cm
B
0,60 cm
C
12 cm
D
1,2 cm

Slide 6 - Quizvraag

Over de kop laten storten 
Op de afbeelding kun je zien hoe het niet moet. De vracht is hier over de kop gestort. Het grootste deel van de vracht ligt al beneden de hoogte die je moet aanhouden. Dat lijkt makkelijk voor de spreidende machine, maar op deze manier is ook het meeste fijne materiaal op een te laag niveau terechtgekomen. Dat ben je dan kwijt en zo ontstaat ontmenging.

Over de kop laten storten kan wel op een eenvoudig zandstort. Dat is dan makkelijk voor de machinist van de spreidende machine.
Zo moet het niet! Als je de hele vracht van de rand af laat storten, ben je het fijne materiaal kwijt.

Slide 7 - Tekstslide

Vóór de kop laten storten 
Als ontmenging kan optreden zoals in het voorbeeld over grof materiaal, laat je elke vracht een paar meter vóór de kop storten. Daarna ga je grof en fijn materiaal verdelen. Je gebruikt bij dit werk een puinbak of puinriek met tanden.
Dit is correct. Laat elke vracht enkele meters voor de kop storten

Slide 8 - Tekstslide

Ontmenging tijdens het wegschuiven
Ontmenging betekend dat er een scheiding ontstaat tussen grof en fijn materiaal. Dit kan bij transport van het materiaal voorkomen of bij het verwerken bij het materiaal. 
Als je met de Wiellaadschop met de puinriek het materiaal verwerkt blijft het grovere materiaal over en het fijne materiaal verdwijnt door de spijlen van je puinriek. Deze werkt als het ware als een zeef. 
Het grovere materiaal zit nog in de bak als je bij de stortrand komt 

Slide 9 - Tekstslide

Laagdikte
Als je 5 cm te hoog hebt aangehouden, heb je ook een probleem, want het is dan bijna onmogelijk om een dun laagje grof materiaal af te schuiven. Om dergelijke problemen te voorkomen kun je het beste iets onder of gelijk met de gewenste hoogte afwerken. De bovenste laag wordt vaak met een fijnere fractie geprofileerd. 

Slide 10 - Tekstslide

Cunet schuiven met een wiellaadschop
Is op de afbeelding de juiste werkwijze aangegeven voor het schuiven van een cunet met een wiellaadschop, en waarom?

Slide 11 - Tekstslide

Waarvan is de verwerkingstijd van een vracht los gestort materiaal afhankelijk?
A
De dikte van de laag die je moet aanbrengen
B
De breedte van het stort
C
Het vochtgehalte van het materiaal
D
De kleur van het materiaal

Slide 12 - Quizvraag

Verhouding tussen de lagen
In het bestek staat bijvoorbeeld dat de dikte van de zandbaan 1,20 m is. Met behulp van piketten langs het cunet maak je die zandbaan op hoogte. Omdat je nooit 1 maar altijd 2 lagen moet aanbrengen, ligt het voor de hand om te kiezen voor twee lagen van elk 0,6 m.

Toch maak je in de praktijk die verdeling vaak anders omdat cunet bodems in Nederland vaak niet veel draagkracht hebben. Je neemt liever een eerste laag van 0,7 m en een tweede laag van 0,5 m.
Een dunne zandlaag vertoont door het berijden met zware transportmiddelen al snel diepe sporen. De cunet bodem kan op deze manier worden dol gereden. Om dit tegen te gaan kan er onder andere geo-textiel op de cunet bodem worden gelegd.

Slide 13 - Tekstslide

Als je ZONDER geo textiel in het cunet een zand pakket van 1,20m aanbrengt, dan kies je voor een eerste laag van 0,70m en een tweede laag van 0,50m.

Kan je MET geo textiel in het cunet dan kiezen voor een eerste laag van 0,30m en een tweede laag van 0,90m?

Slide 14 - Open vraag

De eerste laag aanbrengen
De tweede laag aanbrengen

Slide 15 - Tekstslide

Geef aan bij elk profiel aan welke zijde je afwatering nodig hebt

Slide 16 - Tekstslide

Constant zijwaarts afschot
Een dak profiel

Slide 17 - Tekstslide

Hoe meer procenten, hoe beter!
Eens, het water kan snel weg
Eens, je hebt zelfs minder kolken nodig
Oneens, het water schiet over de kolken heen
Oneens, dit is gevaarlijk voor de weggebruikers
Oneens, de weggebruikers kunnen harder rijden

Slide 18 - Poll

Overgangsboog
Tussen een rechtstand van een weg en een bocht ligt de overgangsboog. In deze overgangsboog kan het zijwaarts schot van 2% geleidelijk oplopen naar 5% verkanting. Het zijwaarts schot kan ook eerst van 2% afzakken naar 0% en dan naar 5% oplopen. Je ziet dat in de onderstaande tekening. Dit betekent tevens dat er in die overgangsboog ergens een plek is waar de weg in dwarsrichting waterpas ligt.



Slide 19 - Tekstslide

Overgangsboog
De rechtstand van de weg is het stuk A en bestaat uit de dwarsprofielen 1, 2 en 3. Het zijwaarts schot in de rechtstand kan constant zijn, bijvoorbeeld 2%. In profiel 3 begint de overgangsboog B: de buitenkant van de weg gaat iets omhoog, de binnenkant daalt. Er ontstaat een zogenaamde hoge- en lage kant. Het zijwaarts schot van 2% wordt in profiel 4 minder: 1%. In profiel 5 ligt de weg waterpas en daarna wordt de verkanting snel positief tot 5% in de boog C. De boog begint bij profiel 7. In de boog is het zijwaarts schot ook weer constant, net als in de rechtstand. De boog en de rechtstand kun je het gemakkelijkst maken. De overgangsboog is zeer lastig te profileren, vooral als deze vrij kort is en de veranderingen dus over een korte afstand gemaakt moeten worden.

Slide 20 - Tekstslide

Wie heeft er wel eens een talud geprofileerd>
JA
NEE

Slide 21 - Poll

Eerst graaf je de extra aanwezig grond af
Ca. 0.10 m grond moet je overhouden. Duw voor het verwijderen je bak mes op de insteek van het talud

Slide 22 - Tekstslide

Snijdend bak mes of schrapend bak mes
Profileren met een snijdend bakmes heeft de volgende voordelen:

  • Je houdt zicht op het bakmes en je referentie.
  • Het kost minder moeite en dus minder brandstof.
  • De levensduur van het bakmes is langer (en het blijft langer scherp).
  • Profileren en vullen van de bak worden gelijktijdig uitgevoerd, en daarmee bespaar je tijd.
  • Er is minder kans op morsen van grond op het talud.
  • Er is minder kans op wegspoelen van het talud bij zware regen dan wanneer je met een open bak (schrapend bakmes) graaft.

Onder in het talud of voor het opentrekken van de bodem, werk je wel met een schrapend bak mes



Slide 23 - Tekstslide

Waar bestaat de kern van een dijk uit?
A
Klei
B
Teelaarde
C
Zand
D
Veen

Slide 24 - Quizvraag

Selectief ontgraven 
Mengend ontgraven 

Slide 25 - Tekstslide

Kruin afwerken 
De kruin afwerken is een lastige klus, vooral als deze bol moet liggen. Het talud heeft een redelijk steile helling namelijk 1:2. De kruin heeft duidelijk een bolling. Om dit werk te maken heb je als uitzetwerk minstens 5 piketten nodig. 

  • twee op het buitenbeloop: één aan de teen en één aan de bovenkant van het talud
  • twee op het binnenbeloop: één aan de teen en één aan de bovenkant van het talud
  • één midden op de kruin.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video