Verspreiding van het christendom binnen Europa

Tijdvak 3 - Monniken en ridders  500-1000

De verspreiding van het Christendom in geheel Europa
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Tijdvak 3 - Monniken en ridders  500-1000

De verspreiding van het Christendom in geheel Europa

Slide 1 - Tekstslide

horigen 
vaste woonplaats
bestuursvorm
Athene
autarkisch 
herendiensten
stemmen
domein
klimaatverandering
Vruchtbare Halve maan
vrije mannen
meer bezit

Slide 2 - Tekstslide

horigen, autarkisch, herendiensten, domein - hofstelsel
Athene, stemmen, vrije mannen, bestuursvorm - democratie
Vruchtbare Halve Maan, vaste woonplaats, klimaatverandering, meer bezit - ontstaan landbouw/Neolithitsche revolutie
horigen 
vaste woonplaats
bestuursvorm
Athene
autarkisch 
herendiensten
stemmen
domein
klimaatverandering
Vruchtbare Halve maan
vrije mannen
meer bezit

Slide 3 - Tekstslide

specialisatie
filosofen
rivieren
bestuur 
trouw
logisch
Griekse poleis
handel
koning
geen geld
niet-mythisch 
slib

Slide 4 - Tekstslide

specialisatie, handel, rivieren, slib - irrigatielandbouw
Griekse poleis, filosofen, niet-mythisch, logisch - wetenschap
bestuur, geen geld, trouw, koning - leenstelsel/feodale stelsel
specialisatie
filosofen
rivieren
bestuur 
trouw
logisch
Griekse poleis
handel
koning
geen geld
niet-mythisch 
slib

Slide 5 - Tekstslide

Gebruik de bron
Volgens sommige historici blijkt uit de bron een oorzaak van de toename van de horigheid in de vroege middeleeuwen in West-Europa.
Geef aan welke oorzaak dat is en leg vervolgens uit waardoor de koning deze toename van de horigheid zorgwekkend vindt.

Slide 6 - Open vraag

Het feodalisme was bedoeld om het centraal gezag te versterken. Maar na verloop van tijd leidde het juist tot het tegenovergestelde. Leg uit!

Slide 7 - Open vraag

Rond 800 bepaalde Karel de Grote dat een leenman onder sommige omstandigheden van zijn eed ontslagen kon worden geacht: als de heer hem had willen doden of met een stok had willen slaan; als de heer de vrouw of dochter had willen verkrachten of verleiden; als de heer het bezit van de leenman had geroofd; als de heer de leenman tot slaaf had willen maken; of als de heer had verzuimd zijn leenman te verdedigen.
Welke conclusie kun je op grond van deze bepalingen trekken over het functioneren van het feodale stelsel (leenstelsel)? Leg dit uit door in te gaan op de aard en inhoud van de bron.

Slide 8 - Open vraag

Lesdoelen
  • je weet hoe de christelijke kerk is georganiseerd
  • Je kunt uitleggen waardoor er na het einde van het West- Romeinse Rijk minder mensen christelijk waren

  • Je kunt beschrijven hoe het christendom zich in de vroege Middeleeuwen over Europa verspreidde.
  • Je kunt uitleggen wat de oorzaken waren van de verspreiding van het christendom in Europa.
  • Je begrijpt de wederzijdse belangen die vorsten en geestelijken hadden bij hun samenwerking.
  • Je kunt de rol van de kloosters beschrijven op het gebied van wetenschap en cultuur.
  • Je kunt uitleggen waardoor de macht van de Kerk werd bedreigd

Slide 9 - Tekstslide

Organisatie kerk
Paus is de leider van de Kerk
Het christelijk gebied is verdeeld in bisdommen. Ieder bisdom wordt bestuurd door een bisschop
Priesters leiden de plaatselijke kerken en ondersteunen burgers in hun geloof

Allemaal geestelijken = mensen met een functie binnen de Kerk
Zij hebben macht over het geloof van het volk


Slide 10 - Tekstslide

De paus
Is..?
De paus is het hoofd van de Rooms-Katholieke Kerk. De benaming paus is afkomstig van het Oudgriekse: πάππας, pappas, papa, in de betekenis van vader.
Het embleem van het pausschap.

Slide 11 - Tekstslide


Bisschop
Is..?
Een bisschop (Grieks: ἐπίσκοπος, episkopos, letterlijk "op-zichter") is een geestelijke in de hiërarchie van verschillende christelijke kerken, die veelal aan het hoofd staat van een bisdom(Kerkprovincie).

Slide 12 - Tekstslide

Priester
Is..?
Een priester is in religies zoals het boeddhisme en hindoeïsme een tussenpersoon tussen (de) God(en) en de (gelovige) mensen. 

In het christendom is een priester geen tussenpersoon maar een onderwijzer die onderwijs geeft over de betekenis van wat er in de Bijbel staat. Een priester is meestal een man, maar kan ook een vrouw (priesteres) zijn, afhankelijk van de voorschriften van de betreffende godsdienst.

Slide 13 - Tekstslide

Christendom in het Romeinse Rijk
Christenvervolging
Godsdienstvrijheid
Staatsgodsdienst, maar lang niet iedereen is ook echt christelijk! 
Na val RR ook tijdelijk minder christenen


Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Christendom groeit 
Oorzaken: 
  • Kerk en vorsten gaan samenwerken
  • groeiende rijkdom van de Kerk (leidt tot meer macht!)
  • goede organisatie van de Kerk

Slide 16 - Tekstslide

De bekering van de Franken
= voorbeeld van kerstening van Europa

  • 4e en 5e eeuw - christendom verspreid zich over Romeinse Rijk. 
  • Na val van Romeinse rijk weer minder christendom 
  • In grote delen van West- Europa waren Germaanse/Frankische koningen de baas, zij waren geen christen.
  • 496 - Frankische koning Clovis bekeert zich tot christendom, gevolg: steun van paus en  bisschoppen.
  • Dankzij deze steun versloeg Clovis zijn vijanden én veroverde hij Gallië (=Frankrijk) 
  • Clovis dwong andere krijgsheren zich te laten dopen.

Slide 17 - Tekstslide

Clovis laat zich dopen en wordt daarmee christelijk, afbeelding uit middeleeuwen

Slide 18 - Tekstslide

Clovis laat zich dopen en wordt daarmee christelijk, afbeelding uit 19e eeuw

Slide 19 - Tekstslide

De verspreiding van het christendom
  • Bekering van West- Europa was het werk van missionarissen, zij kerstenen het heidense volk
  • Missionarissen kwamen vanuit Engeland en kregen veel hulp van koningen.
  • Friezen en Saksen werden pas na harde dwang bekeerd tot christendom. 
  • Eind 10e eeuw waren bijna alle koningen bekeerd tot christendom en in eeuwen erna drong christendom door tot hele bevolking.
  • Officieel was Europa rond het jaar 1000 bijna geheel christelijk.

Slide 20 - Tekstslide

Willibrord was een Engelse missionaris die probeerden de Friezen tot het Christendom te bekeren.
Bonifatius was ook een Engelse missionaris die probeerde de Friezen te bekeren. In 754 werd hij door Friezen in Dokkum vermoord. De Friezen widen hun eigen geloof houden

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide




  • koning dwong zijn onderdanen zich te laten dopen 
  • koning beschermde geestelijken (met de wet en met geweld)
  • koning schonk grond en geld aan kerk (en kloosters)



  • geestelijken konden lezen en schrijven, ze hielpen de koning bij het bestuur
  • geestelijken vertelden dat koningen door God waren aangesteld, hierdoor vergrootten ze de macht van de koning
Samenwerking koning - kerk
Beide partijen hadden voordeel bij samenwerking!

Slide 23 - Tekstslide

Goede organisatie kerk
= oorzaak snelle verspreiding christendom
  • bisschoppen hebben controle over bisdommen, bisschoppen krijgen ook rol in feodale stelsel
  • kerk sticht veel kloosters, kloosters worden rijk én krijgen rol in feodale stelsel!

Slide 24 - Tekstslide

Het kloosterleven
  • Monniken en nonnen wijden zich in klooster aan leven met God en sloten zich daarom af van buitenwereld.
  • Ze brengen hun leven door met bidden, werken en studeren.
  • Koningen en edelen stichtten vele kloosters en gaven oa grond aan  kloosters. Gevolg: kloosters erg rijk .
  • Kloosters bezaten domeinen waarop horigen werkten.
  • Kloosters spelen rol in feodale stelsel

Slide 25 - Tekstslide

Het kloosterleven
  • Geestelijken lazen naast Bijbel ook werken van Klassieke (Griekse + Romeinse) auteurs uit Oudheid.
  • Ze zagen deze werken als hulpmiddel om Bijbel beter te begrijpen en daarmee christelijk geloof beter te kunnen uitleggen.
  • Daarnaast natuurlijk ook belangstelling voor inhoud van werken.
  • Deze boeken werd gekopieerd door monniken.

Slide 26 - Tekstslide

Dagindeling van een monnik

Slide 27 - Tekstslide

0

Slide 28 - Video

0

Slide 29 - Video

Maar ook problemen voor Kerk
  • Concurrentie van de Islam (vanaf 8e eeuw)
  • Geloof dringt pas rond 1000 door tot gehele bevolking (daarvoor vooral bovenste lagen)
  • Oosters Schisma (1054), Grieks-orthodoxe kerk scheidt zich af van katholieke kerk in Rome

Slide 30 - Tekstslide

Lesdoelen
  • je weet hoe de christelijke kerk is georganiseerd
  • Je kunt uitleggen waardoor er na het einde van het West- Romeinse Rijk minder mensen christelijk waren

  • Je kunt beschrijven hoe het christendom zich in de vroege Middeleeuwen over Europa verspreidde.
  • Je kunt uitleggen wat de oorzaken waren van de verspreiding van het christendom in Europa.
  • Je begrijpt de wederzijdse belangen die vorsten en geestelijken hadden bij hun samenwerking.
  • Je kunt de rol van de kloosters beschrijven op het gebied van wetenschap en cultuur.
  • je kunt uitleggen waardoor de macht van de Kerk werd bedreigd

Slide 31 - Tekstslide

1
2
3
4
5
In Olympia wordt gesport om Griekse goden te eren
Christendom wordt staatsgods-dienst in Romeinse Rijk
Christenen worden vervolgd in het Romeinse Rijk
Clovis laat zich dopen
In Drente worden hunebedden gebouwd

Slide 32 - Sleepvraag

0

Slide 33 - Video

Zelf aan het werk

Slide 34 - Tekstslide