9C. 7 okt: tekst bespreken

Op tafel:
  • laptop
  • map
  • pen
  • Oefenboek
Welkom havo 3
  • Jas uit en over je stoel. 
  • Tas van tafel.
  • Oortjes en telefoon in je tas. 
Niet starten met NUMO
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 1 min

Onderdelen in deze les

Op tafel:
  • laptop
  • map
  • pen
  • Oefenboek
Welkom havo 3
  • Jas uit en over je stoel. 
  • Tas van tafel.
  • Oortjes en telefoon in je tas. 
Niet starten met NUMO

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag maandag 7 oktober: 
  • Aan de slag met de tekst
  • Taalverzorging
  • Numo

Slide 2 - Tekstslide

Pak je huiswerk en de tekst erbij
Eerst de antwoorden bespreken, dan aan de slag. 

Slide 3 - Tekstslide

7a. Wat voor soort tekst verwacht je op basis van de titel? 
  • Volgens de titel van je als lezer iets leren, dus het lijkt te gaan om een informerende tekst.
7b. Wat is het onderwerp van de tekst?
  • anderen overtuigen

Slide 4 - Tekstslide

10. Welk overtuigingsmiddel werkt volgens de tekst het best? Leg uit. Ethos, logos of pathos?
  • Pathos werkt het best, want: 
  • volgens de tekst is: inspelen op de emoties van mensen een manier om hen te overtuigen. 
  • Ethos niet, want: het heeft niet te maken met eerlijk en betrouwbaar overkomen als spreker.
  • Logos niet, want: het heeft niet te maken met argumenten en redeneren.  

Slide 5 - Tekstslide

Kijk je eigen antwoorden na, antwoorden van 12 komen later.

Slide 6 - Tekstslide

Aan de slag met opdracht 9

Slide 7 - Tekstslide

timer
4:00
  • Maak opdracht 9a en:
  • Welke manier van aandacht trekken wordt gebruikt in de inleiding? 

Slide 8 - Tekstslide

9a. 
  • inleiding: alinea 1
Welke manier van aandacht trekken? 
  • voordeel voor de lezer > manieren om het gedrag te veranderen.
  • middenstuk: alinea 2
  • slot: alinea 6

Slide 9 - Tekstslide

timer
2:00
  • Maak opdracht 9b: 

Slide 10 - Tekstslide

9b. Waarom lukt het volgens alinea 1 vaak niet om een ander ergens van te overtuigen?

  • Veel van onze instincten om anderen te beïnvloeden sluiten niet aan op de manier waarop de geest en het brein werken (alinea 2).

Slide 11 - Tekstslide

timer
2:00
  • Maak opdracht 9c: 

Slide 12 - Tekstslide

9c. Welke twee synoniemen voor hersenen worden gebruikt in alinea 2?
  • c. het brein
  • die kronkelige massa

Slide 13 - Tekstslide

9c. Welke twee synoniemen voor hersenen worden gebruikt in alinea 2?
  • het brein
  • die kronkelige massa

Slide 14 - Tekstslide

timer
4:00
  • Maak opdracht 9d en 9e: 

Slide 15 - Tekstslide

9d. Welke twee manieren van overtuigen werken volgens alinea 3 en 4 niet?
  • 1. het oproepen van angst (alinea 3)
  • 2. het focussen op bewijs niet (alinea 4)
9e. Welke twee manieren van overtuigen werken wel? >>
beide alinea 5.
  • 1. Inspelen op emoties in plaats van op feiten werkt wel (hier blijkt het pathos ook uit)
  • 2. Ook het benadrukken van de positieve kanten van iets in plaats van de angst ervoor proberen weg te nemen werkt wel.

Slide 16 - Tekstslide

In opdracht 12 maak je een schematische samenvatting. Hierbij helpen opdrachten 9d en 9e heel erg! Pak je huiswerk erbij:

Nakijkmodel:


Slide 17 - Tekstslide

12. schematische samenvatting

Anderen overtuigen
Waarom? 
> Aanleiding: inentingen (bijzaak, maar hoop voorbeelden)
> Aanleiding: boek geschreven door Tali Sharot
Hoe wel: 
1. Inspelen op emoties
2. Benadruk de positieve kanten van iets
Hoe niet: 
1. Door angst op te roepen
2. Door te focussen op bewijzen en cijfers


Slide 18 - Tekstslide