5.7 bezittelijk voornaamwoord

Welkom

Start de LessonUp op
We gaan aan de slag
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom

Start de LessonUp op
We gaan aan de slag

Slide 1 - Tekstslide

Doel
Aan het einde van de les kunnen we persoonlijk voornaamwoorden aanwijzen in een zin.

Aan het einde van de les kunnen we bezittelijk voornaamwoorden aanwijzen in een zin.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een persoonlijk voornaamwoord?

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

Hoe veel pers. voornaamwoorden (psv) heeft: Ik laat hem echt niet weten dat ik hem leuk vind!
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 5 - Quizvraag

Bezittelijk voornaamwoord
Naast de persoonlijk voornaamwoorden, zijn er ook bezittelijke voornaamwoorden. Deze geven aan dat iets van iemand is. 

mijn boek
jouw tas 
zijn fiets

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Hoort de w achter jou in de volgende zin:
Is dit jouw tas?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quizvraag

Hoort de w achter jou in de volgende zin:
Is die tas van jouw?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quizvraag

Hoort de w achter jou in de volgende zin:
Ik geef de tas aan jouw.
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quizvraag

Woordsoorten tot nu toe 
Persoonlijk voornaamwoord Een woord in een zin dat verwijst naar iets of iemand in het enkelvoud of meervoud.

Bezittelijk voornaamwoord Een woord dat aangeeft van wie iets is. Het woord staat voor het zelfstandig naamwoord

Slide 12 - Tekstslide