Woordenschat

Doel van de les
Je  leert hoe je nieuwe woorden leert.
Je leert nieuwe woorden gebruiken.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2MBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Doel van de les
Je  leert hoe je nieuwe woorden leert.
Je leert nieuwe woorden gebruiken.

Slide 1 - Tekstslide

Woorden leren
In jouw hoofd zijn al veel dingen. Bijvoorbeeld woorden in jouw taal en dingen die in jouw leven gebeurd zijn.
Als jij een nieuw woord leert, dan moet je dat woord vastmaken aan de dingen die al in jouw hoofd zijn.
Zo kun je het woord beter en sneller onthouden en weet je beter hoe je het kunt gebruiken.

Slide 2 - Tekstslide

Woorden leren
1. Mindmap/woordspin maken
2. Zinnen maken
3. Verhaaltje maken
4. Uitbeelden of het woord aan een herinnering vastmaken

5. Hoe lang moet je leren?

Slide 3 - Tekstslide

Mindmap/woordspin
Je denkt aan één woord en schrijft zoveel mogelijk woorden op die daarbij horen. 
Je maakt dan een kaart of spinnenweb van woorden die bij elkaar horen.

Slide 4 - Tekstslide

Kunst project Boijmans

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Tekstslide

Zinnen maken
Gebruik het woord in een zin. Hierdoor krijgt het woord een grotere betekenis en kun je het in een situatie in je hoofd plaatsen.



De kat zit in de boom.
De kat

Slide 7 - Tekstslide

Maak een zin bij: de finale
Betekenis
De laatste en beslissende wedstrijd.

Slide 8 - Open vraag

Maak een zin bij: de teleurstelling
Betekenis
Het gevoel dat je hebt als iets niet gaat zoals je had verwacht of gehoopt.

Slide 9 - Open vraag

Verhaal maken
Zinnen maken is goed om woorden te leren. Als je meer woorden hebt die bij elkaar passen, dan kun je een verhaal maken.

De kat - de boom - de brandweer - redden

De kat zit in de boom. Hij kan niet uit de boom. De brandweer komt om hem te redden.

Slide 10 - Tekstslide

Schrijf twee of drie korte zinnen met deze woorden:
het klimaat - regen - hittegolf

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Video

Met welke woorden omschrijf je dit korte filmpje?

Slide 13 - Open vraag

schrijf nu zelf een kort verhaal 
- verzin een onderwerp
- Maak een woordweb 
- maak je zinnen kort

 

Slide 14 - Tekstslide