elektriciteit

Herhaling
Om een apparaat te laten werken heb je een gesloten stroomkring nodig. 

Hierin is een spanningsbron nodig, 
bedrading waarin de elektrische energie vervoert wordt
en één op meerdere apparaten. 
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Herhaling
Om een apparaat te laten werken heb je een gesloten stroomkring nodig. 

Hierin is een spanningsbron nodig, 
bedrading waarin de elektrische energie vervoert wordt
en één op meerdere apparaten. 

Slide 1 - Tekstslide

Belangrijke begrippen
Stroomsterkte
Spanning
Serie-schakeling
Parallel-schakeling
Vermogen

Weet jij nog hoe het allemaal zit? 

Slide 2 - Tekstslide

Stroomsterkte wat was dat ook nog maar?
A
het aantal deeltjes dat per seconde langs komt
B
hoeveel elektrische energie elk deeltje meeneemt.
C
de hoeveelheid geleverde energie

Slide 3 - Quizvraag

Spanning wat was dat ook nog maar?
A
het aantal deeltjes dat per seconde langs komt
B
hoeveel elektrische energie elk deeltje meeneemt.
C
de hoeveelheid geleverde energie

Slide 4 - Quizvraag

Spanning en stroomsterkte
Spanning is de elektrische energie die elk deeltje meeneemt. 

Stroomsterkte is de hoeveelheid deeltjes die elke seconde langskomen

Slide 5 - Tekstslide

Vergelijk het met tankauto's

Stroomsterkte is het aantal vrachtwagen dat per uur langsrijdt. 

Spanning is hoe ver de tankauto's gevuld zijn met benzine

Slide 6 - Tekstslide

Serie/parallel
Serie: 
alle apparaten zitten in één stroomkring. 

Parallel: 
Elk apparaat heeft zijn eigen stroomkring.

Slide 7 - Tekstslide

Stroomsterkte
Serie: 
De stroomsterkte is overal gelijk. 

Parallel: 
De stroomsterkte is verdeeld over de verschillende 'kringen'

Slide 8 - Tekstslide

Spanning
Serie: 
De spanning verdeeld over de verschillende 'kringen'

Parallel: 
De spanning is overal gelijk


Slide 9 - Tekstslide

Vermogen
wat was dat ook nog maar?
A
Het aantal deeltjes dat per seconde langs komt
B
Hoeveel elektrische energie elk deeltje meeneemt
C
Hoeveelheid elektrische energie een apparaat per seconde gebruikt
D
De stroomsterkte x de spanning

Slide 10 - Quizvraag

Vermogen
De hoeveelheid elektrische energie dat een apparaat per seconde gebruikt.

Je berekent dit met de volgende formule: 
Vermogen = stroomsterkte x spanning

Slide 11 - Tekstslide

In grote lijnen heb je leerstof herhaalt, natuurlijk is niet alles nog een keer behandelt. Ook de vorige lessen blijven belangrijk. 

Je gaat deze les met 2 dingen aan de slag; 
practicum en de test jezelf. 

Vragen kun je stellen aan de eind van deze lessonup. 

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag - theorie!
Voor dinsdag moet je afhebben paragraaf 1 t/m 4 
Als je dat afhebt kun je dit nakijken via het antwoordenblad, 

Vragen die je nog hebt over paragaaf 1 t/m 4 kun je invullen op de volgende bladzijde, vul deze uiterlijk dinsdag (16/3) in. 
In de volgende lessonup (die volgt woensdag (17/3)) worden de gestelde vragen beantwoord. Dan kun je de test jezelf afhebben voor a.s. maandag (23/3)

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag - practicum!
Je gaat deze week ook practicum doen thuis. 

De opdracht is je via magister doorgestuurd en kun je ook inleveren via de opdrachten in magister. 

Lever je verslag maandag (23/3) in via magister.

Slide 14 - Tekstslide

Welke vragen wil je besproken hebben?
Antwoorden bespreken we in de les of krijg je toegestuurd. Vul alleen een antwoord in als je nog vragen hebt, om het overzichtelijk te houden!!

Slide 15 - Open vraag

Aan de slag
Plan zelf wanneer je de test jezelf en het practicum doet. 
Uiterlijk maandag 23/3 afhebben. 

Leer ook alvast dit hoofdstuk voor het proefwerk. 


Slide 16 - Tekstslide