Opstanden op de plantages: Curaçao - havo, vwo

Opstanden op de plantages: Curaçao
Archiefkast
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisNationaal Archief+3Middelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1-4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Introductie

Dit is een verdiepingsles (II van II) over slavernij en behandelt de opstanden op de plantages. Met behulp van originele bronnen leren de leerlingen meer over de opstand in Curaçao 1795 en hun leiders. Ze leren dat mensen in slavernij zich niet neerlegden bij hun situatie.

Instructies

Beide lessen duren ieder ongeveer 45 minuten.
In deze les II staat de opstand op Curaçao (1795) en de afschaffing van slavernij centraal. Deze les wordt afgesloten met reflecterende opdrachten. 
Indien u de eerste les niet behandeld hebt kunt u slide 3 overslaan. 

In de notities staat achtergrondinformatie over de les.
Lees van tevoren de docentenhandleiding. De leerlingen doen mee via de LessonUp-app. Geef ze inlogcode waarmee zij individueel op de vragen kunnen reageren.

Instructies

Onderdelen in deze les

Opstanden op de plantages: Curaçao
Archiefkast

Slide 1 - Tekstslide

Archiefkast:
Archiefkasten zijn (veelal) lange, inhoudelijke lessen met veel bronmateriaal. Deze lessen bevatten alle noodzakelijke informatie uit de lesmethode en actieve, verwerkende werkvormen. Bij archiefkasten ligt de nadruk op kennisontwikkeling met enige vaardigheidsontwikkeling.

Achtergrond:

Relaas van Tula (7 september 1795). Nationaal Archief.

Afbeelding:
Kaart van Curacao, Gerard van Keulen (20 februari 1775). Nationaal Archief.
Detail bekijken
Vraag/discussie
Extra informatie
Afbeelding vergroten
Klik op afbeelding
Klik op hotspot
Notities
Klik op hotspot
Klik op hotspot

Slide 2 - Tekstslide

Doel van deze slide:
Uitleg van de interactieve elementen.

Zie ook de docentenhandleiding voor uitleg en achtergrondinformatie.
Tijdvak

Slide 3 - Tekstslide

Tijdvak:
Tijd van Pruiken en Revoluties.

Kenmerkende aspecten:
- Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden Trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme.
- Rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen.
Leerdoelen
Je kan uitleggen wat de doelen waren van de vrijheidsstrijders op Curaçao.
Je kan uitleggen hoe de koloniale machthebbers omgingen met de opstand.
Je kan uitleggen hoe de afschaffing van de slavernij tot stand kwam.

Slide 4 - Tekstslide

Voorkennis:
Voor deze les moeten leerlingen beschikken over basiskennis over plantageslavernij, de Trans-Atlantische mensenhandel en de Verlichtingsidealen van de Franse Revolutie.


Opstand op Curaçao
17 augustus 1795
Om Curaçao te kunnen verdedigen is bij de ingang van de haven een fort gebouwd, Fort Amsterdam. In het fort is ook de gevangenis ondergebracht. 
De pijl wijst naar een afbeelding van het fort. 
De opstand start op plantage Knip. 
De pijl (van de windroos)  wijst naar het noorden.
Er staan meerdere windrozen op de kaart.
Op 17 augustus 1795 start een grote opstand op Curaçao. Mensen in slavernij komen in verzet tegen het onmenselijk zware werk en de wrede mishandelingen.
Hun leider is Tula.
De opstand breidt zich snel uit over het hele eiland.

Slide 5 - Tekstslide

Doel van deze slide
Informatie verschaffen over de opstand van 1795.

Bespreek met de leerlingen
de tekst en bekijk de informatie op de kaart. Inzoomen op de kaart is mogelijk.

Achtergrondinformatie
De opstand start als een groep van ongeveer 50 slaafgemaakten op plantage de Knip in verzet komt. Tula heeft samen met anderen de opstand voorbereid. Op suikerplantage Santa Cruz komen mensen in opstand onder leiding van Bastian Carpata. Het verzet groeit uit tot ongeveer 1200 vrijheidsstrijders.
Op weg naar de hoofdstad Willemstad passeert de groep vele plantages. Tijdens de tocht, waar ook bij gevochten wordt, sluiten steeds meer mensen zich aan bij Tula.

Bron:
Kaart van Curacao. Toegang: 4.VEL inv. nr. 590A. Nationaal Archief.
Wij zijn al te zeer mishandelt, wij zoeken niemand kwaad te doen, maar zoeken onze vrijheid. 
Bemiddeling
Verslag van het gesprek tussen Tula en Pater Schinck
transcriptie
7 september 1795
Dit archiefstuk is in slechte staat en aangetast door het klimaat, de tijd, beestjes en gebruik. 
Het n-woord komt veel voor in dit type bronnen. Het woord is bedacht door witte mensen en werd gebruikt om zwarte mensen aan te merken als minder dan mens. Het is racistisch taalgebruik. 
In opdracht van de koloniale overheid bemiddelt een priester tussen de vrijheidsstrijders en het koloniaal bestuur. Hij schrijft op wat Tula zegt:

Slide 6 - Tekstslide

Doel van deze slide
Kennis maken met Tula en zijn woorden.

Achtergrondinformatie
Een katholieke pater, Jacobus Schinck, die al jaren op Curaçao woont en het Papiaments goed beheerst, wordt door de koloniale overheid als onderhandelaar naar Tula gestuurd. Van deze ontmoeting maakt hij een verslag dat hij op 7 september 1795 aan de gouverneur stuurt.

Bron:

Maar:
  • Geen twijfel aan de positie van Filips II.
  • De religieuze problemen worden vooruit geschoven.
Maar:
  • Geen twijfel aan de positie van Filips II.
  • De religieuze problemen worden vooruit geschoven.
Wat is het doel van Tula?
Wij Vrouwen Eisen
A
Tula zoekt wraak.
B
Tula wil niet meer mishandeld worden.
C
Tula wil vrijheid.
D
Tula wil Frans worden.

Slide 7 - Quizvraag

 Doel van deze slide
De leerlingen vullen in wat de belangrijkste reden van Tula is om in opstand te komen.

Opdracht
Het goede antwoord is C, Tula wil vrij zijn.


timer
1:30
Waar verwijst Tula naar als hij spreekt over de Fransen? Wat zegt dit over Tula?

Slide 8 - Open vraag

Doel van deze slide
De leerlingen leggen een relatie met de Bataafse Revolutie en weten dat Tula goed op de hoogte is van mondiale ontwikkelingen.

Opdracht
Dit is een open vraag. De leerlingen hebben 1.30 om de vraag te beantwoorden. U kunt de antwoorden met de leerlingen nabespreken.


De Nederlanders zetten Tula onder druk. Tula krijgt géén straf als hij de opstand stopt en iedereen weer aan het werk gaat. Wat denk je dat hij kiest?
Weer aan het werk en geen straf
Hij zet de opstand voort
Andere keuze

Slide 9 - Poll

Doel van deze slide
De leerlingen verplaatsen zich in Tula en denken na over zijn motivatie.

Opdracht  
De leerlingen kunnen het niet weten, maar alleen vermoeden wat hij kiest. Daarom is deze vraag een ‘poll’. leerlingen kunnen zich bijvoorbeeld afvragen in hoeverre Tula de Nederlanders kan vertrouwen. Zou hij ongestraft kunnen terugkeren naar de plantage? 
zelfs tot den vijfden graad van pijniging over te gaan.
Tula wordt gevangen genomen
transcriptie
19 september 1795
Tula en de andere vrijheidsstrijders worden gevangen genomen en verhoord.

De Nederlanders willen dat Tula bekent dat hij het bestuur van het eiland over wil nemen.

Daarom martelen ze hem. Na de ergste martelingen geeft Tula toe.

Slide 10 - Tekstslide

Doel van deze slide
De leerlingen realiseren zich dat slaafgemaakten die in opstand kwamen heel zwaar werden gestraft.

Achtergrondinformatie
Het verhoor van Tula begint met psychische marteling, oftewel dreigen om tot lichamelijke marteling over te gaan. Daarna wordt de gevangene op een pijnbank gelegd om met behulp van gewichten zijn ledematen uit te rekken. Als dit niet tot een bekentenis leidde, werd dit uitrekken langduriger toegepast. Daarna gingen de ondervragers ertoe over de gevangene te slaan en in het laatste geval ook op allerlei andere manieren te martelen (de vijfde graad van pijniging). Tula heeft deze vreselijke pijnen tijdens zijn verhoren heel erg lang weten te doorstaan.

Bron:
Verhoor van Tula (26 september 1795). Nationaal Archief, toegang 1.05.12.01, inv. nr. 222.

Hoeveel waarde ken je toe aan de schuldbekentenis van Tula en waarom?

Slide 11 - Open vraag

Doel van deze slide
De leerlingen laten nadenken over de waarde van de bekentenis.

Bespreek met de leerlingen
Een schuldbekentenis als gevolg van marteling is erg onbetrouwbaar.
Tijdens de onderhandelingen met Pater Schinck stelt Tula dat de vrijheidsstrijders enkel hun vrijheid willen. Wellicht was Tula's einddoel wel een onafhankelijk Curaçao. Maar dat kan op basis van deze bekentenis niet geconcludeerd worden. 
Tula en andere leiders van de opstand krijgen een gruwelijke doodstraf.

Op 3 oktober 1795 is Tula vermoord. 
Tula wordt vermoord
3 oktober 1795
Tula als de leider van al die moordenaars, plunderaars, brandstichters en als eindverantwoordelijke voor de aangerichte verwoestingen.
Tula die inmiddels ook heeft toegegeven dat hij overal opdracht toe heeft gegeven. Daarom zou ik willen voorstellen om hem op een houten wiel vast te binden en hem dan al zijn botten te breken en zijn gezicht door vuur te laten verschroeien. Daarna zou dan zijn hoofd met een bijl afgehakt moeten worden. Zijn hoofd zou daarna op een wiel of een speciaal daarvoor gemaakte paal geprikt moeten worden. Dat wiel of die paal wordt dan neergezet op een plaats die U edelachtbare heren daarvoor geschikt vinden. 

Slide 12 - Tekstslide

Doel van deze slide
Informatie over de gevolgen voor Tula: de doodstraf.

Bespreek met de leerlingen
De gruwelijke straf van Tula (geschreven als Thoula) is tot in detail beschreven. Dit kan heftige reacties oproepen. U kunt ook vertellen dat de gruwelijke doodstraf expliciet beschreven wordt, zodat de leerlingen dit niet hoeven te lezen.

Mogelijke opdracht:
De doodstraf wordt publiekelijk voltrokken. Waarom? 
Antwoord: om een voorbeeld te stellen en zo te voorkomen dat nogmaals een opstand uitbreekt.

Bron:
Veroordeling van Tula (3 oktober 1795). Toegang 1.05.12.01, inv. nr. 121. Nationaal Archief. 
Nieuw reglement
Na de opstand komen er nieuwe regels.
Plantage-eigenaren moeten beter voor de mensen in slavernij gaan zorgen:

  • Er komen vaste werktijden. 
  • Er moet kleding en eten zijn.
  • Fysieke mishandeling mag nog wel, maar de plantage-eigenaren mogen 'niet onmatig of onreedelijk' straffen.

Wat is denk je het doel van deze nieuwe regels?

Slide 13 - Tekstslide

Doel van deze slide
Wat levert een nieuw reglement op en voor wie?

Antwoord op de vraag:
Het doel is het voorkomen van nieuwe opstanden. Opstanden zijn slecht voor de productie en de handel. 

Bron:
Publicatie Provisionele Representanten van het Volk van Holland (31 januari 1795). Toegang 3.02.01 inv. nr. 1. Nationaal Archief.

Nederlands protest tegen slavernij
7 oktober 1855
'Ondergetekenden, allen ingezetenen van de Gemeente Marum, provincie Groningen, diep doordrongen van het onchristelijke en onmenschelijke der slavernij'
transcriptie
'Ja Sire! Het is de wensch van ons allen, onze vurigste bede: dat Neerlands geliefde Koning eerlang met opgeruimd hart zeggen mag: Wij hebben onder de vele millioenen menschen die wij in onderscheidene werelddelen der aarde regeeren geene slaven meer, alle onze onderdanen zijn vrij.'
transcriptie

Slide 14 - Tekstslide

Doel van deze slide
Leerlingen leren over het protest tegen slavernij in de Nederlandse samenleving. 

Achtergrondinformatie
Deze brief van de Marumse vrouwen verwijst naar de troonrede van de koning waarin hij afschaffing van slavernij heeft aangekondigd. De totstandkoming van de afschaffing duurt echter lang, omdat de financiële compensatie van de eigenaren een struikelblok blijft.

In de 19e eeuw komen langzaam abolitionistische bewegingen op gang. In Engeland haalt een groep vrouwen 400.000 handtekeningen op, wat een bijdrage levert aan de afschaffing van slavernij door Engeland in 1833. 
Ook in Nederland zetten abolitionistische groepen, veelal vrouw, zich in. 

Bron: 
Brief aan Koning Willem III. Toegang 
2.10.02, inv. nr. 465. Nationaal Archief.
Afschaffing slavernij
1 juli 1863
Aan de eigenaren van de slaafgemaakten wordt een vergoeding toegekend
hertaling
De vrijgemaakten staan onder een bijzonder toezicht van de Staat voor 10 jaren.
hertaling
De eigenaren van de plantages ontvangen een vergoeding van 300 gulden voor iedere slaafgemaakte.
Mensen die in slavernij gewerkt hebben, krijgen niets. In Suriname geldt dat zij nog 10 jaar verplicht op de plantage moeten werken.
Nederland schaft in 1814 de handel in slaafgemaakten af.
Pas in 1863 wordt slavernij verboden.

Slide 15 - Tekstslide

Doel van deze slide
Leerlingen leren over de afschaffing van de slavernij. 

Achtergrondinformatie
In 1814 verbiedt Nederland de handel in slaafgemaakten. Het afschaffen van slavernij laat langer op zich wachten. Het parlement wordt het niet eens over de financiële compensatie van de eigenaren. Pas in 1863 wordt de slavernij afgeschaft in de Nederlandse koloniën. De staat compenseert alleen de plantage-eigenaren en niet de slaafgemaakten. Vrijgemaakten zijn na de afschaffing nog steeds niet echt vrij. Zo is het in Suriname nog tien jaar verplicht op de plantage te werken tegen een karig loon. Nederland is een van de laatste landen die de slavernij afschaft.

Bron:
Curaçaose held
Dit monument bevindt zich in Willemstad en is getiteld 'Desenkadená', wat gebroken ketenen betekent. Bij het monument in het Parke Lucha pa Libertat (Park van de Vrijheidsstrijd) wordt jaarlijks op 17 augustus een herdenking georganiseerd.
Dit monument bevindt zich op Plantage de Knip, waar de opstand onder leiding van Tula begon. De vuist staat voor de moed en kracht van de verzetshelden. De gebroken keten staat symbool voor de vrijheidsstrijd. 
Dit schilderij is geschilderd door de Curaçaose schilder Edsel Selberie. De kunstenaar wilde de leider van de opstand met dit portret een gezicht geven. Hij heeft hem weergegeven als dappere, intelligente man met een sterk gevoel voor rechtvaardigheid en tegelijkertijd een zachtmoedig karakter. Uit de archiefstukken ontstaat het beeld dat Tula een "bloeddorstige rebel" was, stelt Selberie. Met dit portret wordt dat rechtgezet.

Slide 16 - Tekstslide

Doel van deze slide
Hoe kun je de herinnering aan iemand die al lang overleden is levend houden?

Bespreek met de leerlingen
Er zijn herinneringsmonumenten en een film over hem gemaakt en er is een boek over hem geschreven. Alles om hem niet te vergeten.
Deze link verwijst naar de trailer van de film Tula the revolt (duur 2 min). De symboliek van het monument: het losmaken van de boeien van mensen in slavernij.

Opdracht
Alles wat we weten van Tula komt uit de rechterlijke archieven, dat betreft nog geen 7 weken van zijn leven.
Hoe zou zijn leven er uitgezien kunnen hebben? Wat voor persoon was hij? Maak een beschrijving van zijn leven voor in je lesboek of een necrologie voor in de krant.

Afbeeldingen:
Monument Willemstad, Curaçao.

 



Wanneer zijn volgens jou de voormalige slaafgemaakten echt vrij?
Bronnen van Onafhankelijkheid, 1576-1581
Bronnen van Onafhankelijkheid, 1576-1581
Leg uit!

Slide 17 - Open vraag

Doel van deze slide
Leerlingen laten nadenken over wanneer iemand echt vrij is.

Bespreek met de leerlingen
In Suriname worden voormalige slaafgemaakten verplicht om nog 10 jaar bij een plantagehouder in dienst te blijven. Pas daarna zijn ze vrij.

Button 1873
Tijdens Keti Koti lopen veel mensen met een zwarte button met '1873' in witte cijfers. Zij verwijzen hiermee naar het jaar waarin voormalig slaafgemaakten in Suriname niet meer verplicht op plantages hoefden te werken. 

Onze Nederlandse slavernijgeschiedenis is een gevoelig onderwerp in onze samenleving. Stelling: het is daarom beter er niet meer over te praten.
Wat vind jij en waarom?
Bronnen van Onafhankelijkheid, 1576-1581
Bronnen van Onafhankelijkheid, 1576-1581
Leg uit!

Slide 18 - Open vraag

Doel van deze slide
Leerlingen laten nadenken over wanneer iemand echt vrij is.

Bespreek met de leerlingen
In Suriname worden voormalige slaafgemaakten verplicht om nog 10 jaar bij een plantagehouder in dienst te blijven. Pas daarna zijn ze vrij.

Button 1873
Tijdens Keti Koti lopen veel mensen met een zwarte button met '1873' in witte cijfers. Zij verwijzen hiermee naar het jaar waarin voormalig slaafgemaakten in Suriname niet meer verplicht op plantages hoefden te werken. 

Bij slavernij is sprake van racisme, uitsluiting en geweld. Er zijn nu andere vormen van slavernij. Ook racisme, uitsluiting en geweld zijn nog actueel.
Wat zou jij kunnen doen om dit tegen te gaan? 
Bronnen van Onafhankelijkheid, 1576-1581
Bronnen van Onafhankelijkheid, 1576-1581
Leg uit!

Slide 19 - Open vraag

Doel van deze slide
Leerlingen laten nadenken over wanneer iemand echt vrij is.

Bespreek met de leerlingen
In Suriname worden voormalige slaafgemaakten verplicht om nog 10 jaar bij een plantagehouder in dienst te blijven. Pas daarna zijn ze vrij.

Button 1873
Tijdens Keti Koti lopen veel mensen met een zwarte button met '1873' in witte cijfers. Zij verwijzen hiermee naar het jaar waarin voormalig slaafgemaakten in Suriname niet meer verplicht op plantages hoefden te werken. 

Bronnen van Onafhankelijkheid, 1576-1581
Bronnen van Onafhankelijkheid, 1576-1581
Noem minstens drie dingen die je geleerd hebt van deze les.
Wat weet je nu?

Slide 20 - Open vraag

Doel van de slide
Controleren leeropbrengst.

Bronnen van Onafhankelijkheid, 1576-1581
Bronnen van Onafhankelijkheid, 1576-1581
Deel 1 ding dat je nog niet goed hebt begrepen.
Nog vragen?

Slide 21 - Open vraag

Doel van de slide
Een laatste gelegenheid om mogelijke pijnpunten te behandelen.