Het spreekschema moet voldoen aan het model: inleiding, middenstuk, afronding. 11.5
De inleiding bevat:
pakkende verrassende opening, de kern of hoofdgedachte van de toespraak in één of twee zinnen.
doel: waarom je dit verhaal vertelt, wat je van je publiek verwacht en welk belang het publiek heeft om naar je te luisteren. aankondiging van de hoofdpunten die je gaat behandelen.
Het middenstuk bevat:
een uitwerking van de hoofdpunten in een logische volgorde, zo nodig onderverdeeld in subonderwerpen.
Het slot / afronding moet bevatten:
samenvatting van de hoofdpunten - herhaling van de kern of hoofdgedachte
herhaling van het doel of eventueel het appel dat je op je publiek doet 3. treffende slotzin
afronding: treffende slotzin.