H7.4 - Geld over of tekort?

H7.4 - Geld over of tekort? 
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H7.4 - Geld over of tekort? 

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Opening
  • Weten we het nog? & Nakijken
  • Geld over of tekort?
  • Aan de slag!
  • Afsluiting

  • Aan het eind van de les weet je het verschil tussen een begrotingstekort en een begrotingsoverschot.  

Slide 2 - Tekstslide

Wat staat er in de Miljoenennota en de Rijksbegroting?
A
wie de nieuwe ministers worden het komend politiek jaar
B
plannen voor het komend politiek jaar en de financiering hiervan
C
welk tweede kamerlid het populairst was het afgelopen politiek jaar
D
het nieuwe Europese beleid

Slide 3 - Quizvraag

De rijksbegroting is een toelichting op de miljoenennota
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Nakijken
  1. Eigen keuze
  2. a. De rijksbegroting en miljoenennota
    b. Nadat de Eerste Kamer en Tweede Kamer de rijksbegroting hebben goedgekeurd.
  3.  Stelling 2 & 4
  4. a. € 336,6 miljard = € 336.600.000.000
    b. Verhoudingstabel --> 100 : 336,6 x 184,5 = 54,8%

Slide 5 - Tekstslide

Nakijken
4c. € 86.700.000.000 ÷ 17.400.000 = € 4.983

5. Justitie en veiligheid

6a. (350 + 300 + 134 + 61 + 51) × € 1 miljoen =€ 896 miljoen
6b. Bijvoorbeeld: de bouw van meer betaalbare
huurwoningen of extra subsidies voor energiezuinige verbouwingen.
6c. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Slide 6 - Tekstslide

7.4 Geld over of tekort?
Als de overheid meer uitgaven dan inkomsten verwacht, heeft ze een begrotingstekort.

Tegenovergestelde is een begrotingsoverschot. 


Slide 7 - Tekstslide

Waar leent de overheid geld?

Slide 8 - Woordweb

Aan de slag! 
  • Maak opdracht 7 t/m 12 van hoofdstuk 7.4

  • Je mag fluisterend overleggen.

  • Vragen? Laat het weten!  

Slide 9 - Tekstslide

De schuld van de overheid die is ontstaan door te veel geld te lenen noemen we een:
A
overheidsschuld
B
lening
C
staatsschuld
D
premie

Slide 10 - Quizvraag

Ik weet het verschil tussen een begrotingstekort- en overschot
08

Slide 11 - Poll