Landen in Europa

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Landen in Europa

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
  • Maken van opdrachten. In de opdrachten wordt de lesstof van hoofdstuk 7 (blz. 102 - 111) herhaald. 
  • Kijk  of je de opdrachten al kunt maken zonder het boek te gebruiken, lukt dat niet  gebruik je het boek bij het maken van de opdrachten. 
  • Heb je vragen over de stof of wil je extra uitleg over de stof kun je mij dat via de chat vragen.

Slide 3 - Tekstslide

Duitsland en Frankrijk, Duitsers en Fransen
Gebied onder de 200 m.
Goed voor de landbouw.

Gebied tussen de 200 en 500 m.


Gebied tussen de 500 en 1500 m.

Slide 4 - Tekstslide

Duitsland en Frankrijk, Duitsers en Fransen
  • De grootte van de bevolking verandert door geboorte, sterfte, immigratie en emigratie.
  • Immigratie = een land binnenkomen om er te gaan wonen. (I van In)
  • Emigratie = een land verlaten om ergens anders te gaan wonen. (E van Eruit)
  • Frankrijk heeft een positieve natuurlijke bevolkingsgroei. Er worden meer baby's geboren dan dat er mensen sterven.
  • Het heeft ook een vestigingsoverschot.  Meer immigranten dan emigranten.

Slide 5 - Tekstslide

Duitsland en Frankrijk, Duitsers en Fransen
  • Frankrijk wordt vanuit Parijs bestuurd, het is een centraal geregeerd land --> vanuit één plek .
  • Duitsland bestaat nog niet zo lang als één land, vroeger waren het allemaal kleine gebieden. Berlijn is de hoofdstad maar ook andere steden zijn belangrijk. Duitsland is een federale staat --> Staat die bestaat uit deelgebieden die gedeeltelijk zelfstandig zijn.

Slide 6 - Tekstslide

Werken in Duitsland en Frankrijk
  • primaire sector: halen grondstoffen uit de natuur, Bijvoorbeeld een boer, visser of mijnwerker.
  • secundaire sector: verwerken producten uit de primaire sector. gebeurt in de industrie en kleinere werkplaatsen.
  • tertiaire sector of dienstensector: verlenen diensten. Ze werken in de handel en het transport, onderwijs, zorg, bij banken, in de horeca enz.

Slide 7 - Tekstslide

Werken in Duitsland en Frankrijk
Door het klimaat is Europa geschikt voor landbouw. Er zijn verschillende soorten landbouw.

akkerbouw                      veeteelt                                 tuinbouw

Slide 8 - Tekstslide

Werken in Duitsland en Frankrijk
Zware industrie: Gebruiken veel grondstoffen en maken producten die vaak nog moeten worden bewerkt.
Lichte industrie: Bedrijven die kant-en-klare eindproducten maken, zoals ze in de winkel worden verkocht.

Slide 9 - Tekstslide

Oude vijanden, nieuwe vrienden
  •  In 1870 hadden Duitsland en Frankrijk een oorlog uitgevochten. Na de Tweede Wereldoorlog besloten een paar Europese landen samen te werken  om een nieuwe oorlog te voorkomen.
  • Een tweede belangrijke doel voor de samenwerking is het streven naar welvaart. Zorgen dat het goed gaat in een land.

Slide 10 - Tekstslide

Oude vijanden, nieuwe vrienden
  • Om bedrijven te  beschermen tegen concurrentie van goedkopere bedrijven van het buitenland hebben landen invoerrechten. Dit zijn extra belastingen op producten uit het buitenland.
  • In de Eu is er een vrij verkeer van goederen en personen: er zijn dus geen invoerrechten meer en mensen mogen zonder grenscontrole naar andere landen in de Europese Unie gaan.

Slide 11 - Tekstslide

Oude vijanden, nieuwe vrienden
  • In de Europese Unie werken 27 landen samen.
  • De landen hebben een eigen regering: De Europese commissie.
  • Hier maken ze wetten en regels, maar die moeten wel eerst goedgekeurd worden door het Europees Parlement en de Raad van Ministers.

Slide 12 - Tekstslide

Oude vijanden, nieuwe vrienden
  • Het Europees Parlement is de Europese Tweede Kamer.
  • Alle ministers die over een bepaald onderwerp gaan (bijvoorbeeld het klimaat) vergaderen in de raad van ministers. 

Slide 13 - Tekstslide

Europa als wereldmacht
  • Veel overeenkomsten in de Europese cultuur.
  • Europeanen gingen op ontdekkingsreis (vanaf 1500) en hadden vestigingskoloniën en exploitatie koloniën over de hele wereld. 
  • In vestigingskoloniën gingen mensen uit Europa wonen en hier zie je nog veel van de Europese cultuur terug.
  • In exploitatie koloniën werd er wel een bestuur gesticht maar gingen Europeanen vooral producten halen.

Slide 14 - Tekstslide

Europa als Wereldmacht
  • Bruto nationaal product (bnp): het geld dat alle inwoners van een land in een jaar samen verdienen.
  • Bnp per hoofd: het geld dat alle inwoners van een land in een jaar samen verdienen, gedeeld door het aantal inwoners van een land.

Slide 15 - Tekstslide

Europa als wereldmacht
  • Een belangrijke organisatie waar veel landen in samenwerken is de Verenigde Naties (VN).
  • Binnen de  VN zijn er weer andere organisaties, de belangrijkste is de veiligheidsraad, hier zitten 5 vaste leden en 10 wisselende leden in.

Slide 16 - Tekstslide