3. oefenopgaven tijdvak 3 voortgangstoets

Oefenopgaven TIJDVAK 3 - voortgangstoets geschiedenis
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
geschiedenis (pabo)HBOStudiejaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Oefenopgaven TIJDVAK 3 - voortgangstoets geschiedenis

Slide 1 - Tekstslide

1. Het derde tijdvak draagt de titel ‘tijd van …. en .…’.

Type de juiste begrippen in (zonder woordje 'en').

Slide 2 - Open vraag

2. Bekijk het pictogram van het tijdvak.

De afbeelding in de achtergrond (achter het witte icoontje) stelt een
A
stukje van een tempel voor
B
stukje van een kathedraal voor
C
stukje van een klooster voor
D
stukje van een kasteel voor

Slide 3 - Quizvraag


3. Over welke periode gaat dit tijdvak?
A
3000 v. Chr.-500 na Chr.
B
500-1000
C
1500-1600
D
1000-1500

Slide 4 - Quizvraag

4. Naast de tijdvakken bestaat er ook een traditionele indeling van de geschiedenis.

Over welke traditionele periode gaat dit tijdvak?
A
Late Middeleeuwen
B
Oudheid
C
Vroege Middeleeuwen
D
Prehistorie

Slide 5 - Quizvraag

5. Hoelang geleden werd Karel de Grote
tot keizer gekroond?
A
±1220 jaar geleden
B
±1800 jaar geleden
C
±1000 jaar geleden
D
±1420 jaar geleden

Slide 6 - Quizvraag


6. Bij welke begrip uit de tijdvaknaam hoort deze afbeelding?
A
monniken
B
ridders

Slide 7 - Quizvraag

7. Zet de namen op de juiste plek.
Dit systeem noem je het:
Leenheer
Leenstelsel
Leenman/ Vazal
Achterleenman/ Achtervazal

Slide 8 - Sleepvraag

8. Zet de namen op de juiste plek.
leenstelsel (feodale stelsel)
hofstelsel
horigen
domein
economie
politiek 
leenheer
trouw / macht
zelfvoorzienend

Slide 9 - Sleepvraag

9. Welk woord hoort NIET in dit rijtje thuis:

Noormannen - geestelijkheid - adel - boeren
A
Noormannen
B
geestelijkheid
C
adel
D
boeren

Slide 10 - Quizvraag

10. Sleep naar de juiste plaats:  
- Frankische Rijk
- Arabische Rijk
- Oost-Romeinse Rijk
Frankische Rijk
Arabische Rijk
Oost-Romeinse Rijk

Slide 11 - Sleepvraag


11. Welke kenmerkend aspect (1x) hoort NIET bij de tijd van monniken en ridders? Sleep deze naar het rode vlak.
NIET
I - Het ontstaan en de verspreiding van de islam.
Ii - De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid.
III - De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving.
IV -Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur.
V - De verspreiding van het christendom in heel Europa.

Slide 12 - Sleepvraag

12. Welke canonvensters (2x) horen bij dit tijdvak? Sleep deze naar het tijdvakicoon.
Karel de Grote
Erasmus
Hebban olla Vogala
De Limes
Maria van Bourgondië
Willibrord

Slide 13 - Sleepvraag


13. Plaats de ontwikkelingen in
de juiste chronologische
volgorde.
Begin bij wat eerst gebeurde.



1-Karel de Grote tot keizer gekroond
2-De eerste stad bekeerd tot de islam
3-Invallen van de Vikingen
4-Grote Volksverhuizingen

A
3, 2, 4, 1
B
4, 2, 3, 1
C
2, 4, 3, 1
D
4, 2, 1, 3

Slide 14 - Quizvraag

14. Is de uitspraak juist of onjuist?

'Clovis was een missionaris.'
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quizvraag

15. Welk begrip hoort bij welke betekenis?
Betekenis
Begrip
Groot gebouw met vaak veel land eromheen. Er wonen en werken monniken en nonnen.
Manier van besturen waarbij de koning het dagelijks bestuur overliet aan zijn leenmannen.
Soldaat van de koning.
Drie groepen in de samenleving in de vroege Middeleeuwen
Godsdienst van de mensen die de leer van Mohammed volgen.
Godsdienst van de mensen die de leer van Jezus volgen.

leenstelsel
klooster
ridder
standen
islam
christendom

Slide 16 - Sleepvraag