HAVO 4 - ch. 1: bijvoeglijk naamwoord

HAVO 4
ch. 1
(Libre Service)
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

HAVO 4
ch. 1
(Libre Service)

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
Een woord dat iets zegt over...
timer
0:20
A
een werkwoord
B
een bijwoord
C
een zelfstandig naamwoord
D
een persoonsvorm

Slide 2 - Quizvraag

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Op welke extra letters kan een bijvoeglijk naamwoord eindigen?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Welk bijvoeglijk naamwoord is juist?
J'adore les plantes ...?...
timer
0:20
A
vert
B
verts
C
verte
D
vertes

Slide 8 - Quizvraag

Wat betekent de zin uit de vorige vraag eigenlijk...?
timer
0:20
A
Ik hou van mooie planten.
B
Ik ben gek op groene planten.
C
Ik ben dol op mooie planten.
D
Ik hou van groene planten.

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Waar staat in de basisregel het bijvoeglijk naamwoord in de zin?

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Welke bijvoeglijke naamwoorden
komen VOOR het zn?

Slide 14 - Woordweb

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Nog een paar controlevragen...

Slide 17 - Tekstslide

Het bv.nw. GRAND komt achter het zn.
timer
0:10
A
vrai
B
faux

Slide 18 - Quizvraag

Welke vertaling is juist voor
'wat een leuk meisje!'
timer
0:10
A
Quelle jolie fille!
B
Quelle fille jolie!
C
Quelle joli fille!
D
Quelle fille joli!

Slide 19 - Quizvraag

Welke vertaling is juist voor:
de rode auto
timer
0:10
A
la rouge voiture
B
la voiture rougee
C
la voiture rouge
D
la rougee voiture

Slide 20 - Quizvraag

Twee mooie boeken.
Deux ... livres ...
timer
0:10
A
Deux beau livres.
B
Deux livres beaux.
C
Deux beaux livres.
D
Deux belles livres.

Slide 21 - Quizvraag