Oefen SO voor SE Uitscheiding

Oefen SO voor SE
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Oefen SO voor SE

Slide 1 - Tekstslide

Hier zie je organen uit het menselijk lichaam en bijbehorende functies.
Sleep elk orgaan naar de juiste functie.

Afgifte van warmte
Opslag urine
Opslag van vet
Productie van glycogeen
Uitscheiden van ureum
Huid
Lever
Nieren
Pijpbeenderen
Urineblaas

Slide 2 - Sleepvraag

In de afbeelding zie je iemands huid op twee momenten.
Kies het juiste antwoord:

− De bloedvaten in de huid zijn het wijdst.
Moment 1
Moment 2
A
Moment 1
B
Moment 2

Slide 3 - Quizvraag

In de afbeelding zie je iemands huid op twee momenten.
Kies het juiste antwoord:

− De warmteproductie door het lichaam is het grootst.
Moment 1
Moment 2
A
Moment 1
B
Moment 2

Slide 4 - Quizvraag

In de afbeelding zie je iemands huid op twee momenten.
Kies het juiste antwoord:

− De zweetproductie is het grootst.
Moment 1
Moment 2
A
Moment 1
B
Moment 2

Slide 5 - Quizvraag

In de afbeelding zie je iemands huid op twee momenten.


Wat is de lichaamstemperatuur van deze persoon op moment 2?
Moment 1
Moment 2
A
Lager dan 37 °C.
B
37 °C.
C
Hoger dan 37 °C.

Slide 6 - Quizvraag

De afbeelding gaat over de mens. Je ziet hoe stoffen worden uitgewisseld tussen uitwendig milieu, inwendig milieu en de opslag in organen.

Welke processen horen bij de genummerde pijlen?
reserves aanvullen
reserves opnemen
uitscheiden
voedsel opnemen

Slide 7 - Sleepvraag

In de afbeelding ontbreekt een pijl voor het produceren van uitwerpselen.

Hoe zou deze pijl in de afbeelding moeten wijzen?

A
inwendig milieu → uitwendig milieu
B
opslag in organen → uitwendig milieu
C
uitwendig milieu → inwendig milieu
D
uitwendig milieu → uitwendig milieu

Slide 8 - Quizvraag

Eiwitten worden niet in het menselijk lichaam opgeslagen als reservestof.

Welk orgaan breekt eiwitten af die het lichaam niet nodig heeft?

A
De lever.
B
De nier.
C
Het darmkanaal.

Slide 9 - Quizvraag

Welke stof ontstaat bij die afbraak?

A
Fibrinogeen.
B
Glycogeen.
C
Ureum.
D
Urine.

Slide 10 - Quizvraag

Lees de tekst
In de urinewegen kunnen zich blaasstenen of nierstenen bevinden. Binnengedrongen bacteriën kunnen zich in zo’n steen nestelen. Zulke bacteriën zijn moeilijk te bestrijden en kunnen de oorzaak zijn van een steeds terugkerende blaasontsteking.
Blaasstenen zijn vaak ontstaan als nierstenen in het nierbekken. Zo’n niersteen is dan met de urine in de blaas terechtgekomen.

Slide 11 - Tekstslide

In de afbeelding zie je urinewegen op een röntgenfoto.

Welke letter geeft het nierbekken aan?
A
Letter P.
B
Letter Q.
C
Letter R.
D
Letter S.

Slide 12 - Quizvraag

Tijdens de Nijmeegse Wandelvierdaagse legt elke deelnemer dagelijks grote afstanden af. Soms valt de vierdaagse samen met een hittegolf. Op een dag werd het daarbij 34 °C in de schaduw. Op deze dag werden bijna driehonderd wandelaars onwel.
Veel van de onwel geworden wandelaars hadden een gebrek aan zout. Op de warme dag zweetten de wandelaars meer dan normaal.
Leg uit waardoor het zoutgebrek van veel deelnemers werd veroorzaakt.


Slide 13 - Open vraag

Ook op een warme dag heeft het vet in het onderhuids bindweefsel een warmte-isolerende werking.
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Met welke letter wordt in de afbeelding een talgklier aangegeven?
En met welke letter wordt een zweetklier aangegeven?

Slide 15 - Open vraag

In de afbeelding zie je de nieren met de urinewegen en de aan- en afvoerende bloedvaten. De pijlen geven de stroomrichting van het bloed aan.

Op de genummerde plaatsen wordt tegelijkertijd het ureumgehalte van de daar aanwezige vloeistof gemeten.
-> Op welke plaats is het ureumgehalte het hoogst?

A
Op plaats 1.
B
Op plaats 2.
C
Op plaats 3.
D
Op plaats 4.

Slide 16 - Quizvraag

Een kunstnier is een apparaat dat de werking van de nieren overneemt. Patiënten van wie de nieren slecht werken, laten regelmatig hun bloed schoonmaken door een kunstnier.
Drie stoffen in het menselijk lichaam zijn:
– galkleurstoffen; – glucose; – ureum.
-> Welke stoffen moet een kunstnier uit het bloed verwijderen?

Slide 17 - Open vraag

Bob drinkt acht glazen bier en is daardoor dronken. Van de alcohol die uit dat bier wordt opgenomen, verdwijnt 2% onveranderd uit Bobs lichaam. De rest wordt in zijn lichaam afgebroken. Dat duurt een paar uur.
-> Welk orgaan maakt alcohol onwerkzaam?

Slide 18 - Open vraag