2021 3A H4 grammatica: congruentie en inversie

H4 grammatica
Congruentie
Inversie
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

H4 grammatica
Congruentie
Inversie

Slide 1 - Tekstslide

Wat betekent congruentie?
Overeenkomstig / gelijkvormig 

Een zwerm bijen achtervolgt / achtervolgen de jongen.
Een groot aantal mensen is / zijn vandaag jarig.

Slide 2 - Tekstslide

Uitleg (in)congruentie 
1. Wat is congruentie?
Overeenkomstigheid/gelijkvormig.
De persoonsvorm past bij het onderwerp van een zin.

2. Wat is dan incongruentie?
Onjuiste samenhang tussen de persoonsvorm en het onderwerp in de zin (op het gebied van getal of persoon). 

Slide 3 - Tekstslide

Congruentie
ALS het onderwerp enkelvoud is, DAN ook de persoonsvorm
ALS het onderwerp meervoud is, DAN ook de persoonsvorm

Bv: Men ziet door de bomen het bos niet meer
        Een kudde olifanten staan in Artis
        Een groep jongeren heeft zich ziekgemeld

Slide 4 - Tekstslide

Dit soort vragen worden heel vaak gesteld.
A
Deze zin is congruent.
B
Deze zin is niet congruent.

Slide 5 - Quizvraag

Een stelletje oproerkraaiers heeft gisteren de politie belaagd.
A
Deze zin is congruent.
B
Deze zin is niet congruent.

Slide 6 - Quizvraag

De dames werd gevraagd in de zaal plaats te nemen.
A
Deze zin is congruent.
B
Deze zin is niet congruent.

Slide 7 - Quizvraag

Inversie
Als in een zin het onderwerp achter de persoonsvorm staat, heet dat inversie. 

Op de eerste plaats van de zin staat dan de persoonsvorm of een ander zinsdeel:
– Met carnaval / gaan (pv) / alle Maastrichtenaren (ow) / verkleed / de straat op.


Slide 8 - Tekstslide

Inversie
Soms kun je niet zien of er sprake is van inversie, doordat je niet kunt vaststellen wat het onderwerp van de zin is. 
De zin heeft dan twee betekenissen:
– Je beste vriend mag (pv) je zo nu en dan toch wel op een foutje wijzen.
- Je moeder mag (pv) je het kadootje laten zien. 

Slide 9 - Tekstslide

Morgen gaat hij naar Limburg.
A
inversie
B
geen inversie
C
Je kunt niet afleiden of er sprake is van inversie

Slide 10 - Quizvraag

Het jongensteam wil het meisjesteam natuurlijk niet laten winnen.
A
Wel inversie
B
Geen inversie
C
Je kunt niet afleiden of er sprake is van inversie

Slide 11 - Quizvraag

Aldo loopt alle zomerfestivals in het land af.
A
Wel inversie
B
Geen inversie
C
Je kunt niet afleiden of er sprake is van inversie

Slide 12 - Quizvraag

Je kleine zusje helpt je zeker vaak met haar huiswerk?
A
Wel inversie
B
Geen inversie
C
Je kunt niet afleiden of er sprake is van inversie

Slide 13 - Quizvraag