4 maart: Afmaken Schrijfopdracht flyer

4 maart: Afmaken schrijfopdracht Flyer
blz. 128
Mavo 1 periode 34
week 24 1e ( 4 maart)


1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

4 maart: Afmaken schrijfopdracht Flyer
blz. 128
Mavo 1 periode 34
week 24 1e ( 4 maart)


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom 
plattegrond: 
Tweetallen flyer
timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
Lezen >> eigen leesboek
Startopdracht 
Werkwoorden vd en v.t. uitleg 
Afmaken flyer + check beoordelingsformulier
 ~pauze~
Lever je flyer in. Bereid je presentatie voor.  
Afsluiting: noteer in agenda

timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startopdracht
Noem zo snel mogelijk om de beurt het werkwoord uit de zinnen: 

Bij welke werkwoorden komt er nog iets voor ? 










timer
5:00
1. Ik schrijf een brief aan jou.
2. De foto ligt onder de grote stapel papieren.
3. Noem de antwoorden eens op.
4. Vanavond maak ik mijn huiswerk af.
5. Ik lees de krant.
6. Ik leg het boek terug in de kast.
8. Hij zit vast in de gevangenis.
9. Ik zet muziek aan.
10. Onder de pot ligt een schotel.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkwoorden
Werkwoord kan je vervoegen. 
Ik schrijf, jij ___________ wij ____________
(denk aan het werkwoordschema)

Onregelmatige werkwoorden: 
willen, kunnen, zijn, hebben 

Wat is een voltooid deelwoord? 











timer
5:00
@bsa: zie notities

Slide 5 - Tekstslide

ik wil
jij wilt
hij wil
wij willen
jullie willen
zij willen
hebben gewild

ik kan
jij kunt
hij kan
wij kunnen
jullie kunnen
zij kunnen
hebben gekund

ik ben
jij bent
hij is
wij zijn
jullie zijn
zij zijn
zijn geweest 

ik heb
jij hebt
hij heeft
wij hebben
jullie hebben
zij hebben
hebben gehad

Werkwoorden
Zwak werkwoord vervoegen in de v.t.: denk aan het werkwoordschema >>>

Sterke werkwoorden: 
volg de gewone spellingsregels. 
-langer maken. 
Bijv. ik word - ik werd (want: werden)
hij loopt - hij liep (zoals je het hoort)











timer
5:00
stam+te /
stam+de

stam+ten /
stam+den

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ezelsbruggetje
                  't sexy fokschaap
> gebruiken als je twijfelt over de spelling van de verleden tijd of het voltooid deelwoord.

De medeklinkers uit  t sx f k s ch p helpen je te bepalen of een zwak werkwoord de uitgang +te
als de stam (= het hele werkwoord zonder de uitgang -en) eindigt op een van die medeklinkers uit ’t kofschip: stam + te(n)










timer
5:00
stam+te /
stam+de

stam+ten /
stam+den
 't sexy fokschaap
werken - stam = werk : werkte / gewerkt
duwen - stam = duw: duwde / geduwd

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inoefenen
Werkblad 1 maken voor de volgende les! 
timer
10:00

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
1. Je flyer is eind van de les klaar volgens het beoordelingsformulier. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel van een flyer
Het doel van een flyer is om informatie duidelijk en snel over te brengen. 

  1. Aandacht trekken 
  2. Informatie geven
  3. Belangstelling wekken
  4. Actie stimuleren 
  5. Makkelijk te bewaren 


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Flyer afmaken, controleren, verbeteren en inleveren.
  1.  Begin met een pakkende titel.
  2. Gebruik korte zinnen. 
  3. Zorg dat de belangrijkste dingen opvallen. 
  4. Voeg 2 plaatjes toe. 
timer
20:00
5. Kijk of alles duidelijk is: snappen mensen waar het over gaat?
6. Controleer op spelfouten en zorg dat de flyer er netjes uitziet.
7. Check met het beoordelingsformulier of je aan alles hebt gedacht.
8. Verbeter waar nodig.
9. Lever het dan in via SOM. 
10. Begin aan je presentatie. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
5:00

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Flyer presentatie voorbereiden.
  1. Noem je onderwerp en waarom je dit hebt gekozen. 
  2. Leg je doel uit. 
  3. Bedenk een leuke zin (een slogan) om mee te eindigen. 
  4. Oefen je presentatie voor de volgende les. 
timer
10:00

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
Check de doelen bij jezelf: 

    1.  Ik kan een flyer schrijven met als doel om de lezer te activeren (om iets te gaan doen).
    2. Ik kan onze flyer presenteren.  

    Slide 14 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Volgende les 6 maart: 
    Flyers beoordelen en presenteren. 

    Huiswerk (in PLENDA):
    Bereid je flyer presentatie samen voor. 
    Maak het oefenblad 1 werkwoorden. 

    Slide 15 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies