NK K5 Aussprache 29-34

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Was werden wir  heute machen ?

uitspraak ich- und ach-Laut

Zungenbrecher

hören

üben

Was habt ihr schon gemacht?

Possesivpronomen

die Possesivpronomen (= de bezittelijke voornaamwoorden)

Nederlands	Duits: M of O	Duits: V of MV
mijn	mein	meine
jouw	dein	deine
zijn	sein	seine
haar	ihr	ihre
ons/onze	unser	unsere
jullie	euer	eure
hun	ihr	ihre
uw	Ihr	Ihre

Sleep het Duitse persoonlijk voornaamwoord naar het Nederlandse persoonlijk voornaamwoord in de 3E nv.

mij

jou

hem

jullie

haar

ons

het

hen

u

mir

uns

ihm

ihm

ihr

dir

euch

ihnen

Ihnen

Lernziel für heute

. Ik kan de "ch" in het Duits uitspreken (ich-/ ach-Laut)

. Ik kan een gesprek in het Dits volgen en hier opdrachten over maken

29 Aussprache

Besprechung

Was ist euch aufgefallen?

Welk verschil hoor je tussen de volgende 2 rijen

2

weich

nicht

möchten

Pech

Mädchen

Küche

Chemie

lächeln

1

lachen

Buch

Nacht

Loch

suchen

kochen

machen

Kuchen

Verschil ich-/ach Laut

Na a, o, u of au ->  harde G (acht, Arbeitsbuch) 

Na alle andere klinkers en medeklinkers -> zachte G (ich, mich) 

Ich-Laut

Ach-Laut

Aufgabe 33

Die Sprachmittel: Im Restaurant

Notiere die richtige Antworten in dein Buch/Heft

Zungenbrecher

Zungenbrecher

lied

Zungenbrecher

Was hast du gelernt?

üben zu zweit:

Seite 158

Aufgabe 34

Hausaufgaben für nächstes mal

Sprachmittel blz 158/170 leren

maken opdracht 40 

Geef aan de hand van de emoji's aan, hoe moeilijk of makkelijk je de uitspraak vindt.

😒🙁😐🙂😃