In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Toets thema opslag uitscheiding en bescherming
Slide 1 - Tekstslide
Je ziet iemands huid op twee momenten. Piet doet de volgende uitspraak: De bloedvaten in de huid zijn het wijdst op de tekening rechts. Klopt Piet zijn uitspraak?
A
Ja
B
Nee
Slide 2 - Quizvraag
Klopt de volgende bewering over de afbeelding:
Op het rechterplaatje is de zweetproductie in het lichaam het grootst.
A
Ja
B
Nee
Slide 3 - Quizvraag
Met welk nummer wordt het proces van uitscheiden aangegeven?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 4 - Quizvraag
In de afbeelding ontbreekt een pijl voor het produceren van uitwerpselen. Hoe zou deze pijl moeten wijzen in de afbeelding?
A
inwendig milieu -> inwendig milieu
B
Inwendig milieu -> opslag in organen
C
uitwendig milieu -> uitwending milieu
D
Opslag in organen -> uitwendig milieu
Slide 5 - Quizvraag
Kaj en Indra hadden zich voor hun reizen niet laten vaccineren tegen gele koorts, maar wel tegen hepatitis B.
Welk orgaan wordt aangetast bij een infectie met hepatitis B?
Slide 6 - Open vraag
is je huid een orgaan?
A
ja
B
nee
Slide 7 - Quizvraag
Met welke letter wordt in de afbeelding een talgklier aangegeven? En met welke letter een zweetklier?
A
P en S
B
P en T
C
P en Q
D
S en T
Slide 8 - Quizvraag
Afbeelding 10 toont de romp van een vrouw. Vier gebieden in de romp zijn genummerd. Welk nummer geeft het gebied aan waarin de nieren zich bevinden? Leg je antwoord uit.
Slide 9 - Open vraag
Bij een vrouw is een nierbekken ontstoken. De ontsteking is veroorzaakt door bacteriën die via de urinebuis in haar lichaam zijn gekomen. Vier delen in het lichaam van een vrouw zijn: 1 baarmoeder; 2 eileider; 3 urineblaas; 4 urineleider.
Door welke van deze delen zijn de bacteriën achtereenvolgens gekomen op hun weg van de urinebuis naar het nierbekken?
Slide 10 - Open vraag
In afbeelding 10 zie je de nieren met de urinewegen en de aan- en afvoerende bloedvaten. De pijlen geven de stroomrichting van het bloed aan. Het ureumgehalte wordt gemeten. Op welke plaats zal het ureumgehalte het hoogst zijn?
A
Op plaats 1
B
Op plaats 2
C
Op plaats 3
D
Op plaats 4
Slide 11 - Quizvraag
Een kunstnier is een apparaat dat de werking van de nieren kan overnemen. Patiënten van wie de nieren niet goed werken, moeten regelmatig hun bloed laten schoonmaken door een kunstnier. Drie stoffen in het menselijk lichaam zijn: – galkleurstoffen; – glucose; – ureum. Welk van deze stoffen (of allemaal) moet een kunstnier uit het bloed halen.
Slide 12 - Open vraag
Bij warm weer hijgen honden veel. Honden hebben namelijk geen zweetklieren. Door te hijgen bereiken ze hetzelfde als met zweetklieren.
Waardoor is het voor honden nuttig om bij warm weer veel te hijgen?
A
Daardoor geven honden extra veel koolstofdioxide af.
B
Daardoor krijgen honden meer energie.
C
Daardoor nemen honden extra zuurstof op.
D
Daardoor verdampen honden meer vocht via hun bek.
Slide 13 - Quizvraag
Bob drinkt acht glazen bier en is daardoor dronken. Van de alcohol die uit dat bier wordt opgenomen, verdwijnt 2% onveranderd uit Bobs lichaam. De rest wordt in zijn lichaam afgebroken. Dat duurt een paar uur. 35 Waar in Bobs lichaam wordt de alcohol vooral afgebroken?