Thema 6 Dictee 3 oefenen
1 / 24
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Als je geen kind meer bent, dan ben je
.....
.....
Slide 2 - Open vraag
Wat is goed?
A
tradietioneel
B
traditieoneel
C
tradisioneel
D
traditioneel
Slide 3 - Quizvraag
Luister en typ het woord
Slide 4 - Open vraag
Wat is goed?
A
teidelijk
B
tijdeleik
C
tijdelijk
D
teideleik
Slide 5 - Quizvraag
Luister en typ het woord
Slide 6 - Open vraag
Een ander woord voor "kussen".
A
verkering hebben
B
versieren
C
de liefde
D
zoenen
Slide 7 - Quizvraag
Wat is dit?
A
zenuwachtig
B
spontaan
C
twijfelen
D
vertrouwen
Slide 8 - Quizvraag
Wat is goed?
A
vertrauwen
B
vertrouwen
C
vertrouwun
D
vertrauwun
Slide 9 - Quizvraag
De jongen en het meisje hebben ...
Slide 10 - Open vraag
Luister en typ het woord
Slide 11 - Open vraag
Als je geen verkering meer wilt, dan moet je het ...
A
twijfelen
B
versieren
C
verwachten
D
uitmaken
Slide 12 - Quizvraag
Luister en typ het woord
Slide 13 - Open vraag
Als iets heel erg is, dan is het ...
A
vreselijk
B
zenuwachtig
C
tijdelijk
D
urenlang
Slide 14 - Quizvraag
Luister en typ het woord
Slide 15 - Open vraag
Als je heel goed uitkijkt, dan ben je ...
A
vreselijk
B
voorzichtig
C
spontaan
D
volwassen
Slide 16 - Quizvraag
Maak een zin met "versieren".
Slide 17 - Open vraag
Wat is goed?
A
verwagten
B
verwachtun
C
verwachten
D
verwagtun
Slide 18 - Quizvraag
Typ zonder fouten:
Deze man van 21 jaar is volwassen.
Deze man van 21 jaar is volwassen.
Slide 19 - Open vraag
Typ zonder fouten:
De jongen en het meisje hebben verkering.
De jongen en het meisje hebben verkering.
Slide 20 - Open vraag
Typ zonder fouten:
Je kunt Paul echt niet vertrouwen.
Je kunt Paul echt niet vertrouwen.
Slide 21 - Open vraag
Typ zonder fouten:
Deze vrouw gebruikt haar verstand niet.
Deze vrouw gebruikt haar verstand niet.
Slide 22 - Open vraag
Typ zonder fouten:
Wat verwachten jullie van mij?
Wat verwachten jullie van mij?
Slide 23 - Open vraag
Wat vond je van deze les?
A
leuk
B
niet leuk
