KERN les 78
1 / 13
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Mijn tante heeft lasagne gemaakt.
Wat is de persoonsvorm in deze zin?
Wat is de persoonsvorm in deze zin?
A
mijn tante
B
heeft
C
lasagne
D
gemaakt
Slide 3 - Quizvraag
Benoem het hele werkwoord in de zin:
Habib mag zijn opdracht later inleveren.
Habib mag zijn opdracht later inleveren.
A
mag
B
zijn
C
opdracht
D
inleveren
Slide 4 - Quizvraag
'De jongste dochter heeft op vakantie een pizza gegeten.'
Het voltooid deelwoord in deze zin is:
Het voltooid deelwoord in deze zin is:
A
de jongste dochter
B
heeft
C
gegeten
D
op vakantie
Slide 5 - Quizvraag
Wij gaven de buren een bosje bloemen.
De persoonsvorm is:
De persoonsvorm is:
Slide 6 - Open vraag
Benoem het hele werkwoord in de zin:
De tamme grasparkiet kan uren door de kamer vliegen.
De tamme grasparkiet kan uren door de kamer vliegen.
Slide 7 - Open vraag
Benoem het voltooid deelwoord in de zin:
De meester heeft symmetrie uitgelegd.
De meester heeft symmetrie uitgelegd.
Slide 8 - Open vraag
Slide 9 - Tekstslide
Hoe schrijf je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd?
Slide 10 - Open vraag
Hoe schrijf je de persoonsvorm in de verleden tijd?
Denk aan de sterke en zwakke werkwoorden!
Denk aan de sterke en zwakke werkwoorden!
Slide 11 - Open vraag
Hoe schrijf je het voltooid deelwoord?
