De lezer overtuigen

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Vandaag:

- Herhaling h. 24 Formeel en informeel

- H. 25 De lezer overtuigen

Formeel:

- zakelijk

- officieel

- er zijn regels

Informeel:

- persoonlijk

- losser, minder regels

Regels formeel taalgebruik:

- schrijf woorden helemaal uit.

- schrijf beleefd, niet schelden, geen grof taalgebruik

- goede spelling en de juiste leestekens

- u-vorm

- begin met Beste....., (of zelfs Geachte......,)

- sluit af met Met vriendelijke groet, 

Lees de tekst van diegene naast je. 

Welke kenmerken van formeel taalgebruik herken je? 

H. 25 De lezer overtuigen

Je leert hoe je in een betogende tekst de lezer overtuigt van jouw standpunt met argumenten. 

Betoog: tekst die gaat over het standpunt van de schrijver.

Standpunt: mening

Argument: waarom je iets vindt. 

Dat de maximum snelheid op de snelweg is verlaagd is goed. Het is beter voor het milieu.

1. argument - standpunt
2. standpunt - argument

Het gaat straks regenen, ik zou maar een paraplu meenemen.

1. argument - standpunt
2. standpunt - argument

Drugs moeten helemaal gelegaliseerd worden. Dan daalt de criminaliteit.

1. argument - standpunt
2. standpunt - argument

Roken zou in Nederland helemaal verboden moeten worden.

1. informatieve tekst
2. betoog

Gisteren was er een grote kettingbotsing op de A1

1. informatieve tekst
2. betoog

PSV speelde voor de zesde keer op rij gelijk in een thuiswedstrijd.

1. informatieve tekst
2. betoog

Kom op 27 mei naar de rommelmarkt!

1. informatieve tekst
2. betoog

Maak opdracht 2 t/m 4 (blz. 103). 

Overleg alleen fluisterend met diegene naast je. 

Schrijf een formele mail naar mij via Magister. 

Situatie: je hebt je huiswerk niet gemaakt. 

- Jouw standpunt: je wil niet op 'huiswerk vergeten' staan. 

- Geef drie argumenten.

- let op de regels van een formele mail. 

Stuur de mail uiterlijk dinsdag.