H1: 1.5 / - 4M *Aanpassen* IVM ZIEKTE NIET GEGEVEN

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo g, t, mavo
• Leerjaar 4

      Mobiele telefoon in de zak voor in de klas! 

Hoofdstuk 1 Statistiek en Kans

• Lesdoel bekijken m.b.v. het leerdoelenformulier
• Huiswerkcontrole
• Terugblik: 1.1 t/m 1.3
  
• Theorie: 1.4 
• Zs/Zf 
• Afsluiting

lesdoel

Je hebt de leerdoelen van 1.4 behaald, of

weet wat je nog moet doen om deze te behalen.

Huiswerk controle

Het huiswerk was:

Maken: 1.3: opg. 36 t/m 48

Welke opgave(n) moeten we bespreken?

Terugblik: 1.1 t/m 1.3

• Wat is een graaf?
• Hoe noemen we een graaf met getallen en pijlen?
• Hoe noemen we dit soort graaf?
• Hoeveel mogelijke combinaties zijn er?
  
• In een competitie met 8 teams wordt een knock-outsysteem gebruikt.  
  Hoeveel wedstrijden worden er gespeeld? 
• In een competitie met 25 teams wordt een hele competitie gespeeld.  
  Hoeveel wedstrijden worden er gespeeld? 
• En als deze competitie een halve competitie is?

Terugblik: 1.1 t/m 1.3

We bespreken opg. 48.

1.4: Diagrammen tekenen

Bij het tekenen van diagrammen kun je zelf de indeling van de assen bepalen.

• Bepaal de verdeling van de getallen op de assen (stapgrootte). De informatie haal je uit de gegevens.
• Je wilt de assen niet langer maken dan 10 cm, daar pas je de stappen op de assen bij aan.
• Gebruik zo nodig een scheurlijn.
• 
  

1.3: Kans

En nu gaan we het exact berekenen met de formule: 

kans = aantal keren voorkomen / totaal aantal mogelijkheden

• Je gooit een 4 met 1 dobbelsteen? 
• Er zijn 6 mogelijkheden in totaal om te gooien. 
  1 van deze mogelijkheden is goed, een 4. 
  Dus er is 1/6 kans.
  
• Hoeveel procent is dit?
• Je kunt ook 100 / 6 = ca. 16,7%
• Kansen kun je opschrijven als breuk of als procent. 
  

1.3: Kans

En als we gooien met 2 dobbelstenen. Hoeveel is dan de kans op een 4?

Formule: kans = aantal keren voorkomen / totaal aantal mogelijkheden

• De volgende opties zijn mogelijk: 2-2, 1-3, 1-3. Dus het komt 3 keer voor.
• Hoeveel mogelijkheden zijn er in totaal?
  Eerste dobbelsteen heeft 6 mogelijkheden, tweede ook. 
  Dus er zijn 6 x 6 = 36 mogelijkheden.
  
• kans = 3 / 36 = 1 / 12. 
• In percentage is dit 100 / 12 = 8,33333 % dus ca. 8,3 %
• Het volgende diagram kan makkelijker zijn, het is overzichtelijker.
  

1.3: Kans

Hoeveel kans is er dat iemand:

• een groene broek aan heeft, èn
• een rood of wit shirt, èn
• geen groene en zwarte sokken.
  
  
• kans = aantal keren voorkomen / totaal aantal mogelijkheden.
• totaal aantal mogelijkheden = 3 x 3 x 4 = 36.
• aantal keren voorkomen = 1 x 2 x 2 = 4.
• kans = 4 / 36 = 1 / 9 . In percentage = 100 / 9 = ca. 11,1 %
  

Huiswerk

Maken:

1.3: opg. 36 t/m 48

Dobbelsteen voor opg. 37 kun je bij me ophalen.

Tip:

Hieronder een aantal filmpjes met uitleg.

Zs

Zf

Zf

Huiswerk bespreken

Extra uitleg

Lesdoel behaald?

Je hebt de leerdoelen van 1.3 behaald, of  

weet wat je nog moet doen om deze te behalen.

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet goed begrepen hebt.