Nieren en urinewegen

Wat gaan we doen?
  • Herhalen stofwisseling en spijsvertering.
  • Uitleg nieren en urinewegen. 
  • Bespreken oefentoets.
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
uiterlijke verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen?
  • Herhalen stofwisseling en spijsvertering.
  • Uitleg nieren en urinewegen. 
  • Bespreken oefentoets.

Slide 1 - Tekstslide

Herhalen vorige week
Stofwisseling en Spijsvertering

Slide 2 - Tekstslide

Dit enzym vind je in het speeksel en zorgt voor de eerste afbraak van koolhydraten.
A
Amylase
B
Lipase
C
Protease

Slide 3 - Quizvraag

Hoe het eerste stuk van de dunne darm?
A
Kronkeldarm
B
Nuchtere darm
C
Twaalfvingerige darm

Slide 4 - Quizvraag

Het verbranden van voedingstoffen, we hebben het hier over
A
Assimilatie
B
Dissimilatie

Slide 5 - Quizvraag

Metabolisme is een ander woord voor
A
Stofwisseling
B
Spijsvertering
C
Ontleding

Slide 6 - Quizvraag

Hier wordt gal geproduceerd
A
Galblaas
B
Lever
C
Alvleesklier

Slide 7 - Quizvraag

Nieren en Urinewegen

Slide 8 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kan de verschillende uitscheidingsorganen benoemen.
  • Je kan benoemen waaruit de nier van buiten naar binnen is opgebouwd. 
  • Je kan de functies van de nieren benoemen. 

Slide 9 - Tekstslide

Uitscheidingsorganen
  • Verwijderen van afvalstoffen uit je lichaam = uitscheiding/excretie 
  • Nieren: scheiden via urine afvalstoffen uit.
  • Longen: scheiden via je adem koolstofdioxide en waterdamp uit.
  • Huid: scheidt via transpiratie (zweetklieren) afvalstoffen uit.

  • Belangrijkste uitscheidingsorganen zijn de nieren en urinewegen, vormen samen het urinewegstelsel.

Slide 10 - Tekstslide

Nieren
  • 2 nieren, boonvormig met een roodbruine kleur.
  • Een grote hoeveelheid vetmassa zorgt ervoor dat de nieren beschermd worden en op hun plaats blijven.  
  • Op de nieren liggen twee hormoonklieren: de bijnieren.

Slide 11 - Tekstslide

Bouw van de nieren
Van buiten naar binnen:  
  • Kapsel: een laag stevig bindweefsel. Beschermt de nier samen met de vetlaag eromheen. 
  • Nierschors: vindt de filtratie plaats.  In de nierschors bevinden zich de lichaampjes van Malphigi die bestaat uit glomeruli (kluwen van slagaderlijke haarvaten die bloed aan- en afvoeren) en het kapsel van Bowman (vangt het vocht met de opgeloste stoffen (voorurine) uit het bloed op). 
  • Niermerg: vindt de resorptie plaats. Via de tubulus komt de voorurine in het niermerg terecht. De tubulus gaat over in de lis van Henle, hier gaan de nuttige stoffen (glucose  en water) opnieuw de bloedbaan in. De afvalstoffen blijven achter. 
  • Nierbekken: vangt de urine op en geeft de urine druppelsgewijs af aan de urineleider, zo verlaten de afvalstoffen het lichaam.
  • Nierpoort.: Ligt aan het einde van de nierbekken, hier komen bloedvaten in en uit de nier 

Slide 12 - Tekstslide

Functie van de nieren 
  • Produceren urine.
  • Schadelijke stoffen uitscheiden: afvalstoffen van de eiwitstofwisseling ureum, overtollige zouten, hormonen en vitaminen, afvalstoffen van medicijnen en stoffen die door de lever onschadelijk zijn gemaakt. 
  • Regelen van de water- en zouthuishouding van het lichaam. 
  • De zuurgraad van het bloed reguleren. Bloed hoort een constante ph waarde van 7.4 te hebben. 

Slide 13 - Tekstslide

Blaas en urinewegen
  • Vanuit de nierbekken druppelt de urine via de urineleiders de blaas in. 
  • Buitenste laag  van de blaas bestaat uit glad spierweefsel. Binnenkant is bedekt met slijmvlies. 
  • Uiteinde van de blaas bestaat uit twee sluitspieren. Binnenste sluitspier bestaat uit glad spierweefsel (onbewust, onwillekeurig). Buitenste sluitspier bestaat uit dwarsgestreept spierweefsel (bewust, willekeurig) 
  • De blaas verzamelt de urine.
  • Via de urinebuis verlaat de urine het lichaam. Deze urinebuis heeft 
       een stevige, elastische wand. 
       Bij vrouwen is de urinebuis korter dan bij mannen. 

Slide 14 - Tekstslide

Hoe is de nier van buiten naar binnen opgebouwd?
Nierpoort - Niermerg - Nierschors - Nierkapsel - Nierbekken

Slide 15 - Open vraag

Waar in de nieren vindt de filtratie plaats?
A
Nierkapsel
B
Nierschors
C
Niermerg

Slide 16 - Quizvraag

Noem 2 functies van de nieren

Slide 17 - Open vraag

Wat is de functie van de nierbekken?
A
Beschermt de nier
B
Hier vindt de resorptie plaats
C
Vangt de gevormde urine op

Slide 18 - Quizvraag

Wat wordt er met excretie bedoeld?

Slide 19 - Open vraag

Waaruit bestaat de binnenste sluitspier?
A
Gladspierweefsel
B
Dwarsgestreept spierweefsel
C
Hartspierweefsel

Slide 20 - Quizvraag

Wat zijn de drie belangrijkste uitscheidingsorganen?

Slide 21 - Open vraag

Afsluiting.
Hebben jullie de leerdoelen behaald? 
  • Je kan de verschillende uitscheidingsorganen benoemen.
  • Je kan benoemen waaruit de nier van buiten naar binnen is opgebouwd.
  • Je kan de functies van de nieren benoemen. 

Zijn er nog vragen??

Slide 22 - Tekstslide