week 5

Leerdoelen
Je leert rekenen met hoeken die samen een volle hoek vormen.

Je leert rekenen met de hoeken in een vierhoek.

Je leert wat overstaande hoeken zijn.

Je leert de begrippen basishoek en tophoek. 
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare school

In deze les zitten 32 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Leerdoelen
Je leert rekenen met hoeken die samen een volle hoek vormen.

Je leert rekenen met de hoeken in een vierhoek.

Je leert wat overstaande hoeken zijn.

Je leert de begrippen basishoek en tophoek. 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

vervolg HAVO
Basishoeken en tophoek in een gelijkbenige driehoek

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

HAVO Hoeken berekenen
Overstaande hoeken zijn gelijk



Gestrekte hoek


Slide 11 - Tekstslide

Lijnsymmetrie
Lijnsymmetrie: wanneer 2 of meer helften precies op elkaar passen. Een ander woord voor lijnsymmetrisch is vouwsymmetrisch.

Een lijn waarop je het dubbel kunt vouwen, heet een SYMMETRIEAS 

Slide 12 - Tekstslide

Draaisymmetrie
Als je een figuur een stukje kunt draaien, zodat het weer precies op zichzelf past, noem je het draaisymmetrisch.
Het punt dat in het midden blijft, noem je het draaipunt.

Slide 13 - Tekstslide

Kleinste draaihoek
  • Je weet: een volle hoek is 360 graden
  • Je weet: in drie stappen ben je rond
  • Dus: in één stap draaien de wieken 360 : 3 = 120 graden
  • Dit noem je de kleinste draaihoek
  • Dat betekent dat na een draaiing van 120 graden de wieken weer op zichzelf passen.

Slide 14 - Tekstslide

Kleinste draaihoek
  • Je weet: een volle hoek is 360 graden
  • Je weet: in drie stappen ben je rond
  • Dus: in één stap draaien de wieken 360 : 3 = 120 graden
  • Dit noem je de kleinste draaihoek
  • Dat betekent dat na een draaiing van 120 graden de wieken weer op zichzelf passen.

Slide 15 - Tekstslide

Inhoud berekenen

Slide 16 - Tekstslide

Aanpak
  1. stap 1: inhoud linkerbalk
    80 x 100 x 50 = 400.000 cm3
  2. stap 2: inhoud rechterbalk
    30 x 40 x 50 = 60.000 cm3 
  3. stap 3: optellen
    400.000 + 60.000 = 460.000 cm 

Slide 17 - Tekstslide

Hoe zat het ook al weer?

Slide 18 - Tekstslide

Driehoeken
Vier soorten driehoeken:
  1. Onregelmatige driehoeken
  2. Rechthoekige driehoeken
  3. Gelijkbenige driehoeken
  4. Gelijkzijdige driehoeken

Slide 19 - Tekstslide

Onregelmatige driehoeken

Slide 20 - Tekstslide

Rechthoekige driehoek
Eigenschappen:
- Heeft een hoek van 90 graden.
- Er kunnen twee zijdes even lang zijn, 
maar dat hoeft niet.

Slide 21 - Tekstslide

Gelijkbenige driehoek
Eigenschappen:
- Twee zijdes zijn even lang.
- Twee hoeken zijn even groot.
(basishoeken)
- Er is een symmetrie-as.

Slide 22 - Tekstslide

Gelijkzijdige driehoek
Eigenschappen:
- Alle zijdes zijn even lang.
- Alle hoeken zijn even groot.
- Er zijn drie symmetrie-assen.

Slide 23 - Tekstslide

Overige eigenschap
Voor alle driehoeken geldt:

Alle hoeken van een driehoek zijn samen 180
°

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Vierhoeken
Voor alle vierhoeken geldt:

Alle hoeken samen zijn 360o

Slide 30 - Tekstslide

Zelfstandig werken

Slide 31 - Tekstslide

Zelfstandig werken

Slide 32 - Tekstslide