In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
Planning voor de les:
4 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor.
5 minuten: voorkennis testen
1 minuut: leerdoelen en huiswerk
15 minuten: uitleg
15 minuten: aan het werk!
10 minuten: pauze
35 minuten: aan het werk!
5 minuten: leerdoelen testen
Slide 1 - Tekstslide
Hypotheeklening
A
vaste activa
B
vreemd vermogen kort
C
eigen vermogen
D
vreemd vermogen lang
Slide 2 - Quizvraag
Bank
A
vlottende activa
B
vreemd vermogen kort
C
liquide middelen
D
vreemd vermogen lang
Slide 3 - Quizvraag
Bank rekening courant
A
vaste activa
B
vreemd vermogen kort
C
liquide middelen
D
vreemd vermogen lang
Slide 4 - Quizvraag
Vorderingen
A
vaste activa
B
Vlottende activa
C
liquide middelen
D
vreemd vermogen lang
Slide 5 - Quizvraag
Bedrijfspand
Machines
Inventaris
Transport
Computers
Voorraad
Debiteuren
Overige vorderingen
Liquide middelen
Eigen vermogen
Hypo lening
Banklening looptijd 2 jaar
Rekening courant
Crediteuren
Overige kortlopende schulden
Slide 6 - Sleepvraag
Leerdoelen:
- Je begrijpt wat liquiditeit is
- Je kan de current ratio uitrekenen.
- Je kan de quick ratio uitrekenen.
- Je kan het nettowerkkapitaal uitrekenen.
HUISWERK: Opdracht 5 t/m 9 van liquiditeit en cashflow.
Slide 7 - Tekstslide
Wat is liquiditeit?
Een ondernemer is liquide als hij aan zijn kortlopende betalingsverplichtingen kan voldoen. Bedrijven moeten aan de volgende (maandelijkse) verplichtingen voldoen:
het betalen van; de huur, de lonen,
het betalen van de verschuldigde BTW en loonbelasting,
de rente en aflossing
de kosten van de bedrijfsauto
de rekeningen aan de crediteuren.
Slide 8 - Tekstslide
De 3 liquiditeitskengetallen
De volgende kengetallen worden in bedrijven en door banken gebruikt om de betalingskracht van een bedrijf te meten.
Slide 9 - Tekstslide
Current ratio
De current ratio is de verhouding tussen de vlottende activa en de kortlopende schulden.
Slide 10 - Tekstslide
Opdracht
Bereken de current ratio
Slide 11 - Tekstslide
Bereken de current ratio
Slide 12 - Open vraag
Uitwerking
Slide 13 - Tekstslide
Voldoet dit aan de norm?
A
Ja
B
Nee
Slide 14 - Quizvraag
Quick ratio
De quick ratio is de verhouding tussen de vlottende activa en de kortlopende schulden van een bedrijf, waarbij de voorraden buiten beschouwing blijven. Het gaat dus om de vlottende activa, maar dan zonder de voorraden.
Slide 15 - Tekstslide
Opdracht
Bereken de quick ratio
Slide 16 - Tekstslide
Bereken de quick ratio
Slide 17 - Open vraag
Uitwerking
Slide 18 - Tekstslide
Voldoet dit aan de norm?
A
Ja
B
Nee
Slide 19 - Quizvraag
Werkkapitaal
Het kengetal werkkapitaal is geen echt kengetal maar een bedrag.
Het werkkapitaal is het geld dat de onderneming op korte termijn beschikbaar heeft om bedrijfsactiviteiten uit te voeren.
Slide 20 - Tekstslide
Opdracht
Bereken het nettowerkkapitaal
Slide 21 - Tekstslide
Bereken het nettowerkkapitaal
Slide 22 - Open vraag
Uitwerking
1. Vlottende activa - kort vreemd vermogen
€ 120.000,- - € 80.000,- = € 40.000.-.
2. Eigen vermogen + lang vreemd vermogen - vaste activa: