8.3 De hersenen

8.3  De hersenen
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

8.3  De hersenen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt de hersenen indelen in drie delen

Je kunt de functies  van de hersenen beschrijven


Slide 2 - Tekstslide

Hersenen
Grote hersenen
Kleine hersenen 
Hersenstam

Slide 3 - Tekstslide

De hersenstam
Verlengde van je ruggenmerg

Geleidt de impulsen:
  • Ruggenmerg --> grote & kleine hersenen
  • Zintuigen hoofd & hals --> grote & kleine hersenen
  • Grote & kleine hersenen --> spieren en klieren in hoofd & hals

Maar ook andere BELANGRIJKE functies zoals:
Ademhalen, hartslag bloeddruk en temperatuur

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Grote hersenen
- Waarnemingen worden verwerkt (bewustwording)

- Impulsen komen binnen in de grote hersenen
  • Gevoel
  • Beweging

blz 132 kijken naar het plaatje

Slide 7 - Tekstslide

Kleine hersenen
De kleine hersenen coördineren de samenwerking van je spieren. Je kleine hersenen laten hiervoor een aantal spieren precies op tijd hun werk doen. 

De kleine hersenen zorgen dus voor coördinatie. 


Slide 8 - Tekstslide

Hersenstam
De hersenstam bestuurt levensfuncties als hartslag, ademhaling en bloeddruk.

Reflexen worden geregeld door de hersenstam
 
Is de snelweg naar de hersenen, alles gaat erlangs
 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Gevoelscentra in de grote hersenen (achterste deel)

In het gezichtscentra komen bvb impulsen binnen van de gevoelszenuwen van je ogen. Doordat de impulsen in de hersenen worden verwerkt zie je een beeld. 

Slide 11 - Tekstslide

Bewegingscentra 
Hier ontstaan impulsen die via het centrale zenuwstelsel en de bewegingszenuwen naar spieren worden geleid
Dit zijn bewuste bewegingen zoals lopen en typen. 

Vaak voer je bewegingen tegelijkertijd uit
De kleine hersenen zorgen ervoor dat alle bewegingen van het lichaam op elkaar zijn afgestemd = coördinatie

Slide 12 - Tekstslide

Beïnvloeding van het zenuwstelsel
Alcohol, drugs en medicijnen kunnen de werking van het zenuwstelsel beïnvloeden
Daarom mag je bijvoorbeeld niet autorijden met drank of drugs op

Je kunt ook verslaafd worden aan de beïnvloeding zoals met roken

Slide 13 - Tekstslide

Medicijnen 
Morfine is een medicijn wat pijn bestrijdt

Je wordt suf en je reactievermogen en waarnemingsvermogen neemt af.

Slide 14 - Tekstslide

Waar wordt je coördinatie geregeld?
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen

Slide 15 - Quizvraag

Waarom mag je geen auto rijden met drank of drugs op?

Slide 16 - Open vraag

Noem een voorbeeld van een bewuste reactie

Slide 17 - Open vraag

8.3 Wat ga je doen
Maak opdracht 1, 2, 4, 5, 6, 7 en 8+

Slide 18 - Tekstslide