Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Zinsdelen
Gisteren heeft Suzanne een nieuw beveiligingssysteem
Werkwoord dat verandert als je de zin in een andere tijd zet.
Persoonsvorm (de actie in de zin)
:
Onderwerp (voert de actie uit)
:
Persoon, dier of ding dat verandert als je de zin van enkelvoud in meervoud zet of andersom.
Werkwoordelijk gezegde
:
:
Alle werkwoorden in een zin.
Persoonvorm
Onderwerp
Werkwoordelijk gezegde
geïnstalleerd.
heeft
geïnstalleerd
Suzanne
heeft
1 / 10
volgende
Slide 1:
Sleepvraag
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
In deze les zitten
10 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslide
.
Lesduur is:
15 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Gisteren heeft Suzanne een nieuw beveiligingssysteem
Werkwoord dat verandert als je de zin in een andere tijd zet.
Persoonsvorm (de actie in de zin)
:
Onderwerp (voert de actie uit)
:
Persoon, dier of ding dat verandert als je de zin van enkelvoud in meervoud zet of andersom.
Werkwoordelijk gezegde
:
:
Alle werkwoorden in een zin.
Persoonvorm
Onderwerp
Werkwoordelijk gezegde
geïnstalleerd.
heeft
geïnstalleerd
Suzanne
heeft
Slide 1 - Sleepvraag
Gisteren heeft Suzanne een nieuw beveiligingssysteem
Persoon, dier of ding dat het antwoord is op de vraag: wie of wat + persoonsvorm, onderwerp en rest van de zin.
Lijdend voorwerp
:
Bijwoordelijke bepaling
:
Geeft antwoord op vragen als: waar? hoe? wanneer? waarheen? waarom? waardoor? waarvandaan?
geïnstalleerd.
Lijdend voorwerp
Bijwoordelijke bepaling
een nieuw beveiligingssysteem
Gisteren
Slide 2 - Sleepvraag
De ober heeft de gasten op het gala een nieuw drankje
aangeboden.
Persoonsvorm
Onderwerp
Werkwoordelijk gezegde
Lijdend voorwerp
De ober
heeft
aangeboden
een nieuw drankje
heeft
Slide 3 - Sleepvraag
De ober heeft de gasten op het gala een nieuw drankje
Persoon, dier of ding dat meewerkt aan wat het onderwerp doet.
Er staat soms aan of voor voor of je kunt aan of voor weghalen als het ervoor staat..
M
eewerkend voorwerp
:
Bijwoordelijke bepaling
:
Geeft antwoord op vragen als: waar? hoe? wanneer? waarheen? waarom? waardoor? waarvandaan?
aangeboden.
Meewerkend voorwerp
Bijwoordelijke bepaling
de gasten
op het gala
Slide 4 - Sleepvraag
De leraar is heel erg kwaad geworden op de student.
Persoonsvorm
Onderwerp
Werkwoordelijk gezegde
De leraar
is
geworden
is
Slide 5 - Sleepvraag
Naamwoordelijk gezegde
: zegt iets over het onderwerp en de persoonsvorm.
Het bevat een naamwoord (zelfstandig, bijvoeglijk) en heeft een koppelwerkwoord:
De leraar is heel erg kwaad geworden op de student.
zijn
lijken
heten
worden
blijken
dunken
blijven
schijnen
voorkomen
Slide 6 - Tekstslide
De leraar is heel erg kwaad geworden op de student.
Naamwoordelijk gezegde
: zegt iets over het onderwerp en de persoonsvorm.
Het bevat een naamwoord (zelfstandig, bijvoeglijk) en heeft een koppelwerkwoord:
Het naamwoordelijk gezegde van deze zin is:
A
is kwaad geworden
B
is heel erg kwaad
C
is geworden
D
is heel erg kwaad geworden
Slide 7 - Quizvraag
De leraar
is heel erg kwaad geworden
op de student.
Het
naamwoordelijk gezegde
bevat een
werkwoordelijk deel
:
alle werkwoorden inclusief het koppelwerkwoord
en een
naamwoordelijk
deel
:
alle naamwoorden (en overige woorden) van het naamwoordelijk gezegde
Naamwoordelijk gezegde
Werkwoordelijk deel
van naamwoordelijk gezegde
Naamwoordelijk deel
van naamwoordeljik gezegde
is geworden
is heel erg kwaad geworden
heel erg kwaad
Slide 8 - Sleepvraag
De leraar is heel erg kwaad geworden op de student.
Voorzetselvoorwerp
:
Begint met een vast voorzetsel dat hoort bij een bepaald werkwoord.
Bijvoeglijke bepaling
:
Zegt iets over een zelfstandig naamwoord. Het is een deel van een ander zinsdeel.
Uitkijken naar - Zich verheugen op - Twijfelen aan - etc...
Voorzetselvoorwerp
Bijvoeglijke bepaling
op de student
erg
Slide 9 - Sleepvraag
Meestal brengen de postbodes de zware pakketten
naar een postagentschap.
Persoonsvorm
Onderwerp
Lijdend voorwerp
Bijwoordelijke bepaling
Voorzetselvoorwerp
Bijvoeglijke bepaling
Meestal
brengen
de postbodes
zware
de zware pakketten
naar een postagentschap
Slide 10 - Sleepvraag
Meer lessen zoals deze
Zinsdelen
September 2024
- Les met
10 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Zinsdelen
Oktober 2021
- Les met
10 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Het naamwoordelijk deel van het gezegde
Oktober 2023
- Les met
14 slides
Latijn
Secundair onderwijs
Herhalingsles week 13: onderwerp, persoonsvorm, ott en gezegde
November 2023
- Les met
16 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Zinsleer - herhaling
Mei 2023
- Les met
15 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
WWG en NWG
Februari 2021
- Les met
18 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
grammatica 3 les 3
November 2024
- Les met
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Zinsleer - herhaling
September 2024
- Les met
15 slides
Nederlands
Secundair onderwijs