les 2 §7.2 radioactieve stoffen

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Samenstelling van het atoom

Kern

Neutronen en protonen

Rond de kern

Elektronen

atomen en atoombouw

leerdoelen

Ik kan/ken:

• De opbouw van een atoom (eigenschappen/plaats deeltjes).
• Uitleggen een isotoop is.
• Het verschil uitleggen tussen een atoomnummer en het massagetal
• Met het massagetal en atoomnummer het aantal neutronen uitrekenen.

Samengevat

De kern van een atoom is opgebouwd uit protonen en neutronen.

• Proton: positief
  
• Neutron: neutraal (geen lading)
  
• Elektron: negatief

Onthouden:

• Het atoomnummer is het aantal protonen
• Het massagetal is het aantal protonen + neutronen
• Het aantal elektronen is gelijk aan het aantal protonen

Het atoomnummer is hetzelfde als...

1. Aantal elektronen
2. Aantal neutronen
3. Aantal protonen
4. Aantal neutronen + protronen

Waar vind je de neutronen en waar zijn ze gelijk aan?

1. Rond de kern, gelijk aan de massa
2. In de kern, gelijk aan de massa
3. Rond de kern, gelijk aan (massa - atoomnummer)
4. In de kern, gelijk aan (massa - atoomnummer)

proton

neutron

kern

kern

elektron

wolk

1u

1u

~0 u

He-4

helium

atoomummer = 2

p = 2

n = 4-2 = 2

e = p = 2

Fe-56

ijzer

atoomummer = 26

p = 2
6

n = 56-26 = 30

e = p = 26

Natrium heeft atoomnummer 11 en massagetal 23. Hoeveel neutronen heeft natrium?

1. 11
2. 12
3. 23
4. 34

Natrium heeft atoomnummer 11 en massagetal 24. Hoeveel elektronen heeft natrium?

1. 11
2. 12
3. 23
4. 34

Natrium heeft atoomnummer 11 en massagetal 24. Hoeveel protonen heeft natrium?

1. 11
2. 12
3. 23
4. 34

Mg heeft atoomnummer 12 en massagetal 25.
Het aantal protonen is

1. 1
2. 12
3. 13
4. 25

Cl heeft atoomnummer 17 en massagetal 35.
Het aantal elektronen is

1. 1
2. 17
3. 18
4. 35

Isotopen

Atomen met hetzelfde aantal protonen maar met een verschillend aantal neutronen heten isotopen.

Isotopen

Atoomnummer, massagetal en isotopen

Wat is een isotoop?

1. hetzelfde atoom, andere massa
2. ander atoom, dezelfde massa
3. hetzelfde atoom, ander atoomnummer
4. ander atoom, hetzelfde atoomnummer

N-14 heeft 7 protonen en 7 neutronen.
C-14 heeft 6 protonen en 8 neutronen.
N-14 en C-14 zijn isotopen

1. ja
2. nee
3. soms

Als er een neutron bij komt dan

1. Wordt het atoom nummer hoger
2. Wordt het atoomnummer lager
3. Wordt het massagetal hoger
4. Wordt het massagetal lager

Isotopen verschillen van elkaar in ...

1. Aantal protonen
2. Aantal elektronen
3. Aantal protonen en elektronen
4. Aantal neutronen

Hebben isotopen verschillende chemische eigenschappen?

1. Ja
2. Nee

huiswerk

Hiernaast de weergave van alfa-straling, ofwel een Helium-kern. Waar staan de getallen 2 en 4 voor?

1. 2 voor het aantal protonen en 4 voor het aantal neutronen.
2. 2 voor het aantal neutronen en 4 voor het aantal protonen.
3. 2 voor het aantal protonen en 4 voor het massagetal.
4. 2 voor het aantal neutronen en 4 voor het massagetal.

Zelfstandig werken

Maak 18, 19, 20, 23 t/m 27

10 minuten

In stilte

Je kunt geen vragen stellen

Nu:

m&m practicum

Instructie

Maak een goede opzet voor een tabel en een grafiek.

Na controle krijg je je m&m's 

Voer het experiment uit, vul direct je tabel

Laat je werk controleren

Eet de m&m's op.

Maak je poster af

Volgende keer

Rekenen en aflezen van de halveringstijd