Weer en klimaat - 5 Klimaatfactoren

                    Welkom! 
  • Je komt voorbereid in de les. Je hebt je huiswerk af en   je hebt alle spullen voor het vak mee.  ​
  • Vooraf aan de les, leg je alle spullen die je nodig hebt,     op je bureau.
  • Je legt je tas op of onder het rek in het lokaal. 
  • Je bent respectvol naar klasgenoten en docenten, je   helpt waar mogelijk en beledigd niemand. 
  • Je werkt gefocust, je maakt aantekeningen en je zorgt   dat je je lesdoelen behaald. ​



Welkom! 
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

                    Welkom! 
  • Je komt voorbereid in de les. Je hebt je huiswerk af en   je hebt alle spullen voor het vak mee.  ​
  • Vooraf aan de les, leg je alle spullen die je nodig hebt,     op je bureau.
  • Je legt je tas op of onder het rek in het lokaal. 
  • Je bent respectvol naar klasgenoten en docenten, je   helpt waar mogelijk en beledigd niemand. 
  • Je werkt gefocust, je maakt aantekeningen en je zorgt   dat je je lesdoelen behaald. ​



Welkom! 

Slide 1 - Tekstslide

Weekplenda
 Week    36
 Week      37
Week 38
Week 39
Week 40
Week 41
Week 42
  H1 §1
  H1 §2
  H1 §3
 
  H1 §4
  H1 §5
 (H1 §6)


H2 §1
H2 §2
H2 §3


H2 §4
H2 §5
 

H3 §1
 H3 §2
 H3 §3
H3 §4
H3 §5



reis
week 
 Week       43
  Week       44
  Week       45
     C1
     C2
     C3

 herfst
 vakan      tie


  toets
  week

Slide 2 - Tekstslide

Weer en klimaat - 5 klimaatfactoren

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je:

  • de 5 klimaatfactoren herkennen en beschrijven

Slide 4 - Tekstslide

Klimaat (1.1)
Het klimaat is het gemiddelde van het weer in 30 a 40 jaar, van een gebied.

Het klimaat wordt bepaald door klimaatfactoren:
 - breedteligging
 - hoogteligging
 - gesteldheid van het aardoppervlak
 - afstand tot zee of water
 - wind- en oceaanstromingen

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

De klimaatfactor: breedteligging (1.2)
Hoe verder van de evenaar qua breedtegraad, hoe kouder.
De zoninvalshoek is op hoge breedte kleiner, dan op lage breedte.
kortere weg!
langere weg!

Slide 7 - Tekstslide

De klimaatfactor: hoogteligging (1.2)
De zon warmt de lucht op aarde op, via het aardoppervlak.

Hoog op een berg is het koud, in het dal is het warmer. 

Regel! 
1.000 meter stijgen is 6 graden kouder.
Of 100 meter stijgen is 0,6 graden kouder.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

De klimaatfactor: gesteldheid van het aardoppervlak
Water warmt langzaam op en koelt langzaam af. Dit omdat het mengt met kouder water uit de diepte.

Land warmt snel op en koelt ook snel af.

Slide 10 - Tekstslide

De klimaatfactor: afstand tot zee of water (1.2 + 1.3)
Een gebied bij zee ontvangt vochtige zeewind of aanlandige wind. Koele wind in de zomer, warme wind in de winter.  

Want ... Water koelt langzaam af!
Dit heeft een matigend effect op klimaten.

Wind die het tegenovergestelde waait heet een landwind of aflandige wind


Slide 11 - Tekstslide

De klimaatfactor: wind- en oceaanstromingen (1.4)
Door wind- en oceaanstromingen, aanvoer van warme, koude of vochtige lucht.

Bijvoorbeeld:
De luchtvochtigheid van zeewind is hoog, door verdamping uit zee = vochtige lucht of natte lucht. 

Landwind is qua luchtvochtigheid droger = droge lucht.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je:

  • de 5 klimaatfactoren herkennen en beschrijven

Slide 14 - Tekstslide

Woordenboek
Controleer onderstaande begrippen in je aantekeningenschrift!
LessonUp
Learnbeat
klimaat
klimaatfactoren
breedteligging
hoogteligging
gesteldheid van het aardoppervlak
zoninvalshoek
zeewind
aanlandige wind
landwind
aflandige wind
luchtvochtigheid
vochtige lucht
natte lucht
droge lucht

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag!
Paragraaf 1.1 vraag 5 en 6
Paragraaf 1.2 vraag 3
Paragraaf 1.3 vraag 6
Paragraaf 1.4 vraag 2

Klaar?

  • leer de 14 blauwe begrippen






   



Werk in tweetallen + overleg zachtjes met elkaar!

Slide 16 - Tekstslide