Jagers en boeren - klas 1

Jagers en boeren - klas 1
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare school

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Jagers en boeren - klas 1

Slide 1 - Tekstslide

Geschiedenis 
  • Wat is geschiedenis?
  • Onderzoek en kennis van wat er in het verleden is gebeurd.

  • Hoe weten we wat er in het verleden is gebeurd?
  • We halen informatie uit bronnen. 
  • 1.
  • 2. 
  • 3. 

Slide 2 - Tekstslide

Onderzoek
  • Hoe noemen we de mensen die onderzoek doen naar het verleden?
  • 1. Archeologen
  • 2. Historici

  • Hoe komen archeologen aan hun kennis over het verleden?
  • 1.
  • 2. 
  • 3. 

Slide 3 - Tekstslide

Jagers en boeren
  • Wat is een andere naam voor de tijd van jagers en boeren?
  • Prehistorie

  • Pre = voor
  • Historie = geschiedenis

  • Waarom vóór de geschiedenis?
  • De prehistorie gaat over de tijd vóórdat mensen geschreven bronnen achterlieten.  

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Begrippen
  • Kenmerk
  • Iets waaraan je iets of iemand herkent. 

  • Middel van bestaan
  • Een manier om aan voedsel te komen.

  • Samenleving 
  • Hoe een grote groep mensen samenleeft. 

Slide 6 - Tekstslide

Hoe noemen we zo'n soort samenleving?

Slide 7 - Tekstslide

Welke middelen van bestaan zien jullie?

Slide 8 - Tekstslide

Welke andere kenmerken van de jagers en verzamelaars zien jullie?

Slide 9 - Tekstslide

0

Slide 10 - Video

§1.2 - Jagers worden boeren 

Slide 11 - Tekstslide

0

Slide 12 - Video

Welke andere kenmerken van de eerste boeren zien jullie?

Slide 13 - Tekstslide

§1.2 - Jagers worden boeren 

Slide 14 - Tekstslide

Hoe noemen we zo'n soort samenleving?

Slide 15 - Tekstslide

Hoe noemen we zo'n soort samenleving?

Slide 16 - Tekstslide

Welke middelen van bestaan zien jullie?

Slide 17 - Tekstslide

Jagers worden boeren 
  • 11.000 jaar geleden worden de eerste mensen boeren
  • Nieuwe middelen van bestaan
  • Landbouw bestaat uit: akkerbouw en veeteelt

Slide 18 - Tekstslide

Vruchtbare Halvemaan
  • In het Midden-Oosten worden de eerste mensen boer.
  • Gebied waar de eerste landbouw ontstaat noemen we de vruchtbare halvemaan
  • Midden-Oosten: Egypte, Israël, Palestina, Jordanië, Libanon, Syrië, Irak, Iran en Turkije
  • In dit gebied ontstaan ook de eerste steden en verzinnen mensen manieren om te schrijven.

Slide 19 - Tekstslide

Continuïteit 
  • Het grootse deel van de geschiedenis van de mens, heeft de mens geleefd als jager-verzamelaars.
  • Wanneer iets een langere periode niet (of bijna niet) veranderd spreken we van continuïteit
  • Continuïteit en verandering zijn dus het tegenovergestelde. 

Slide 20 - Tekstslide

Landbouwrevolutie
  • Met een revolutie bedoelen we een belangrijke verandering.
  • De landbouwrevolutie is dus het ontstaan van de landbouw
  • De boeren uit het Midden-Oosten verhuisden naar plaatsen over de hele wereld en verspreidde zo de landbouw. 
  • De landbouwrevolutie duurde meer dan 1000 jaar: niet iedereen werd tegelijk boer.

Slide 21 - Tekstslide

Wat weet je nog?

Slide 22 - Tekstslide

Hoe heet de overgang van jagers-verzamelaars naar boeren?
A
Landbouwovergang
B
Akkerrevolutie
C
Landbouwrevolutie
D
Akkerovergang

Slide 23 - Quizvraag

Waar of niet waar?
"De landbouwrevolutie was een snelle verandering."
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quizvraag


Is dit een afbeelding van vóór of na de landbouwrevolutie?
A
Vóór de landbouwrevolutie
B
Na de landbouwrevolutie

Slide 25 - Quizvraag

Tijdvakken
Omdat er héél veel geschiedenis is verdelen we de geschiedenis in verschillende stukken. Deze stukken noemen we tijdvakken
Er zijn tien tijdvakken. De tijdvakken zijn genoemd naar belangrijke kenmerken uit dat tijdvak.
Een kernmerk is iets waaraan je iets of iemand kan herkennen. 

Slide 26 - Tekstslide

De landbouwrevolutie ontstond in?
A
Afrika
B
Midden- Oosten
C
West- Europa
D
Amerika

Slide 27 - Quizvraag


Is dit een afbeelding van vóór of na de landbouwrevolutie?
A
Vóór de landbouw revolutie
B
Na de landbouwrevolutie

Slide 28 - Quizvraag

In welk gebied ontstond de landbouwrevolutie?
A
De vruchtbare halvem aan
B
Europa
C
Azie
D
De vruchtbare cirkel

Slide 29 - Quizvraag

§1.2 - Jagers worden boeren 

Slide 30 - Tekstslide

Periodes
Naast de tijdvakken worden ook periodes gebruikt om het verleden in te delen.  Er zijn vijf periodes:
  1. Prehistorie
  2. Oudheid
  3. Middeleeuwen
  4. Nieuwe Tijd
  5. Nieuwste Tijd

Slide 31 - Tekstslide

§1.3 - Denken en doen

Slide 32 - Tekstslide

Cultuur
Het doen en denken van mensen noemen we een cultuur.
Van de jagers-verzamelaars weten we niet zo veel over hun 'denken'. 
Van de boeren weten we meer over hun 'denken. Zij lieten meer bronnen achter die informatie geven over hun 'denken'. 

Slide 33 - Tekstslide

Natuurgodsdienst
De eerste boeren hadden een natuurgodsdienst.  Zij vereerden gebeurtenissen in de natuur, bijvoorbeeld onweer en bliksem. 
De verklaring voor dit geloof is dat zij van veel dingen nog niet begrepen hoe deze ontstonden of werken. Daarom dachten zij dat dit het werk van goden was. 

Slide 34 - Tekstslide

Hiernamaals
Ook geloofden de boeren in een hiernamaals, een leven na de dood. 
De overledenen werden begraven met verschillende spullen, grafgiften. Dit waren spullen die de dode nodig had tijdens de reis na het hiernamaals of in het hiernamaals zelf. 

Slide 35 - Tekstslide

Jagers-verzamelaars
  • Kleine verschillen bezit.
Omdat de jager-verzamelaars nomaden waren konden zij weinig spullen meenemen. Daardoor waren er ook weinig verschillen tussen de hoeveelheid spullen die iedereen had.
  • Kleine verschillen aanzien.
Omdat alle mannen hetzelfde werk deden en alle vrouwen ook, werd iemand niet belangrijker gevonden dan de ander. 
  • Kleine verschillen macht.
Mensen hoefden niet naar een hoofdman te luisteren. 
Boeren
  • Grote verschillen bezit.
Als je op één plek woont kun je meer spullen bewaren. Boeren die meer succes hadden, hadden ook meer spullen. Rijk en arm. 
  • Grote verschillen aanzien.
Steeds meer boeren gingen samenwonen in dorpen en steden. Daar waren regels nodig en mensen die dit in de gaten hielden. Deze mensen waren belangrijker dan anderen.  
  • Grote verschillen macht.
Een dorpsleider die de regels in de gaten moet houden, moet bepalen wie deze heeft overtreden en straffen heeft meer macht. 

Slide 36 - Tekstslide