10.4 Reacties en concentratie (mol)

10.5 (soort van)
Concentratie
en het Havo-begrip:
Mol
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

10.5 (soort van)
Concentratie
en het Havo-begrip:
Mol

Slide 1 - Tekstslide

Doelen
Je kent het begrip 'mol' en kunt dit toepassen in berekeningen bij reactievergelijkingen.

Je kunt concentratie berekeningen uitvoeren aan zuur-base reacties.

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je al?
  • - Hoe 'zwaar' is water?

  • - Verhoudingstabel

  • - Formules van: Zoutzuur, salpeterzuur, zwavelzuur, azijnzuur, natronloog

Slide 3 - Tekstslide

In de Binas...

Slide 4 - Tekstslide

In de Binas...

Wat is de massa van CO2?

Slide 5 - Tekstslide

Mol!
Wat je nu op hebt gezocht, is hoe zwaar 1 mol van die stof weegt.

De massa in de Binas, is hoeveel gram er in 1 mol zit.

Slide 6 - Tekstslide

Mol!

Maar wat is dan precies een mol?

Slide 7 - Tekstslide

Mol!

Slide 8 - Tekstslide

Mol!

Slide 9 - Tekstslide

Mol!

Vul je het bakje met CO2,
dan weegt het bakje 44 g.

Slide 10 - Tekstslide

Mol!

Vul je het bakje met H2O,
dan weegt het bakje 18 g.

Slide 11 - Tekstslide

Mol!

Vul je het bakje met H2O,
dan weegt het bakje 18 g.

Dit haal je dus uit de Binas.

Slide 12 - Tekstslide

Mol!

Hoe zwaar is het bakje als
je het vult met 
ijzer-moleculen?

Slide 13 - Tekstslide

Mol!

Hoe zwaar is 1 mol
NaCl?

Slide 14 - Tekstslide

Mol!

Hoe zwaar is 0,5 mol
NaCl?

Slide 15 - Tekstslide

Zoek op en reken uit:
Hoeveel gram weegt telkens 1 mol van de volgende stoffen:
- H2O
- HNO3
- Zoutzuur
- Natriumhydroxide
- Azijnzuur (CH3COOH)

Slide 16 - Tekstslide

Zoek op en reken uit:
Hoeveel gram weegt telkens 2 mol van de volgende stoffen:
- H2O
- HNO3
- Zoutzuur
- Natriumhydroxide
- Azijnzuur (CH3COOH)

Slide 17 - Tekstslide

Andersom?
Jullie weten nu (of kunnen in elk geval opzoeken) hoe zwaar 
1 mol van een bepaalde stof is.

Maar kunnen jullie ook opzoeken hoeveel mol je hebt, als je een stof afweegt?

Slide 18 - Tekstslide

Andersom? Jazeker!
Hiervoor gebruik je de verhoudingstabel.

Stel:
Je weegt 100 gram zoutzuur af. Hoeveel mol is dit?

Slide 19 - Tekstslide

Andersom? Jazeker!
Hiervoor gebruik je de verhoudingstabel.

Stel:
Je weegt 100 gram zoutzuur af. Hoeveel mol is dit?
1 mol
...... mol
36,5 g
100 g

Slide 20 - Tekstslide

Zoek op en reken uit:
Hoeveel mol heb je, als je 100 gram afweegt van:
- H2O
- HNO3
- Zoutzuur
- Natriumhydroxide
- Azijnzuur (CH3COOH)

Slide 21 - Tekstslide

Zoek op en reken uit:
We hebben een bekerglas van 500 mL. Om een concentratie te maken van 1,0 mol per liter, moet je telkens 0,5 mol van de stof oplossen in 500 mL water. Hoeveel gram moet je afwegen, en oplossen, voor de volgende stoffen:

Slide 22 - Tekstslide

Zoek op en reken uit:
We hebben een bekerglas van 500 mL. Om een concentratie te maken van 1,0 mol per liter, moet je telkens 0,5 mol van de stof oplossen in 500 mL water. Hoeveel gram moet je afwegen, en oplossen, voor de volgende stoffen:
- Zoutzuur
- Zwavelzuur
- Ammonia

Slide 23 - Tekstslide