omdat ,als / dat-zinnen
ik wil eten omdat ik honger heb
ik moet nu naar bed omdat ik morgen om 7 uur moet opstaan
Hij zegt dat hij om 7 uur opstaat
ik denk dat je gelijk hebt
Kom bij mij thuis , als je tijd hebt
ik ga naar de supermarkt , als ik tijd heb.
Omdat ik honger heb, wil ik eten.