Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Taal/spelling week 4 les 1 - maandag
Spelling + Taal
1 / 30
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Basisschool
Groep 6-8
In deze les zitten
30 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Spelling + Taal
Slide 1 - Tekstslide
Woordsoorten
Zinsdelen
zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord
persoonlijk voornaamwoord
werkwoord
onderwerp
persoonsvorm
lijdend voorwerp
werkwoordelijk gezegde
Slide 2 - Sleepvraag
WOORDSOORTEN
Voorzetsels
Persoonlijk
voornaamwoord
Bezittelijk voornaamwoord
Vragend voornaamwoord
Aanwijzend voornaamwoord
Aanwijzend voornaamwoord
Betrekkelijk voornaamwoord
Bijwoorden
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Wat is een persoonlijk voornaamwoord?
Een persoonlijk voornaamwoord 'wijst' naar een persoon (in de zin).
Een persoonlijk voornaamwoord kan je
vervangen door een naam
.
Pietje verzint een raadsel.
Hij vertelt het raadsel aan zijn klas.
Slide 5 - Tekstslide
Wat is een persoonlijk voornaamwoord?
Een persoonlijk voornaamwoord 'wijst' naar een dier (in de zin).
Een persoonlijk voornaamwoord kan je
vervangen door een naam
.
De hond
heeft een bot gekregen.
Hij
eet het bot lekker op.
Slide 6 - Tekstslide
Wat is een persoonlijk voornaamwoord?
Een persoonlijk voornaamwoord 'wijst' naar een ding (in de zin).
Een persoonlijk voornaamwoord kan je
vervangen door een naam
.
Lisa heeft dit boek gekregen.
Zij heeft het nog niet gelezen.
Slide 7 - Tekstslide
Welk voornaamwoord?
Jou
A
Persoonlijk voornaamwoord
B
Bezittelijk voornaamwoord
C
Aanwijzend voornaamwoord
Slide 8 - Quizvraag
Persoonlijk voornaamwoorden
A
hij
B
die
C
welke
D
hem
Slide 9 - Quizvraag
Bezittelijk voornaamwoord
Naast de persoonlijk voornaamwoorden, zijn er ook bezittelijke voornaamwoorden. Deze geven aan dat iets van iemand is.
mijn boek
jouw tas
zijn fiets
Slide 10 - Tekstslide
Welk voornaamwoord?
jouw
A
Persoonlijk voornaamwoord
B
Bezittelijk voornaamwoord
C
Aanwijzend voornaamwoord
Slide 11 - Quizvraag
Kies het bezittelijk voornaamwoord:
A
de
B
onze
Slide 12 - Quizvraag
'uw' is een.......
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
Slide 13 - Quizvraag
Voornaamwoorden
Slide 14 - Tekstslide
Aanwijzend voornaamwoord
Een aanwijzend voornaamwoord wijst iets of iemand aan.
De aanwijzende voornaamwoorden zijn:
deze, dit, die
en
dat
Voorbeeld:
Kijk, zie je
dat
broodje?
Slide 15 - Tekstslide
Dat
timer
0:15
A
Persoonlijk voornaamwoord
B
Bezittelijk voornaamwoord
C
Aanwijzend voornaamwoord
Slide 16 - Quizvraag
Die jongen is morgen jarig.
die = ...
A
aanwijzend voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
C
betrekkelijk voornaamwoord
D
persoonlijk voornaamwoord
Slide 17 - Quizvraag
Aanwijzende voornaamwoorden
Aanwijzende voornaamwoorden
Slide 18 - Tekstslide
vragend voornaamwoord
wie
wat
welke
wat voor (een)
Slide 19 - Tekstslide
Wie heeft het schoolfeest georganiseerd?
'Wie' =
A
wederkerig voornaamwoord
B
persoonlijk voornaamwoord
C
vragend voornaamwoord
D
bezittelijk voornaamwoord
Slide 20 - Quizvraag
woorden met een
~x~
Je ziet ~x~, je zegt .......
ks
explosie
box
taxi
Slide 21 - Tekstslide
Wanneer is een werkwoord sterk?
Slide 22 - Woordweb
wanneer is een werkwoord zwak?
Slide 23 - Woordweb
Instructie
Sterke werkwoorden veranderen van klank
loop- liep
ziet- zag
denken- dacht
wordt- werd
zwem- zwom
Slide 24 - Tekstslide
Instructie
Let op! Persoonsvorm in de verleden tijde eindigt nooit op -dt
Sommige woorden krijgen een dubbele letter
hebben- hadden
trekken- trokken
zwemmen- zwommen
Slide 25 - Tekstslide
Is het werkwoord
sterk
of
zwak
?
kloppen
bedenken
gissen
drentelen
slapen
verhuizen
vastmaken
vertellen
zwakke werkwoorden
sterke werkwoorden
Slide 26 - Sleepvraag
Sterk of zwak?
DENKEN
A
sterk werkwoord
B
zwak werkwoord
Slide 27 - Quizvraag
Sterk werkwoord of zwak werkwoord?
ZOEKEN
A
sterk
B
zwak
Slide 28 - Quizvraag
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd
Slide 29 - Quizvraag
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd
Slide 30 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Grammatica - vmbo - Blok 4
Februari 2023
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k, g
Leerjaar 3,4
Spelling en Grammatica
Mei 2022
- Les met
29 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Taal/spelling week 4 les 1 - maandag
Augustus 2023
- Les met
15 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 6-8
2K Spelling en Grammatica
Mei 2022
- Les met
30 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Talent H5.8 woordsoorten vragend en aanwijzend vnw
Juni 2024
- Les met
29 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
5.8 vragend en aanwijzend vnw
Mei 2024
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Cursus5 Woordsoorten §7 Aanwijzend vnw §9 Vragend vnw
April 2024
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Cursus5 Woordsoorten §7 Aanwijzend vnw §9 Vragend vnw
Januari 2024
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2