Samengestelde werkwoorden beginnen altijd met een voorvoegsel.
Als de klemtoon op het voorvoegsel ligt kun je het werkwoord uit elkaar trekken.
Bijv. mitnehmen = meenemen
Ich nehme eine Tasche mit.
Je vervoegt het werkwoord, maar voorvoegsel niet !
Slide 7 - Tekstslide
Als de klemtoon van een samengesteld werkwoord niet op het voorvoegsel ligt, dan kun je het niet uit elkaar trekken. Je vervoegt het samengestelde werkwoord.
Bijv. bezahlen = betalen
Ich bezahle immer zu wenig!
Slide 8 - Tekstslide
Deze voorvoegsels krijgen altijd een klemtoon:
an-, auf-, aus-, bei-, mit-, zu-.
Deze voorvoegsels krijgen nooit een klemtoon:
be-, ver-, ge-, ent-
Slide 9 - Tekstslide
Selbstständig arbeiten an den Aufgaben:
15 bis einschließlich 18
Freitag den 11. September die erste Stunde ( = 1e uur)
Hausaufgaben: Aufg. 15 bis einschl. 18 + 20 und 21.