13.2 osmose frieten

13.1 transport in cellen 
je kunt uitleggen wat diffusie is en hier voorbeelden van noemen
Je kunt uitleggen wat er bij osmose gebeurt 
Je weet het verschil tussen actief en passief transport in een cel. 

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
bioMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

13.1 transport in cellen 
je kunt uitleggen wat diffusie is en hier voorbeelden van noemen
Je kunt uitleggen wat er bij osmose gebeurt 
Je weet het verschil tussen actief en passief transport in een cel. 

Slide 1 - Tekstslide

Diffusie: Hoe komt het dat als iemand scheet laat in de kamer, je het een momentje later ook ruikt. Maar na een minuut niet meer.

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Tekstslide

Onderzoek: Friet
Jullie gaan de invloed van verschillende concentraties zout in water onderzoeken op de lengte/dikte van je frietje (gesneden aardappel). 

Hiervoor neem je maak je drie opstellingen: Geen zout, 5 g/100ml, en 20 g/100ml .
Je laat de frietjes ongeveer 25 min liggen in deze opstelling 

Slide 4 - Tekstslide

Wat is je onderzoeksvraag?

Slide 5 - Open vraag

maak een foto van je begin opstelling.
vertel kort wat je hebt gedaan.

Slide 6 - Open vraag

Als je de frietjes hebt ingezet kun je verder 
--> we gaan nu proberen te begrijpen wat osmose is. 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Hier is sprake van:
A
Osmose
B
Diffusie

Slide 9 - Quizvraag

Water moleculen (blauw) bewegen naar links door:
A
diffusie, actief transport
B
diffusie, passief transport
C
osmose, actief transport
D
osmose, passief transport

Slide 10 - Quizvraag

Bij osmose gaat het water transport in de richting van de ... concentratie zoutmoleculen

A
Hoogste
B
Laagste

Slide 11 - Quizvraag

Wat is je hypothese op je onderzoeksvraag? waarom?

Slide 12 - Open vraag

OSMOSE
Water verplaatst naar de plaats met de meeste opgeloste stoffen.


Slide 13 - Tekstslide

Osmose bij planten.
Osmose plantencellen

Slide 14 - Tekstslide

Dierlijke cellen
Dierlijke cellen hebben geen celwand, die verschrompelen dus helemaal, of zwellen op tot ze knappen als een balon.

Slide 15 - Tekstslide

Dierlijke cellen knappen kapot in een
A
hypertone oplossing
B
hypotone oplossing
C
isotone oplossing

Slide 16 - Quizvraag

Infuus
Een infuus bevat naast medicijnen altijd een fysiologische zoutoplossing. Dat is een oplossing met dezelfde concentratie stoffen als je lichaamscellen

Slide 17 - Tekstslide

Leg uit wat er mis zou gaan als een infuus geen fysiologisch zout, maar kraanwater (hypotoon) zou bevatten.

Slide 18 - Open vraag

Door het verdampen van zweet koel je af bij warm weer. Leg uit waarom je zweet zout smaakt

Slide 19 - Open vraag

Actief/Passief 
Passief (diffusie en osmose)
-kost geen energie
-geen ATP verbruik
-met concentratiegradient mee

Actief, andersom


Slide 20 - Tekstslide

De roze moleculen bewegen naar links door:
A
diffusie, actief transport
B
diffusie, passief transport
C
osmose, actief transport
D
osmose, passief transport

Slide 21 - Quizvraag

Bekijk je frieten. Maak een foto wat er gebeurt is. En beschrijf wat je ziet.

Slide 22 - Open vraag

Verklaar je resultaten.
Gebruik woorden als osmose, hypertoon, hypotoon, isotoon.

Slide 23 - Open vraag

Maak 13.1 af en kijk alles na. 
maak een samenvatting adv. van de lesdoelen (dia 1)

Slide 24 - Tekstslide